is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Cultureel Centrum Gildhof
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Cultureel Centrum Gildhof
Deze vaststelling was geldig van tot
Cultureel Centrum "Gildhof", gebouwd in 1905 naar ontwerp van architect Henri Vanden Broucke.
Bouwheer van het Gildhof is baron Adile-Jacques Mulle de Terschueren (Tielt, 1857 - Brussel, 1932), doctor in de rechten, advocaat aan het Hof van Beroep in Brussel en actief in de nationale en plaatselijke politiek. Hij behoort tot de conservatief katholieke familie Mulle de Terschueren en is de kleinzoon van Emile-Pierre die het huis "Mulle de Terschueren" laat optrekken (zie Ieperstraat nummers 44-48) waar hij in resideert.
Volgens zijn paternalistische opvattingen kunnen de katholieke verenigingen en gilden of beroepscorporaties best afgeschermd worden van het socialistische en christelijk-syndicalistische ideeëngoed.
Daartoe koopt hij in 1903 aan de noordoostzijde van de Sint-Michielstraat een domein van vierentwintig are net ten zuiden van de "Stedemolen" (zie Stedemolenstraat), waarop hij door architect Henri Vanden Broucke (Tielt, 1876 - Lokeren, 1926) in 1905 het prestigieuze Gildhof laat optrekken.
Het polyvalente complex wordt op 10 september 1905 plechtig ingewijd onder de leuze "Voor God en Volk" door de Brugse bisschop G.-J. Waffelaert in aanwezigheid van vele prominenten. Met deze katholieke sociale instelling beoogt Mulle de Terschueren de gilden in ere te herstellen en zo de klerikale invloed te waarborgen.
In het nieuw gebouwde complex bevinden zich onder meer een grote zaal, café, toneelzaal, washuis, toiletten, rolbaan, kolen- en bierkelder. Na de opening wordt het Gildhof jarenlang intens gebruikt voor tentoonstellingen, voordrachten, toneelvoorstellingen en concerten.
Een plan uit 1913 toont een ontwerp van architect Jules Carette (Kortrijk) voor de bouw van een "bolletrog" en bolzaal, vermoedelijk in de tuin.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog doet het gebouw dienst als Duits militair hospitaal of "Lazaret". Tevens kunnen de soldaten er films bekijken, net als in de lokalen van het "Vijverhof" (zie Kortrijkstraat nummers 66-68) en in de zaal "Oud Thielt". Na een Engels bombardement in 1918 wordt de zuidelijke vleugel, die omgebouwd is tot ziekenzaal, zwaar beschadigd. Deze dient volledig heropgebouwd te worden.
In 1921 ontstaat er een breuk met de eigenaar wegens de onafhankelijkheidsdrang van de leden van de gildenbeweging waar het syndicalisme de kop opsteekt. In 1922 ontzegt hij hen het gebruik van het gebouw waarna een "Kristen Volkshuis" wordt geopend op de hoek van de Kortrijkstraat en de Oude Stationstraat.
Het gebouw doet daarna nog vooral dienst als schouwburg en vergaderzaal voor culturele activiteiten.
In 1932 wordt de "v.z.w. Het Gildhof" opgericht door de vicaris-generaal Van der Mersch, deken Van den Berghe, pastoor Nauwynck van de Onze-Lieve-Vrouweparochie en de nijveraars Waelkens en Loontjes, waarna Adile-Jacques Mulle de Terschueren en zijn kinderen het Gildhof aan hen overdragen.
Tijdens moderniseringswerken aan de Sint-Godelieveschool in de jaren 1930 worden de klassen hier voorlopig gehuisvest.
In 1935 wordt de Davidsfondsbibliotheek tijdelijk in de benedenverdieping van het gebouw ondergebracht, tot in 1939 de lokalen opgeëist worden als opslagplaats voor de militaire schoenfabriek en als ledermagazijn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog richt de Duitse bezetter het Gildhof in als gevangenis en ravitailleringscentrum.
Van 1947 tot 1961 vindt de bibliotheek hier opnieuw onderdak tot de verhuis naar de Lakenmarkt. Tevens is er de drukkerij van de in 1944 opgerichte krant "De Zondag" gevestigd tot in de jaren 1960 (zie Tramstraat nummer 7); in de kelder is er een weverij ingericht.
In 1955 wordt het Gildhof aangekocht door de stad voor het huisvesten van openbare diensten, onder meer de civiele bescherming en het brandweerarsenaal.
Van de kelder maakt de studentenvereniging "De Reynaertsgilde" vanaf 1959 de toneelzaal "Het Vossenhol", sinds 1967 gekend als het keldertheater "Malpertuis", later overgebracht naar de Stationstraat (zie Stationstraat nummer 25).
In 1964 registreert het kadaster de bouw van een elektriciteitscabine in de noordwestelijke hoek van het achterliggend terrein.
In 1973 wordt een nieuwe vleugel voor het arsenaal aan de westzijde opgetrokken.
In 1980 volgt de omvorming en opening als Cultureel Centrum met stadsschouwburg, waarbij een uitbreiding en een binnenrestauratie gebeurt onder leiding van architect R. Vandewiele.
In 2005-2006 restaureert en reinigt men de straatgevel.
Exterieur
Gebouw in neo-Vlaamse renaissancestijl met regionalistische inslag van negen traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; leien). Brede schoorsteenvolumes.
Bakstenen gevels met gebruik van kalkzandsteen en hardsteen voor onder meer sokkelvormende onderbouw, imitatiebanden, druiplijsten, kruiskozijnen, dekstenen en gevelornamentiek. IJzeren sierankers. Symmetrisch opgevatte voorgevel met vooruitspringend middenrisaliet en twee zijvleugels van vier traveeën opgaand in zijtrapgevels. Middenrisaliet doorbroken door grote korfboogopening die de verdiepte hoofdinkom overspant. Boven de boog, een fries met drie verdiepte panelen waarop centraal "GILDHOF" is geschilderd. Boven de vensterpartij drie verdiepte panelen in kalkzandsteen: links, het wapenschild van paus Pius X; centraal, kruis op stralen met banderol waarop "VOOR GOD EN VOLK" staat; rechts, wapenschild van België met op banderol "EENDRACHT MAAKT MACHT". Bekronende trapgevel (acht treden) met in korfboognis beeld van Sint-Michiel met het wapenschild van Tielt. Links en rechts onder het beeld, twee natuurstenen cartouches waarop "ANNO" en "1905". Overhoeks topstuk met bekronend leeuwenbeeld als schildhouder van het Vlaams wapen.
Zijrisalieten met telkens per travee grote korfboogopening op benedenverdieping en bovenvenster met trapgeveltje (drie treden) met overhoeks topstuk. Houtwerk met kleine roedeverdeling.
In de korfbogen van de benedenvensters zijn de namen en wapenschilden van zestien gilden aangebracht in bas-reliëfs met wapenschild: "WAGENMAKERS", "BROUWERS", "LANDBOUWERS", "HOVENIERS", "SCHOENMAKERS", "KLEERMAKERS", "SCHILDERS", "SMEDEN", "WEVERS", "SCHEERDERS", "TIMMERMANS", "METSERS", "KRUIDENIERS", "MEERSENIERS", "BAKKERS" en"BEENHOUWERS". In de korfboogvelden van de eerste verdieping zijn er cartouches met vermelding van acht deugden: "MATIGHEID", "RECHTVAARDIGHEID", "GODSDIENSTIGHEID", "SPAARZAAMHEID", "WERKZAAMHEID", "KLOEKMOEDIGHEID", "BROEDERLIJKHEID" en "VOORZIENIGHEID".
Sober uitgevoerde achtergevel. Recentere haakse vleugel aan noordwestzijde.
Interieur
Plan met centrale inkomhal die uitkomt op de schouwburgzaal met aan zuidzijde de grote foyer met achterliggende Vander Plaetsezaal en exporuimte. Op verdieping onder meer A. Lietaertzaal aan de straatzijde met achterliggende Leo D'Hulsterzaal en A. Deseynzaal; in noordelijke hoek de Hostezaal.
In het huidig interieur van het Gildhof is de oorspronkelijke constructie vermengd met recentere verbouwingen, toevoegingen en aankledingen. De talrijke op de muren geschilderde teksten zijn niet meer zichtbaar, onder meer cartouches met gezegden in de Leo D'Hulsterzaal, gedichten van Guido Gezelle in de grote theaterzaal (grote foyer), inscripties van Duitse gevangenen uit de Tweede Wereldoorlog op de zolderverdieping.
Inkomhal met bordestrap in pitch pine, gepolychromeerd wapenschild van de stad en op de muur geschilderde cartouche met opschrift naar aanleiding van de inhuldiging in 1905: "IN 'T JAAR ONS HEEREN MDCCCCV, DEN 10STEN DAG VAN/ SEPTEMBER, WERD TER EERE VAN GOD EN TEN BATE VAN/ HET THIELTSCHE VOLK DIT GILDHOF GEZEGEND EN/ INGEHVLDIGD, DOOR ZIJNE D.H. MG. G.J. WAFFELAERT, XXIISTEN/ BISSCHOP VAN BRVGGE. - IN TEGENWOORDIGHEID VAN/ VRIJHEER VAN DER BRVGGEN, MINISTER VAN LANDBOVW/ EN VOLKSVERTEGENWOORDIGER - WELEDELEN HEER MVLLE/ DE TERSCHVEREN, SENATOR - VRIJHEER CH. GILLÈS DE/ PELICHY VOLKSVERTEGENWOORDIGER - ZEER EERW. HEER TL. BVSSCHAERT, PASTOR DEKEN - HEER J. BOONE, BVRGEMEESTER/ HEER H. LOONTJENS BESTENDIG AFGEVEERDIGDE - HEEREN/ J. GILLÈS DE PELICHY EN A. MVLLE DE TERSCHVEREN,/ PROVINCIALE RAADSHEREN - EERW. HEER A. BOVTENS/, PROOST, EN HEER H. VAN DEN BROVCKE, BOVWKVNDIGE".
Overige bewaarde oorspronkelijke interieurelementen zijn onder meer de balkenroosteringen, onder meer ijzeren balken bedekt met pitch pine; de monumentale schouwen in de foyer en in de keuken, cartouches en schouw in de Leo D'Hulsterzaal, buste van geestelijke op console in de A. Lietaertzaal.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Herenhuis Mulle de Terschueren met park
Is deel van
Sint-Michielstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Cultureel Centrum Gildhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86877 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.