erfgoedobject

Goed te Karels

bouwkundig / landschappelijk element
ID
86579
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86579

Juridische gevolgen

Beschrijving

"Goed te Karels", historische, voorheen omwalde hoeve toegankelijk via lange rechte erftoegang afgezoomd door jonge bomen, met op de noordelijke hoek Sint-Apolloniakapel.

Historiek

De oorsprong en benaming van de hoeve gaat terug de middeleeuwen, als leengoed onder de heerlijkheid "Tielt-ten-Hove" of "Gruuthuse", opgericht in de 14de eeuw en via de ammanie van Tielt afhankelijk van het grafelijk kasteel van Kortrijk. Dit achterleen is eertijds gekend als "De Oude Moorter" (drassige grond), later deels "te Baers" (23 bunder) en "Meersbroek" (11 bunder). In 1396 bezit Jan Kaerlin "'t Goed te Baers".

Oudste vermelding van de hoeve én de dreef in enkele renteboeken van Gruuthuse: "[...] ligghende voor de dreve te chaerlins [...]" (1443) en "[...] ligghende byden goede te Caerlins [...]". In 1458 is Jan Scillebeke eigenaar van "tgoed te Sbaers ende es nu ghenaemt tGoed te Karels". Deze benaming verwijst wellicht naar de "careel-" of kalkoven die eertijds in de buurt gelegen is.

Eertijds gelegen in de "cerc van 't Gentsche land", gelegen in de "Haaghoek", een van de prekadastrale indelingen in Tielt-buiten volgens het landboek van 1645. In 1651 behoort het goed toe aan Mijnheer van Grenoval, baron van Hekelsbeke. Op de Ferrariskaart (1770-1778) wordt de historische site met vierkante omwalling en vijf losstaande volumes weergegeven. In 1801 wordt de hoeve beschreven als "Eene schoone behuysde en bescheurde Hofstede [...] van ouds genaemd het groot Goed te Carels, digte voor den Poelberg-Molen, staende langs den dorpweg van Thielt naer Denterghem [...]", met de bijkomende vermelding van een "Kleyn Goed te Carels".
Het primitief kadasterplan (ca. 1830) toont een woonhuis met aanpalende stal, de evenwijdige schuurvleugel ten zuiden ervan en enkele losstaande bijgebouwtjes op het erf; de omwalling omheen de site is gedempt. De toenmalige eigenaar ridder Carolus Vantieghem Détenberg uit Brugge laat volgens kadaster in 1847 een nieuw woonhuis optrekken ten oosten van het erf met een klein bijgebouwtje ten noorden ervan. Het oud woonhuis wordt geïntegreerd in het bestaande stalgebouw.

In 1867 meldt de "Gazette van Thielt" dat weduwe Vandenhecke-Soenens, die de hoeve het jaar ervoor geërfd heeft, de "alomvermaerde eik van 4,50 m dikte" op het erf verkoopt, waardoor een baken in het landschap nabij de Poelbergmolen verdwijnt. In 1882 wordt centraal op het erf een nieuwe stal opgetrokken in plaats van de bestaande die wordt afgebroken; het woonhuis krijgt een oostelijke uitbouw en in de noordoostelijke hoek worden twee kleine bijgebouwtjes opgetrokken. Naderhand wordt nog een bedrijfsgebouw opgetrokken in de noordoostelijke hoek en krijgt de stal een noordelijke aanbouw.

In het begin van de jaren 2000 wordt het woonhuis gerenoveerd. Heden worden stal en schuur benut als resp. tentoonstellingsruimte en atelier van eigenaar-kunstenaar Geoffroy de Montpellier; tevens zijn enkele sculpturen verspreid over het erf opgesteld.

Beschrijving

Imposante historische hoevegebouwen in U-vorm omheen het grotendeels onverharde erf met grasperken. Toegang gemarkeerd door ijzeren hek tussen betonnen pijlers. Restant van omgrachting of poel aan zuidwestzijde.

Losstaande verankerde bakstenen hoevegebouwen met gepekte plint onder pannen zadeldaken; vlechtingen in zijpuntgevels. Ten oosten van het erf, eenlagig woonhuis (1847) van zes traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op erftoegang; nieuwe pannen), naar verluidt oorspronkelijk met klokkentorentje. Vernieuwde natuurstenen onderdorpels. Rechthoekige muuropeningen onder strek waarin vernieuwd houtwerk naar oorspronkelijk model (T-ramen; grote roedeverdeling). Deur met rechthoekig bovenlicht. Haakse eenlaagse uitbouw (1882) met gewijzigde muuropeningen aan oostzijde. Vernieuwde binnenindeling en -afwerking. Betegeld stoepje aan erfzijde.

Ten noorden van het erf, stalvleugel onder zadeldak (nok loodrecht op woonhuis; zwarte Vlaamse pannen), gedateerd in westzijgevel "1882" (gevelsteen). Aan erfzijde open aanbouw met golfplaten bedaking op bakstenen pijlers; aan noord- en oostzijde recente lagere uitbouwen met nieuwe schuifpoorten. Segmentbogige muuropeningen; nieuwe houten deurtjes en luiken. Zijpuntgevels voorzien van uilengaten in top, blind aan westzijde, en laaddeurtjes onder druiplijstje. Witgepleisterde binnenafwerking onder bakstenen troggewelfjes; twee tegenover elkaar gelegen muurnisjes met bewaard Onze-Lieve-Vrouwebeeldje met Kind (verdwenen hoofd). Heden ingericht als expositieruimte.

Ten zuiden van het erf, parallel imposant schuurvolume als oudste gebouw van de site, minimaal opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw, doch mogelijk ouder. Dwarsschuur met geïntegreerd wagenhuis onder overkragend zadeldak op houten schoorwerk (nok loodrecht op woonhuis; Vlaamse en mechanische pannen). Schuurgedeelte opengewerkt door talrijke luchtspleten (enkele gedicht); dubbele korfboogdoorrit, onder meer poort met klinket, en kleinere rechthoekige poort onder latei. Beplankt en rood geschilderd wagenhuis gedeelte aan oostzijde. Laaddeurtjes in zijgevels. Schaar- en nokgebinte. Heden in gebruik als atelier.

Ten zuidwesten van het erf, begroeide half ondergrondse bakstenen aardappelkelder met rondboogingang, afgesloten door traliehek.
Ten zuidoosten van het erf, kleine, deels begroeide rotskapel met nis waarin beeld van Onze-Lieve-Vrouw.

  • Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg - Monumenten en Landschappen, Landschapsatlas, 2001, OC GIS-Vlaanderen.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Tielt, Afdeling 2, 1847/25, 1882/55.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel VII, Brugge, 1927, kolom 238.
  • DE GRYSE P., Tielt graag gezien, Aarsele-Kanegem-Schuiferskapelle-Tielt, Tielt, 2003, nr. 149.
  • HOLLEVOET F., Tielt feodaal, in De Roede van Tielt, jg. 33, nr. 3, 2002, p. 95-96, 113.
  • Tieltsche Mengelingen, getrokken uit de Archiven der Stad, Roede en Vierschare, Tielt, 1878, p. 108-110.

Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Goed te Karels [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86579 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.