"Park House" of "Parkhotel", dieper gelegen herenhuis in traditionele stijl, gebouwd als private woning in 1905 en in de jaren 1920 ingericht als drukkerij-uitgeverij van "de Gazette van Thielt"; van 1961-1965 ingericht als hotel-restaurant.

Historiek

Volgens kadaster wordt in 1905 op een grote kavel aan de noordzijde van het Hulstplein een huis met serre en haaks bijgebouw aan de oostzijde opgetrokken in opdracht van Prudence Vande Putte, weduwe van Hendrik De Beir, die eertijds een stoomzeepziederij in de omgeving uitbaat. De architect is niet gekend. De woning wordt een tijd verhuurd aan de Ieperse ere-notaris Camille Vandermeersch.

In 1922 koopt ijzerhandelaar Joseph De Fuster, tevens betrokken bij de aanleg van de velodroom nabij de Stokerijstraat, het "voornaam woonhuis met stagie verdere gebouwen en afhangens, erf en tuin" en brengt er de nieuwe drukkerij-uitgeverij van de "Gazette van Thielt" onder in een groot bijgebouw. Deze is ervoor gevestigd in de Ieperstraat en eigendom van drukker Joannes Minnaert, de broer van zijn schoonmoeder.
De drukkerij wordt stopgezet na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en het overlijden van De Fuster.

Van 1951 tot 1960 wordt er een dokterspraktijk gevestigd. Het kadaster registreert in 1952 twee nieuwe bijgebouwen, onder meer op de plaats van de serre aan de achterzijde van de woning. In 1957 gebeurt een uitbreiding waardoor het huis met het bijgebouw verbonden wordt.

In 1960 aangekocht door Luc Plettinck, schoonzoon van De Fuster, die het huis laat wit schilderen, nieuwe vensters laat aanbrengen en het poortgebouw aan de westzijde en de annex aan de oostzijde laat optrekken. Op vraag van J. Seynaeve, de toenmalige eigenaar van het bedrijf Seyntex, om logies te bieden aan enkele Duitse ingenieurs die er werkzaam zijn, richt hij in de periode 1961-1965 een aantal kamers in; op dat ogenblik is het pand gekend als "Parkhotel" met restaurant, het enige hotel in Tielt. Na 1965 enkel nog benut voor feesten en vergaderingen. In 1966 wordt een bijgebouwtje aan de noordwestzijde van het perceel opgetrokken.
Sinds 1990 private woning.

Beschrijving

Diepergelegen herenhuis met voortuin, voorheen voorzien van diverse aanplantingen; heden met verharde oprijlaan en lage witgeschilderde bakstenen toegangspijlers. Oorspronkelijk geel geschilderde, heden witgeschilderde baksteenbouw van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien). Typerende kenmerken van traditionele bouwstijl: lijstgevel afgelijnd door geprofileerde kroonlijst met twee rechtervenstertraveeën oplopend in getrapte puntgevel met drielicht en spitsbekroning; dakvenster met trapgevel (drie treden) en metalen bekroning. Doorlopende lekdrempels boven plint en begane grond. Rechthoekige muuropeningen onder ijzeren I-profiel met rozetbouten waarboven blind korfboogveld met diamantkopsluitsteen. In de jaren 1960 aangebracht nieuw schrijnwerk van tweedelige vensters met kleine roedeverdeling. Bovenverdieping gemarkeerd door balkon op consoles met gestileerde ijzeren leuning; beglaasde balkondeur met sierluiken. Inkom met deels beglaasde en van kleinhouten verdeling voorziene vleugeldeur; korfbogig bovenlicht met waaiervormige indeling.

Aanbouwen in aansluitende historiserende bouwstijl van korf- en rondboogpoorten (blind aan oostzijde) met onder meer gekanteelde kroonlijst; aan oostzijde als "schermgevel", haaks op de straat ingeplant.