Voormalig geboortehuis van dichter René Declercq (1877-1932). Heden museum René Declercq.
René Declercq werd in 1877 geboren als jongste kind van het gezin Declercq. Hij studeerde Germaanse filologie aan de universiteit van Gent en promoveerde tot doctor. In 1907 verscheen zijn eerste dichtbundel "Gedichten". In 1913 publiceerde hij twee romans. In 1914, bij de inval van de Duitsers emigreerde hij met zijn gezin naar Nederland. Hij werd er leraar aan de Belgische school in Amsterdam en redacteur van "De Vlaamsche Stem". Door zijn Vlaamsgezinde artikels werd hij als leraar ontslagen in 1915. In 1916 met zijn dichtenbundel "De Noodhoorn", schrijft hij opstandige strijdliederen voor een vrij Vlaanderen en bereikt zijn werk haar hoogtepunt. In 1917 keert hij naar Vlaanderen terug als conservator van het Wiertzmuseum te Brussel en wordt onder Duits bewind lid van de Raad van Vlaanderen. Na de oorlog werd hij wegens zijn activisme, door het Belgische gerecht in 1920 bij verstek ter dood veroordeeld. Hij wijkt uit naar Nederland waar hij tot zijn dood in 1932 in ballingschap leeft. Zijn late werk omvat Bijbelse, epische gedichten. René Declercq wordt begraven op het kerkhof van Lage Vuursche in Maartensdijk bij Utrecht. In 1982 worden zijn stoffelijke resten en grafmonument overgebracht naar zijn geboorteplaats Deerlijk.
Méér dan 150 componisten uit Vlaanderen en Nederland hebben gedichten van R. Declercq op muziek gezet onder meer Tineke van Heuleke en Moederke alleen. Hij is na Guido Gezelle wellicht de meest verklankte dichter van Vlaanderen.
In oorsprong tweewoonst opgetrokken in 1790 zie jaartal in verhoogd baksteenmetselwerk, in opdracht van notaris A.A. de Vos. Waarschijnlijk combinatie woonhuis en herberg-winkel. De oudst gekende kadastrale gegevens van 1830 spreken van "een huis en een plaats"; de woning is dan eigendom van een brouwer. In 1876 en 1888 wordt de woning verbouwd en krijgt ze haar huidig uitzicht en oppervlakte.
Wanneer René Declercq geboren wordt, is deze woning bekend als café "Het Damberd". Hij verbleef er vijf jaar. Tussen 1981-1990 wordt de woning in verschillende fases gerestaureerd onder leiding van architect P. Vandekerkhove. In een eerste fase wordt het dak hersteld. Later wordt de laat-19de-eeuwse achtergevel gesloopt en hermetst, de voorgevel gereinigd en roodgeschilderd (minerale verf), het schrijnwerk vernieuwd naar oorspronkelijk model met uitzondering van de twee ramen op de gelijkvloerse verdieping, die worden behouden. Het interieur wordt ontmanteld en zoveel mogelijk hersteld naar de 18de-eeuwse situatie.
Sobere baksteenbouw onder zadeldak bekleed met Vlaamse pannen. Roodgekaleide lijstgevel van vier traveeën en twee bouwlagen op gepikte plint. Getoogde vensters met deels vernieuwd schrijnwerk naar oorspronkelijk model. Schouderboogvormige deuren in omlijsting van blauwe baksteen. Erboven ovaal bovenlicht in dito omlijsting. Zijpuntgevels met vlechtingen.
Interieur: op de gelijkvloerse verdieping twee kamers elk rechtstreeks toegankelijk van op de straat. Achteraan een kleine keuken en berging met grote broodoven. Eenvoudige steektrap naar de verdieping met twee slaapkamers en zolder. De verdieping is omgevormd tot een hedendaagse museumruimte.
- GOOSSENS M., Het geboortehuis van René Declercq te Deerlijk als museum gerestaureerd, Monumenten en Landschappen, 11/1, 1992, p. 40-45.
- UYTTENHOVE K., Meer dan René De Clercq alleen. Korte geschiedenis van zijn geboortehuisjes, Derlike, nummer 3, 1997, p. 74-77.