Laatclassicistisch herenhuis met grote achterliggende tuin, minimaal opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw, zie volume reeds weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1830).
De toenmalige eigenaar is burgemeester Eugène Larmuseau die het pand verhuurt aan de latere eigenaar Constantin Dierckens. Na het overlijden van de weduwe Dirckens in 1861, komt het huis in eigendom van dokter Isidoor Van der Espt, wiens kinderen het tijdelijk als tweede verblijf benutten naast hun woonst in Gent. In 1882 wordt de vleugel aan de tuinzijde verbouwd en een nieuw bijgebouw opgetrokken aan de oostzijde van het herenhuis. In 1913 is Paul Carlier, die een weverij heeft in de Oude Stationstraat, de nieuwe eigenaar van het huis met de tuin met daarin twee vijvers en een broeikas. Het huis is later gekend als het "Huis Impe", naar de gekende Tieltse architect Albert Impe (1903-1987), wiens familie het huis aankoopt in de jaren 1930 en in die periode het noordelijk deel van de grote achterliggende tuin laat verkavelen. De vijver in de tuin wordt gedempt voor het optrekken van de tweewoonst nummers 11-13 in 1934.
Herenhuis van vijf traveeën en twee en een halve bouwlaag onder schilddak (zwarte pannen). Overkragende en omlopende witgeschilderde houten kroonlijst op consoles. Heden met klimplanten overgroeide bepleisterde en geschilderde lijstgevel, met sporen van dichtgepleisterde imitatiebanden. Verticale geleding door vooruitspringende uiterste traveeën. Hoge natuurstenen plint en dito onderdorpels. Rechthoekige muuropeningen met diamantkopvormige sluitsteen; bovenste verdieping voorzien van halfradvenstertjes. Bewaard schrijnwerk (T-ramen). Oorspronkelijke beluiking op begane grond vervangen door rolluikkasten met gekartelde beboording. Aan westzijde, uitgebouwde overdekte loggia waarnaast metalen toegangshek naar tuin; bakstenen hekpijlers met natuurstenen vaasbekroning. Aan oostzijde, eenlagig vlak afgedekt poortgebouw met rechthoekige poort onder verdiepte korfboognis tussen pilastervormige rechtstanden op natuurstenen sokkels; twee ovale bovenlichten voorzien van decoratieve ijzeren hekjes.
In de oorspronkelijke tuin resteren nog enkele opmerkelijke parkbomen, onder meer twee zeldzame exemplaren van Japanse notenboom (Ginkgo biloba), enkele zuilvormige zomereiken en meerdere bruine beuken. Een aantal van deze parkbomen staan evenwel in de actuele tuinpercelen van de recentere tweewoonst. (Geen toelating tot interieurbezoek)
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Laatclassicistisch herenhuis met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86568 (geraadpleegd op ).