Historische hoeve "Hof van Balsberghe" of "Goed ten Baelberghe", tijdens het ancien régime de centrale hoeve van het leen "ten Baelberghe" afhankelijk van de heerlijkheid Gruuthuse, ook Thielt-ten-Hove genoemd. In geschiedenis opklimmend tot het midden van de 15de eeuw, confer vermelding "balbeerch" in een renteboek van heerlijkheid Gruuthuse (1443). In het Aarseelse landboek van 1653 omschreven als "tgoet ofte leen ten baelberghe van Mr. Pauwels vande watere".
In de tweede helft van de 18de eeuw wordt reeds een volume op de plaats van de huidige schuur weergegeven, een ouder woonhuis stond aan zuidzijde van het erf, confer Ferrariskaart (1770-1778). In het tweede kwart van de 19de eeuw worden het boerenhuis en de schuur aan de straatzijde op hun huidige plaats weergegeven, een verdwenen stalvolume en bakhuis ten oosten, confer primitief kadasterplan (rond 1830). In de tweede helft van de 19de eeuw wordt de schuur aangepast en worden aan de noord- en oostzijde verscheidene stallen gebouwd, echter pas geregistreerd bij kadaster in 1970. In de tweede helft van de 20ste eeuw worden verscheidene grote loodsen toegevoegd.

Boerenhuis en hoevegebouwen in verankerde donkerrode baksteenbouw onder licht overkragende pannen zadeldaken, rondom erf in losse verharding. Erftoegang met bewaarde bakstenen toegangspijler, geflankeerd door een linde. Aan de noordzijde staat een boerenhuis van zeven traveeën met gepleisterde en witgeschilderde gevel met gecementeerde plint, haaks op de straat georiënteerd. Licht getoogde muuropeningen met vernieuwd houten schrijnwerk en nieuwe onderdorpels. Westelijke zijgevel met oculus. Daarnaast ten westen een kleine stal onder zadeldak in Vlaamse pannen, getoogde laadpoort en staldeur (halve deurtjes), nieuwer ingebrachte stalvensters, westelijke geveltop vernieuwd. Stal aan de oostzijde van het erf (parallel met straat) gekenmerkt door behouden getoogde muuropeningen met bewaard houtwerk: kleine stalvenstertjes, halve staldeurtjes, korfboogpoort. Aan de westzijde langsheen de straat een grote hoge schuur met centrale korfboogvormige poortopening tussen licht vooruitspringende penanten, bewaarde houten poortvleugels; dichtgemetselde gekoppelde korfboogopeningen (mogelijk het vroegere wagenhuis). Aan de erfzijde uitlopend in sleepdak. Asemgaten in de zuidelijke zijgevel.