Imposant burgerhuis met gevel in art-decostijl, gesigneerd en gedateerd "CH. HOGE/ BOUWKUNDIGE/ GENT/ 1926". In dat jaar laat handelaar Alberic Verbeke aanpassingswerken uitvoeren aan een reeds bestaande woning die hij in 1913 koopt van onderzoeksrechter Octaaf Verbeke uit Brugge, samen met een bijhorende rosmolen langs de straat die in dat jaar verbouwd wordt tot bijgebouw. In 1924 laat hij aan de zuidzijde van de woning reeds een magazijn met werkplaatsen en toonzaal voor landbouw- en grasmachines optrekken (zie nummers 10A-10B). In 1952 laat de toenmalige eigenaar Raymond Verbeke de woning verbouwen met behoud van de art-decogevel. Heden is er een kinesitherapiepraktijk met woonst in gevestigd.

Breedhuis met verspringende rooilijn, ongelijke travee-indeling en drie bouwlagen onder pannen zadeldak (nok evenwijdig met straat). Bepleisterde lijstgevel met imitatiebanden op begane grond en sierbepleistering van onder meer gereepte friezen, gecanneleerde pilasters, platte Ionische kapitelen en panelen. Aflijnende breed overkragende houten kroonlijst op platte consoles. Het oorspronkelijk bouwplan (1925) toont nog een bekronende balusterleuning met tot boven de kroonlijst doorgetrokken pilasters en vaasbekroningen. Gebruik van natuursteen voor sokkelvormende plint en geprofileerde lekdrempels, doorlopend boven begane grond. Terugwijkende inkom- en linkervenstertravee met driezijdige erker in tweede bouwlaag bekroond door fraaie gestileerde ijzeren balkonleuning in art-decostijl; rechthoekige balkondeur tussen twee vensterramen. Gelijkaardige leuning in venster van derde bouwlaag. Rechthoekige muuropeningen, onder meer drieledig in brede venstertraveeën. Schuiframen, op het bouwplan voorzien van geometrische roedeverdeling in de bovenlichten. Beglaasde deur voorzien van fraai gestileerd hekwerk. Brede natuurstenen trap (twee treden).

Interieuraankleding grotendeels daterend van de verbouwing uit de jaren 1950. Traphal met wit-zwarte tegelvloer en houten bordestrap met pijlervormige gesculpteerde trappalen met dito vaasbekroningen; hoektrappijlers waartussen balusterleuning. Leefruimte aan tuinzijde met onder meer stucplafond met vakverdeling tussen balken, witgeschilderde schouw met colonetten en gesculpteerde haardbalk. Verzorgd houtwerk van onder meer binnendeuren, omlijstingen, inbouw- en radiatorkasten. Bakstenen achtergevel voorzien van vensters met glas-in-loodramen.