Woonhuis opgetrokken in opdracht van de Maatschappij van Nationale Waterleidingen op de zuidwestzijde van het terrein waar de watertoren gebouwd is in 1956 (zie nummer 23). De bouw van zowel de watertoren als het woonhuis wordt door het kadaster pas in 1960 geregistreerd.

Half vrijstaand woonhuis met late inslag van cottagestijl zie onder meer dakenspel van haakse zadeldaken (mechanische pannen, daktegels), breed overkragende kroonlijst, overkragingen van centrale puntgevel en schoorsteenvolume (oostgevel). Gelijkaardig materiaalgebruik als de bekleding van de watertoren, zie hoge plint met ruw bekapte natuurstenen blokken, lichtgeelbakstenen parement en frequent gebruik van natuursteen voor onder meer consoles van overkragingen, onderdorpels, aanzet- en sluitstenen van rondbooglijsten. Rechthoekige muuropeningen; driedelige vensters en smalle dakvensters met horizontale roedeverdeling. Licht vooruitspringende dubbele toegang met geblokte hoekbanden; centraal, keperboogvormige openingen van deur en zijlicht; links, deur en venster gevat onder grote segmentboog. Recentere lage uitbouw aan achterzijde.