Historische, voorheen omwalde hoeve gelegen in de noordwestelijke hoek van de straat ten zuiden van de spoorlijn Gent - De Panne, ook gekend als "Goed ter Meersch".
"Ter Meersch" is eveneens een Tielts achterleen waarvan de benaming teruggaat op de 14de-eeuwse bezitter, evenwel gelegen op de grens met Aarsele. In 1358 splitst de baljuw van Tielt deze hofstede, eigendom van Philips van der Mersch, af van "Tielt-ten-Hove" of "Gruuthuse", het leenhof van Tielt opgericht in de 14de eeuw en via de ammanie van Tielt afhankelijk van het grafelijk kasteel van Kortrijk.
Van het "Goed ter Meersch" hangt eertijds de "Kapelle-ter-Meersch" af, de voorganger van de huidige Stoktkapel, circa 1242 gesticht door Willem van Bethune, heer van Meulebeke, en zijn gezin (zie Oude Stationstraat zonder nummer).
Hoeve met losstaande bestanddelen minimaal opklimmend tot het tweede kwart van de 18de eeuw, zie weergave van omwald woonhuis aan de zuidzijde van het erf en twee losstaande bijgebouwen in L-vorm aan de noord- en westzijde op de kaart van de "Hoeberghtiende" in Tielt-buiten van 1738 en op een plan van 1750 met de geplande steenweg Tielt-Kortrijk, beide opgetekend door landmeter Franciscus De Bal. Op laatstgenoemde wordt de hoeve vermeld als "tgoet ter meersch aen mijnheer Schellinck". Dezelfde gebouwenconfiguratie wordt weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778) en op het primitief kadasterplan (circa 1830). In 1855, wanneer de hoeve eigendom is van de Gentse graaf en raadsheer Jean Baptiste D'Hane de Steenhuyse, wordt de spoorlijn Gent - De Panne aangelegd waardoor de perceelsgrenzen gewijzigd worden. In 1882 wordt het woonhuis vergroot en een bijgebouw en het bakhuis herbouwd. In 1914 dempt men de omwalling omheen het woonhuis. In de tweede helft van de 20ste eeuw worden enkele bijgebouwen vergroot of nieuw gebouwd, het woonhuis gerenoveerd en een nieuwbouw opgetrokken op een perceel aan de straatzijde dat afgesplitst wordt.
L-vormige erftoegang, aan noordzijde deels omzoomd met knotbomen, naar deels omhaagd en verhard erf. Ten zuiden, 19de-eeuws eenlagig verankerd bakstenen woonhuis onder zadeldak (nok loodrecht op straat; mechanische pannen) met getoogde muuropeningen voorzien van luiken en nieuw houtwerk; latere aanbouw aan zuidzijde onder pannen lessenaarsdak. Bijgebouwen ten noorden en westen van het erf vermoedelijk met 19de-eeuwse kern, doch later verbouwd en uitgebreid. Recente loods centraal op het erf en nieuwbouw aan de straatzijde.
HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 214.
HOLLEVOET F., Tielt feodaal, in De Roede van Tielt, jg. 33, nr. 3, 2002, p. 95.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)