De pastorie van de Sint-Pieters-Bandenparochie werd gebouwd in 1752, het interieur werd in de 19de eeuw aangepast in empirestijl. Rond de pastorie ligt een tuin met vijver.
Historiek
De parochie behoorde oorspronkelijk tot het patronaatsrecht van de Sint-Pietersabdij te Honnecourt. In 1752 werd een nieuwe pastorie opgetrokken. Daartoe werden 1400 gulden geleend. Anno 1834 bestaat ze uit een 'presbytaire' en een boomgaard. De pastorie dateert uit het midden van de 18de eeuw en werd intern aan het begin van de 19de en 20ste eeuw aangepast zonder echter de indeling te wijzigen.
Beschrijving
De pastorie heeft een ruime, beboomde voor- en achtertuin met hoog hek aan de straatzijde. Het is een dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. De voorgevel is een beraapte lijstgevel op een arduinen plint. De voordeur is voorzien van een arduinen omlijsting en tussendorpel. De steekboogvensters steunen op een arduinen onderdorpel en zijn voorzien van een vlakke gecementeerde omlijsting. Een bepleisterde daklijst bekroont de gevel. De linker zijgevel heeft vlechtingen terwijl aan de rechterkant een bijgebouw van één travee en één bouwlaag onder een zadeldak opgetrokken werd. Tegen de achtergevel werd een klein bijgebouw geplaatst van één bouwlaag onder een plat dak.
Het interieur behield zijn oorspronkelijke indeling. In tegenstelling tot de traditie is er geen achterdeur daar de empiretrap de gang aan de tuinzijde afsluit. De draaitrap wordt gekenmerkt door een fraaie trappaal. Een gecanneleerde zuil steunt een wierrookvat. De handgreep van de leuning slingert zich rond de trappaal en loopt uit op een slangenkop terwijl de balusters uitgewerkt zijn in de vorm van een lotus en zo het Egyptische component van de empire tonen. Het binnenschrijnwerk op de benedenverdieping werd ook in empirestijl aangepast in het eerste kwart van de 19de eeuw. In het 18de-eeuwse bijgebouw situeert zich de keuken en de zijuitgang. De indeling wordt herhaald op de verdieping.
De salons herbergen allen prachtig authentiek stucwerk op plafonds en schouwen. De schouwmantels zelf zijn 19de-eeuws. Opvallend zijn de fraaie tapijttegelvloeren in de gang en het rechter salon aan de straatzijde. Het rechter salon aan de tuinzijde behield zijn oude rode tegelvloer. Op de bovenverdieping zijn twee kamers voorzien van rijk stucwerk van eenzelfde kwaliteit als beneden. De kamer langs de tuinzijde heeft bovendien een rijker uitgewerkte haard met houten schoorsteenmantel uit de 19de eeuw. Het gaat hier zonder twijfel over twee kamers voorbehouden aan de bisschop.
In de keuken bevindt zich nog een originele ingemaakte 18de-eeuwse kast. De kelder bestaat uit verschillende naast elkaar liggende ruimtes en werd overwelfd met kruisgewelven wat uitzonderlijk is daar er normaal gewerkt werd met tongewelven. De zolder behield zijn oude constructie bestaande uit getelmerkte gebinten. Ook de 18de-eeuwse toegangsdeur tot de zolder bleef behouden. Op zolder werden vermoedelijk in de 19de eeuw twee bediendekamers ingericht.
De tuin herbergt nog enige verwijzingen naar de 18de-eeuwse formele aanleg. De verbindingsas tussen poortje in de kerkhofmuur en de voordeur van de pastorie is nog duidelijk aanwezig. Een uit de kluiten gewassen buxus flankeerde oorspronkelijk het pastoorspad. Links achteraan in de tuin bevinden zich tot slot een vijver en een prieel.
Rechts van het hoofdvolume staat nog een schaapstal met bakoven. Het gebouw telt vijf traveeën en één bouwlaag. Het is dankzij muurankers gedateerd 1817.
- Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO02213, Pastorieën arrondissement Aalst (MERTENS J., 2003).