erfgoedobject

Hoeve Groot Tomme

bouwkundig element
ID
86831
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86831

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Groot Tomme
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Groot Tomme
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Historiek

De voorheen omwalde hoeve gaat naar verluidt terug op een middeleeuws schaapgoed met dreef, in bezit van de heren van "Tomme".
De heerlijkheid "Tomme" wordt voor het eerst vermeld in 1365 en situeert zich in het noordoostelijk deel van Tielt-buiten en op het grondgebied van Schuiferskapelle, Kanegem en Ruiselede. De heerlijkheid bezit o.m. hoge, middelbare en lagere justitie, jachtrente, een schepenbank van zeven schepenen, verscheidene heerlijke renten, het recht van 'doodkoop' en tal van achterlenen. Het vormt tevens een enclave samen met de lenen "Haeghe", "Callesteert" en het "Roosebeekse". Behalve deze grote hoeve bezitten de heren tevens een gelijknamige kouter, bos en een graanwindmolen op het domein van de tweede hoeve, "Klein Tomme" (zie nummer 10).

Wouter van Poeke wordt in de 14de eeuw heer van Tomme. De machtige heren van Poeke blijven elkaar van vader op zoon opvolgen tot Jan III van Poeke in 1563 sterft. Door erfenis is François Gabriel de Jauche-Mastaing eigenaar tot zijn overlijden in 1577. Erna verheft Charles van Bourgogne het leen in 1601 waardoor het burggenootschap in handen komt van de familie Wakken-de Bourgogne tot 1707. Vermoedelijk door erfenismoeilijkheden komt het leen opnieuw in handen van de graaf van Vlaanderen, waarvan de Gentse priester Emmanuel-Carolus Maelcamp het koopt en schenkt aan zijn broer Charles-Aloïsius Maelcamp. Het "goed ten Tomme" wordt voor het eerst vermeld in 1439. In het eerste landboek van Tielt-buiten van 1645 maakt men melding van de "Tommedreve" en de "Tommemolen", een graanwindmolen met rosmolen die in de loop van de 20ste eeuw wordt afgebroken; tevens gelijknamige wijk en "cerc".

In het leenboek van Kortrijk van 1649 beschrijft men de hoeve als een "behuijst pachtgoet". Sinds 1643 wordt de hoeve bewoond door de gekende familie Loontjens, met als eerste Jan Loontjens, schepen der heerlijkheid van Tomme gehuwd met Joanna Van Crombrugge. Na de dood van zijn kleinzoon Guilielmus in 1764 wordt het hof verpacht aan enkele afstammelingen. De Ferrariskaart (1770-1778) vermeldt het "Thomme Goet" en geeft bebouwing weer aan de noord-, oost- en westzijde van het erf, met restant van walgracht ten zuidoosten.

In 1827 wordt een wagenhuis aan de oostzijde van het erf gebouwd (zie datering jaartalsteen). Het primitief kadasterplan (circa 1830) toont aaneengesloten bebouwing aan de noordzijde van het erf, het woonhuis met achterliggend bijgebouw aan de zuidzijde en een klein bijgebouw aan de oostzijde; ten zuidoosten ligt de resterende walgracht.

In het begin van de 19de eeuw wordt de hoeve bewoond door de aangetrouwde familie Van Wambeke. Het kadaster registreert circa 1830 Deseridius Maelcamp uit Doornik als eigenaar van zowel "Groot Tomme" als "Klein Tomme". Via verdeling komt het goed in de tweede helft van de 19de eeuw in handen van de Doornikse familie Errembault-du Maisnil die eigenaar blijft tot in de 20ste eeuw, dan met vestiging in Etterbeek.

In de tweede helft van de 19de eeuw worden nieuwe bijgebouwen opgetrokken, onder meer een nieuw bakhuis na sloop van het bestaande (1869), een schuur aan de noordwestzijde (1882) en een kleine stal ten westen van het woonhuis (1887).

Circa 1902 wordt een lid van de familie Loontjens opnieuw pachter, met name Urbain Loontjens.

Beschrijving

Grote hoeve toegankelijk via rechte erfoprit. Onverhard erf met half gesloten opstelling van de bijgebouwen aan de noordzijde en losstaand woonhuis aan zuidzijde, de oudste hoevegebouwen die wellicht teruggaan tot de 17de eeuw. Restant van gracht aan zuidoostzijde; mestvaalt op het erf. Verankerde bakstenen bestanddelen onder zadeldaken (Vlaamse pannen).

Ten zuiden van het erf, eenlagig woonhuis van acht traveeën met witgekalkte erfgevel en gepekte plint; zadeldak (nok loodrecht op straat) voorzien van dakruitertje met klokje. Licht getoogde muuropeningen waarin nieuw houtwerk; nieuwe luiken met ijzeren klemmen. Zwartbakstenen deuromlijsting met pilastervomige rechtstanden en entablement. Nieuwe deur met bovenlicht. Naar verluidt in het interieur bewaarde 17de-eeuwse haarden en balkenzoldering. Lage aanbouw aan westzijde onder lessenaarsdak met poort. IJzeren hek tussen aanbouw en het in 1887 opgetrokken haaks stalgebouw; laatst genoemde met metalen schuifpoort waarboven getoogd laadluik; staldeurtjes in zijgevel.

Ten noorden van het erf, half gesloten opstelling van stalgebouwen: oostelijke stal onder golfplaten bedaking met tweedelige deurtjes, kleine stalvensters en rechthoekige poort; westelijke stal met onder meer laadvenster onder zadeldakje met houten luik; bewaarde bakstenen troggewelven, bakstenen slieten en natuurstenen voederbakken. Aan oost- en westzijde, half afgebroken bijgebouwen, onder meer voormalige dubbele dwarsschuur met gedichte korfboogopeningen, heden in gebruik als stal.

Ten noordwesten, in 1882 opgetrokken dwarsschuur met asemgaten en centrale korfboogpoort tussen lagere doorritten onder ijzeren I-profielen. Recentere lage aanbouw aan zuidzijde.

Aan oostzijde van het erf, wagenhuis onder zadeldak (mechanische pannen), gedateerd "1827" in top van erfzijgevel. Nieuwe poorten onder doorlopend ijzeren I-profiel waarboven laadluik. Uilengat in noordzijgevel.

Recente loods aan noordoostzijde.

  • Kadasterachief West-Vlaanderen, Mutatieschetsen Tielt (207), afdeling II, 1882/38, 1887/3.
  • Kadasterachief West-Vlaanderen, Kadastrale legger Tielt (212), afdeling II, artikels 420, 1095, 3426.
  • DE FLOU K. 1934: Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel XV, Brugge, kolom 957-962.
  • DE POORTER F. 1972: De familie Loontjens en "Groot Tomme", De Roede van Tielt 3.2, 3-23.
  • HOLLEVOET F. 2002: Tielt feodaal, De Roede van Tielt 33.3, 96-98, 101, 108.
  • STEEGHERS W. 1972: Het schaapgoed "Groot-Tomme" te Tielt en de familie Loontjens, in: Vriendenboek Dr. Jozef Weyns, s.l., 59-61.

Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De site werd grondig gerenoveerd. De daken werden onder meer vernieuwd, met aangepaste schoorstenen. Ook muuropeningen en het schrijnwerk werden aangepast. Het dakruitertje boven de woning is verdwenen. De reeds half afgebroken bijgebouwen en recentere aanbouwen/gebouwen werden gesloopt.

  • Informatie meegedeeld door Stad Tielt (22 augustus 2022).
  • Google Maps, Streetview, Rijkegemkouterstraat 7, Tielt [online] (geraadpleegd op 14 september 2022). 
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Hoeve Klein Tomme

  • Is deel van
    Rijkegemkouterstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Groot Tomme [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86831 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.