is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Columba
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Columba
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk, toegewijd aan Sint-Columba
Deze vaststelling was geldig van tot
Parochiekerk toegewijd aan Sint-Columba, maagd-martelares en patrones van de parochie Deerlijk. Georiënteerd classicistisch bedehuis van 1774 ter vervanging van een romaans-gotische kerk waarvan de vieringstoren, nu geïntegreerd in de zuidelijke zijbeuk, het zuidelijk transept en een deel van het koor werd behouden. Het gebouw wordt omzoomd door hagen en lage beplanting en enkele bomen. Ten oosten en westen omgeven door parkeerplaatsen.
Ten zuidwesten van de kerk, monument ter ere van Hendrik Conscience en P.J. Renier; ten zuiden oorlogsmonument ter ere van de burgerslachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Ten zuidoosten grafmonument van René Declercq. Ten noordwesten borstbeeld van Hugo Verriest.
Centraal tegen de zuidelijke zijbeuk: kapel van circa 1832, met Christus aan het kruis; het geschilderd houten beeld is van oudere datum. Vermoedelijk deel uitmakend van voormalige Calvarieberg afkomstig van het kerkhof. Rondboognis bekroond door driehoekig fronton rustend op twee vlakke bakstenen pilasters met basement van zwarte baksteen. Gelijkaardige kapel tegen de de noordelijke zijbeuk van 1948, opgericht ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten; houten kruis met gedrapeerde doek. Afgesloten met laag metalen hekwerk.
Volgens de overlevering werd de kerk gesticht door Sint-Amandus in 654. De eerste schriftelijke vermeldingen van een kerk dateren van 1119, wanneer de bisschop van Doornik het 'altara de trelleke' afstaat aan het Doornikse kapittel. In de tweede helft van de 12de eeuw wordt, vermoedelijk ter vervanging van een houten bedehuisje, een romaanse kerk opgetrokken: een kruiskerk met vieringstoren, een vlak afgesloten koor, een dwarsbeuk en een driebeukig basilikaal schip. Het patronaat van de kerk is in handen van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel van Doornik dat samen met het Harelbeekse Sint-Salvatorkapittel de grote tiendeheffer is. De oudste afbeelding van de kerk dateert van 1607. In 1747 wordt de kerk weergegeven in het landboek van Deerlijk als tweebeukige kerk met vieringstoren, gelegen binnen een ommuurd kerkhof. Ook de verdwenen "calomba capelle" wordt afgebeeld.
Archeologische opgravingen van 1977 laten vermoeden dat de romaanse kerk later evolueerde tot een hallenkerk, waarbij onder meer de zijbeuken worden afgebroken en vervangen door twee ruimere; het koor wordt afgebroken en vervangen door een nieuw hoofdkoor en twee zijkoren. Deze bouwsporen (spitsbogen) zijn nog zichtbaar in de zuidzijde van de sacristie.
Vermoedelijk wordt de kerk tijdens de beeldenstorm in het laatste kwart van de 16de eeuw zwaar beschadigd. Bij de herstellingswerken uitgevoerd in het begin van de 17de eeuw wordt de kerk vermoedelijk ingrijpend verbouwd. De archeologische opgravingen getuigen dat de romaanse kerk wordt verbouwd tot een tweebeukige kerk waarbij de westbeuk en -koor gesloopt worden, zie bouwsporen in de transeptarm. Waarschijnlijk wordt ook een deel van de romaanse toren afgebroken en vervangen door een achtkantige laatgotische torenspits. Herstellingen aan de kerk worden achtereenvolgens uitgevoerd in 1667, 1724, 1735-1736, 1764-1767.
In 1774 wordt de huidige classicistische kerk opgericht naar ontwerp van Simoen Steyt uit Kortrijk. De uitvoering van de werken staat onder leiding van architect L.B. Dewez (1731-1812), die ook de Harelbeekse kapittelkerk bouwde. In het nieuwe ontwerp worden de romaans-gotische vieringstoren, het zuidelijke transept en een gedeelte van het koor bewaard.
De oude Sint-Columbakapel, een belangrijk bedevaartsoord, gelegen op het omringende kerkhof, wordt afgebroken en het kunsthistorisch belangrijke retabel wordt in de huidige kerk geplaatst. In 1891 wordt de toren getroffen door een blikseminslag waardoor het bovenste deel van de de toren volledig uitbrandt. Tijdens beide wereldoorlogen wordt de kerk telkens beschadigd. In 1987 wordt de toren van de kerk gerestaureerd onder leiding van architect Pauwels (Kortrijk).
Driebeukige basilicale kerk met schip van vijf traveeën; koor van twee rechte traveeën en halfronde sluiting; zuidelijke transeptarm. Op de zuidelijke zijbeuk toren. Ten zuidoosten sacristie. Verankerde rode baksteenbouw met verwerking van natuursteen voor onder meer de hoekbanden en hoekblokken. Tevens Doornikse steen voor het opgaande metselwerk van de oudere romaans-gotische kerk in het zuidelijk transept en de toren. Breed leien zadeldak met schild aan de westzijde. Leien torenspits.
Vieringstoren met vierkante basis via trompen overgaand in een achthoekige bovenbouw bekroond door achtzijdige torenspits. Spitsbogige galmgaten onder doorgetrokken waterlijst. Westgevel met licht vooruitspringende middentravee met rondboogportaal in geblokte omlijsting. Erboven korfboogvenster met hoekblokken; gekleurd glas-in-loodvenster. Flankerende blinde zijgevels.
Gevels van het schip geritmeerd door rondbogige vensteropeningen met hoekblokken; arduinen onderdorpels. Bij de uitbreiding van de romaanse kerk zijn bouwnaden ontstaan die tot vandaag zichtbaar zijn in de transeptarm en het zijkoor. Zuidelijke transeptarm deels opgetrokken in Doornikse steen. Natuurstenen sokkel. Links, verdiept rondboogportaal in geblokte omlijsting. Erboven rondboognisje. Rechts ervan rondboogvenster. Rechterhoek gemarkeerd door versneden steunbeer. Verschillende bouwsporen verwijzen naar de bouwgeschiedenis.
Interieur. Bepleisterd en witgeschilderd interieur typisch voor het laat 18de-eeuwse classicisme met strenge ordonnantie en spaarzame stucornamentatie. Rondbogige scheibogen op zuilen op ronde sokkel en voorzien van afdekplaat. Omlopende koof tussen wanden en plafond. Viering gemarkeerd door rondbogige scheibogen rustend op pilasters met eenvoudig kapiteel. Koor geritmeerd door pilasters met eenvoudig kapiteel uitlopend in de koof.
Glasramen in het koor beelden het Lam Gods, de tafel met de offerbroden, de Pelikaan en zijn kroost en de Kelk met Hostie en Evangelieboek af. Houten tochtportaal. Vloer van zwarte en witte marmer. Omlopende houten lambrisering.
Retabel van de Heilige Columba, afkomstig van de voormalige kapel van de Heilige Columba, afgebroken circa 1774. Heden gesitueerd aan de westwand van de zuidbeuk. Vermoedelijk wordt het retabel circa 1535 (zie dendrochronologisch en stilistisch onderzoek) in een Kortrijks atelier gemaakt in opdracht van Jan de Costere, zijn familiewapen komt namelijk drie maal voor. Het retabel wordt volledig gerestaureerd in 1988. Het eiken retabel geeft het leven en de marteldood van de Heilige Columba weer: namelijk de doop van de Heilige Columba, de Heilige Columba wordt voor keizer Aurelianus geleid, een beer overvalt de beulsknecht die de gevangenis van de heilige Columba in brand wil steken, de Heilige Columba wordt door soldaten naar de gevangenis geleid, de Heilige Columba wordt naar een bordeel gebracht, keizer Aurelianus veroordeelt de Heilige Columba, de Heilige Columba wendt zich af van de jonge losbandigen, een beer overvalt de jongeling die de Heilige Columba poogt aan te randen, de onthoofding van de Heilige Columba en de begrafenis van de Heilige Columba. De taferelen worden weergegeven in twee rijen van vijf nissen met accoladevormige opengewerkte friezen aan de bovenzijde. De taferelen worden omkaderd door deels gepolychromeerde en vergulde architectonische versieringen. Naast de tien fragmenten uit het leven van de Heilige, zijn er zes kleinere gebeeldhouwde groepjes op de zuilen tussen de nissen: de vier centrale groepjes zijn eveneens taferelen uit het leven de Heilige Columba. De groepjes op de zijkant stellen de schenkers van het retabel voor. Onderaan het retabel, drie friezen met het wapenschild van de schenker Jan de Costere, heer van Deerlijk.
Mobilair
Hoofdaltaar (mahoniehout) van circa 1779-1781. Portiekaltaar met bekronende buste van de Heilige Columba en engelenkopjes in stralenkrans, uitgevoerd door Petrus van Reable en Jean Casaer (Kortrijk). Altaarstuk: schilderij van 1785 van Emmanuel Taffin (Kortrijk), Piëta met Johannes en Maria-Magdalena. Zuidelijk zijaltaar: houten portiekaltaar van 1788. In de nis plaasteren beeld van de Heilige Amandus van Maastricht van 1903 van Jacques Coomans (Antwerpen), vervangt een ouder beeld. Altaartombe met in reliëf voorstelling van de smeekbede van koning Dagobert tot de Heilige Amandus. Noordelijk zijaltaar. Houten portiekaltaar van 1788. In nis plaasteren beeld van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekte Ontvangenis op maansikkel met slang. Tabernakeldeurtje met Jezusmonogram. Altaartombe met in reliëf voorstelling van Jezus die verschijnt aan Maria-Magdalena.
Vier eikenhouten biechtstoelen, twee in de zuidbeuk en twee in de noordbeuk, waarvan één uit de tweede helft van de 18de eeuw met rococomotieven. De andere drie dateren van circa 1900. Communiebank in de zuidbeuk, smeedijzer, tweede kwart van de 19de eeuw. Eiken preekstoel uit het laatste kwart 18de eeuw; op het rugpaneel Jezusmonogram; op de kuip voorstelling van de Evangelisten en Christus leraar. Voor de sokkel houten beeld van Jezus als verlosser. In het koor en zijkoren, lambrisering, eik, 1779. Hoofdkoor met afwisselend witbeschilderde medaillons die de kerkvaders voorstellen en trofeeën waarin oudtestamentische motieven en symbolen. Houten doksaal, eik, derde kwart van de 18de eeuw. In het koor: doopvont, in 1873 geschonken door industrieel Ovelacq-Bury. Steen en marmer, koperen deksel. Opschrift " DONO DEDIT DOMINUS OVELACQ-BURY 1873".
Schilderijen, kruisweg (paneel), 19de eeuw, "Jezus sterft aan het kruis". "Geboorte van Jezus" (doek), 17de eeuw. In de zuidbeuk: "Boodschap van de aartsengel Gabriël" (doek), 17de eeuw; "Heilige familie met engeltjes" (doek), 17de eeuw; "Beer overvalt jongeling die Heilige Columba poogt aan te randen" (doek), 18de eeuw; "Heilige familie, God de Vader en de Heilige Geest" (doek), 18de eeuw.
In de noordbeuk: "Fragment uit de legende van de kapel van Onze Lieve Vrouw ter Ruste" (doek), 17de eeuw; "Piëta met Johannes en Maria-Magdalena" (doek), 2de helft van de 18de eeuw, altaarstuk; "Onze-Lieve-Vrouw- van Voortdurende Bijstand met kind" (paneel), 20ste eeuw, triptiek; "Heilige familie met de kleine Johannes" (doek), 17de eeuw; "Sint-Columba" (doek).
Beelden in het koor van O.-L.-Vrouw, de Heilige Amandus van Maastricht, hout, 2de helft 19de eeuw; Heilig Hart van Jezus en Heilig Hart van Maria, hout, 19de eeuw.
Orgel van 1907 gemaakt in eik door Théophile Delmotte uit Doornik (1833 - 1909) zie naamplaatje: "TH. DELMOTTE ET FILS/ FACTEUR D'ORGUES/ TOURNAI" en geschonken door Nathalia Catteleyn zie gedenkplaatje: "DONO DEDIT NATHALIA CATTELEYN -DEERLIJK-1907". Het orgel is één van de laatste werken van de orgelbouwer. De orgelkast met vlak front is van de hand van Gentil Vandenbroucke, schrijnwerker in Deerlijk. Sober versierd met enkele gesneden panelen in neo-renaissance stijl. In 1912 wordt een elektrische motor aangekocht voor de aandrijving van de blaasbalg. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt het orgel beschadigd en hersteld. In 1998-2000 wordt het orgel gerestaureerd door J. Lapon (Diksmuide). Het instrument heeft nog de klassieke 'werken'-opstelling binnen een gesloten orgelkast: vooraan de Grand Orgue, daarachter het Récit (in een zwelkast), aan de zijkanten het Pédale. Het pijpwerk van deze laatste twee registers dient evenwel gemeenschappelijk voor Grand Orgue en Pédale, en is op kegelladen geposeerd. Grand Orgue en Récit beschikken over sleepladen en worden volledig mechanisch bediend. Vrijstaande speeltafel voor het orgel.
Monument voor P.J. Renier (1795-1859) en Hendrik Conscience. Borstbeeld van P.J. Renier op natuurstenen sokkel gesigneerd "H. PICKERY - BRUGGE" en met inscriptie "VLAAMSE DICHTER P.J. RENIER DOOR .... (onleesbaar) OPGERICHT 1860", geflankeerd door treurende engel. Het geheel geplaatst op recentere arduinen sokkel met gedenkplaat van 1934 met inscriptie: "HULDE AANDENKEN AAN H. CONSCIENCE DIE BIJ ONTHULLING VAN RENIERS PRAALGRAF DE FEESTREDE SPRAK EN IN ZIJN BOEK EEN GOED HART DEN HONGERSNOOD IN DEERLIJK VAN 1847-48 ROEREND BESCHREEF - 11-7-34 NAMENS DAVIDSFONDS".
Monument voor Hugo Verriest van 1951 van Karel Laloo (Brugge). Bronzen buste op natuurstenen sokkel met inscriptie: "HULDE AAN HUGO VERRIEST PRIESTER-DICHTER 1840-1922".
Bron: DE GUNSCH A. met medewerking van MOEYKENS S. & CALLENS T. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Deerlijk, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL34, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: De Gunsch, Ann
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Voorgeschiedenis: In 1743 werd een nieuw orgel gemaakt door Petrus-Josephus de Rijckere. Na de bouw van de nieuwe kerk in 1776 zal het orgel hierin overgeplaatst zijn. Wat er na 1907 met dit orgel gebeurde is niet bekend: orgelbouwer Delmotte nam het over voor de luttele som van 150 franken.
Huidig instrument: Gebouwd door Théophile Delmotte & zoon in 1907. Na enkele lichte wijzigingen in 1963 en 1987, werd het instrument geheel gerestaureerd door Jan Lapon, in 1998-2000.
Is deel van
Kerkplein
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Columba [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86352 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.