Hoekpand met haaks bijgebouw langsheen de Felix D'hoopstraat, opklimmend tot minimaal de tweede helft van de 18de eeuw, zie volumes reeds weergegeven op het stadsplan van Philip Jan Lemaieur van 1786 en op het primitief kadasterplan (circa 1830). Eertijds gelegen aan de zuidzijde van de Hoogstraat, op de "Kleine Hulst" of het terrein aan het kruispunt met de huidige Adolf Loosveldtstraat, Beneluxlaan en Europalaan, later in de volksmond "Den Bek", waar middenin een plas of het "Roode Vijverken" gelegen is. Dit vijvertje verdwijnt bij de aanleg van de kasseiweg Tielt-Deinze, dit is de huidige Felix D'hoopstraat (oostdeel) met in het verlengde de Deinsesteenweg, in 1771-1772.

Het woonhuis wordt in 1938 verbouwd in historiserende stijl naar verluidt door architect Charles Hoge (Gent), waarbij de muren worden opgetrokken en muuropeningen, gevelbekleding en bedaking worden vernieuwd. Tevens wordt een losstaand bijgebouw aan de zuidwestzijde van de tuin afgebroken.

Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; zwart geglazuurde mechanische pannen). Lijstgevel met bekleding van rode siersteen op natuurstenen plint. Horizontaliserende geleding door doorlopende witgeschilderde kordonlijsten. Centrale venstertraveeën op bovenverdieping voorzien van balkon op vlakke consoles met gestileerde witgeschilderde ijzeren balkonleuning; centraal deurvenster. Rechthoekige muuropeningen in geriemde omlijsting. Klassieke vormentaal voor omlijsting van venster (begane grond) en pilasters op muurpenanten (bovenverdieping) van zijgevel. Idem voor centrale toegang gevat tussen brede pilasters met Ionisch kapiteel en hoofdgestel bekroond door driehoekig fronton. Gelede rondboogingang met vlakke sluitsteen; rechthoekige deur met rondbogig bovenlicht waarin glas in lood met straalsgewijze verdeling. Drie natuurstenen treden. Bepleisterde top van zijpuntgevel met zonnewijzer.

Haakse achterbouw langsheen de Felix D'hoopstraat. Verankerde éénlagige baksteenbouw onder zadeldak (Vlaamse pannen), in het interbellum opgetrokken tot twee bouwlagen tegen het woonhuis aan. Nieuwe muuropeningen onder betonnen latei; sporen van vroegere (onder meer rondboog-) openingen; nieuwe poort.

Interieur (deels bezocht) grotendeels heraangekleed eind jaren 1930 - begin jaren 1940. Centrale traphal met houten bordestrap met vlakke geajoureerde balusters. Rechts aan de straatzijde, salon met bewaarde oudere aankleding, onder meer witmarmeren schouw en stucplafond.