Neoclassicistisch herenhuis daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw als woonhuis van de verffabrikant Arthur Robberecht-Laleman, met achterliggende bijgebouwen van de groothandel en de loodwitfabriek. Volgens kadaster laat Constant Robberecht in 1881 zowel het woonhuis als de achterliggende fabriek uitbreiden. In 1903 wordt een bijgebouw afgebroken en de fabriek nogmaals vergroot en door middel van een tussenbouw verbonden met het woonhuis.

In de tweede helft van de 20ste eeuw wordt de straatgevel aangepast met onder meer een nieuw sierstenen parement en nieuwe vensters. Het woonhuis wordt lange tijd in gebruik genomen door het Arrondissementeel Promotiecomité Tielt (ATP) met de achterliggende bijgebouwen als opslagruimte voor de stadsdiensten. Heden privé-woonst. Half vrijstaand breedhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; zwartgeglazuurde mechanische pannen). Geprofileerde houten kroonlijst. Voorheen gepleisterde lijstgevel, heden voorzien van parement met rode siersteen en gebruik van natuursteen voor hoge plint, onderdorpels, doorlopend in tweede bouwlaag, smalle vensteromlijstingen en deuromlijsting onder rechte geprofileerde kroonlijst. Brede linkervenstertravee in doorgetrokken spaarveld; blinde panelen boven de muuropeningen. Nieuw houtwerk van vier- of zesdelige vensters. Verdwenen luiken op begane grond. Deur met gelijkaardige verdeling in bovenlicht. Lage keldermonden met roosters.
Gecementeerde zuidzijgevel met schijnvoegen, decoratieve getrapte fries op pilastervormige hoekpenanten en rondboogopeningen.
Aan zuidzijde, eenlagig gebouwtje met toegang naar achterliggende gebouwen.