Laatclassicistisch woonhuis, minimaal opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw, zie hoofdvolume weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1830), doch vermoedelijk ouder zie bebouwing reeds weergegeven op het stadsplan van Philip Jan Lemaieur van 1786. In 1895 laat eigenaar-geneesheer Ferdinand Vande Walle achteraan zijn woning bijgebouwen (onder meer schuur met hooizolder) optrekken, in de loop van de 20ste eeuw uitgebreid en samengevoegd tot één grote haakse achterbouw aan de noordzijde. Tevens wordt een deel van de tuin afgesplitst. Klein steegje aan de noordzijde, oorspronkelijk als zijtoegang voor de patiënten.

Half vrijstaand breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; Vlaamse pannen). Beraapte lijstgevel op hoge natuurstenen plint. Nieuwe gootlijst. Horizontale gevelgeleding door doorlopende cordonlijsten. Natuurstenen onderdorpels, doorlopend op begane grond. Getoogde muuropeningen in geschilderde vlakke (beneden-) en geriemde (bovenverdieping) omlijsting. Borstwering onder tweede bouwlaag per travee voorzien van licht verdiepte rechthoekige panelen met geprofileerde band in stuc. Rolluikkasten vervangen de oorspronkelijke luiken van de vensters op de begane grond. Links, laag rechthoekig keldervenster.