is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Onze-Lieve-Vrouwekerk
Deze vaststelling was geldig van tot
Gebouwd in 1936-1938 naar de plannen van architect Gerard Vande Weghe (Tielt).
Op het einde van de 18de is reeds het plan opgevat om in Tielt een tweede parochie te stichten. Landmeter Philip Jan Lemaieur tekent in 1786 op verzoek van baljuw, burgemeester en schepenen een plannetje van de nieuwe parochie begrensd door de Volderstraat, de Kortrijkstraat en het Stoktgebied, waarbij de kapel van het Minderbroedersklooster als tweede parochiekerk zou fungeren. Met de annexatie van onze streken bij Frankrijk raakt dit plan in de vergetelheid. Pas in 1913 komt de tweede parochie, de Onze-Lieve-Vrouweparochie, tot stand, die begrensd wordt door de Kortrijkstraat, de Poelberg, de Krommendijkbeek en de Marialoopbeek en reikt tot aan de grens met Pittem. In 1914 wordt aan de Oude Stationstraat een patronagezaal opgericht die meer dan dertig jaar als voorlopige kerk gebruikt wordt (zie Oude Stationstraat nummer 115). In 1935 schenkt grondbezitster Emilie Mulle de Terschueren aan de kerkfabriek een perceel weiland gelegen aan het kruispunt "de Knok", op de hoek met de Vredestraat. In 1936 koopt de kerkfabriek er nog een stuk grond bij zodat het perceel rechtlijnig is. In 1936-1938 wordt de Onze-Lieve-Vrouwekerk gebouwd naar ontwerp van architect Gerard Vande Weghe (Tielt) met monumentale gevelbeelden van de Tieltse beeldhouwer Maurice Vander Meeren. De kerk wordt ingewijd op 25 maart 1938 door Monseigneur Lamiroy.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, zowel bij de bezetting - waarbij pastoor R. Nauwynck het leven laat - als bij de bevrijding, loopt de kerk lichte schade op aan het dak en de toren. Van de drie weggevoerde klokken wordt er één onbeschadigd in Hamburg teruggevonden en teruggeplaatst; de twee andere klokken worden later vervangen. De kerk ondergaat geen noemenswaardige wijzigingen, met uitzondering van enkele onderhouds- en kleine aanpassingswerken aan daken, toren en interieur. In 1990 gaat evenwel de groene aanleg van het kerkplein verloren door omvorming tot parkeerterrein.
Georiënteerde kerk met verhard parkeerterrein aan de zuidzijde en enkele laag ommuurde grasperkjes met gesnoeide bomen; haag aan noordoostzijde.
Grondplan: driebeukige kerk met vierkante toren op zuidwestelijke hoek, schip van zes traveeën en breed uitgebouwde koorpartij met ondiepe rechte apsis. Aan noordoostzijde, sacristie; aan noordwestzijde, rechthoekige uitbouw met zeszijdige doopkapel. Sobere kerk in breuksteen (zandsteen van Montauban) onder zadeldaken met mechanische pannen.
Exterieur. Dominerende slanke hoge toren onder zadeldak met luchtspleten aan voor- en achterzijde in doorgetrokken spaarveld. Smalle galmgaten, aan voor- en achterzijde gekoppeld in spitsboognis. Westpuntgevel gedomineerd door grote expressionistische beelden in witsteen (Orvalsteen) van Maurice Vander Meeren: op onderste pijler van versneden steunberen, vier grote beelden van de evangelisten met bijbels dierensymbool naast het hoofd; in de top, spitsboognis waarin beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind. Natuurstenen trappenbordes voor drieledige spitsboogtoegang; erboven smalle lancetvensters.
Schip en koorgedeelte met verspringende nokhoogte. Zijgevels geritmeerd door steunberen, per travee telkens gekoppelde lancetvensters. Uitbouwen aan noordzijde voorzien van spitsboogtoegangen onder puntgevel. Aan noordoostzijde, sacristie met voorbouw onder lagere nok. Aan noordwestzijde, uitbouw met zeszijdige doopkapel onder spits met daktegels.
Interieur. Sobere afwerking in geelbruine baksteen. Opvallende verticaliserende ruimtewerking door spitstongewelf waarvan wijd uitlopende ribben doorlopen tot op de grond. Beuken gescheiden door hoge spitsbogige scheibogen op basis in natuursteen en bruingeglazuurde baksteen. Smalle zijbeuken onder kruisribgewelven. Hoge spitsboognis herhaald in koor. Overgang tussen hoofd- en zuidkoor door witstenen tribune op spitsboogarcade. Boven toegang, eenvoudig bakstenen doksaal met orgel. Doopkapel met sierlijk smeedijzeren hek. Eenvoudige rode tegelvloer.
Mobilair. Sober kerkmeubilair in art-decostijl gekenmerkt door duurzaam materiaalgebruik, voornamelijk daterend van 1937-1938. Hoofd- en zijaltaren, laatstgenoemde toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw (noord) en Sint-Jozef (zuid), zwart marmer en gedreven koper, naar ontwerp van Verbeke (Tielt). Communiebank met eucharistische symbolen, zwart marmer en brons, naar ontwerp van architect Gerard Vande Weghe. Afgeronde kansels (ambo) en wijwatervat, zwart marmer; doopvont, zwart marmer en brons; alle naar ontwerp van Verbeke. Paaskandelaar, marmer en koper. Biechtstoelen, hout.
Beeldhouwwerk. Hoofdkoor, monumentaal triomfkruis, hout, door Maurice Vander Meeren (gesigneerd). Boven de middenbeuk, twaalf apostelbeelden, witsteen, door Gustaaf Delafontaine (Menen). Zijbeuk, beeld van Heilige Theresia van Lisieux, door Maurice Vander Meeren (gesigneerd); beelden van onder meer Heilige Rita, Sint-Jozef met Kind, Christus, Onze-Lieve-Vrouw met Kind.
Figuratieve glasramen: voorstelling van heiligen, 1942, door César Vanhevele (Gent); in doopkapel met bijbelse taferelen, 1954, door de gebroeders Vande Weghe (Beernem); in voorgevel met voorstelling van engelen, 1953, door de Tieltse glazeniers Gerard Deseyn (ontwerp) en Gerard De Sander (uitvoering). Kruisweg, 1953, gedreven koper door G. Verdonck en zonen (Gent). Orgel, 1952, door Jozef Loncke en zonen (Diksmuide); hersteld in 1996 door J. Lapon.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
In de voorlopige kerk (1914) en in de nieuwe kerk (1938) behielp men zich voorlopig met een harmonium. Pas na de Tweede Wereldoorlog, in 1952, kon in de grote nieuwe kerk een orgel gebouwd worden, door Jos. & P. Loncke (Esen).
Is deel van
Stationstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86892 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.