Hoeve, bestaande uit losstaande hoevegebouwen rondom een onverhard erf, waarvan de schuur mogelijk opklimt tot de tweede helft van de 18de eeuw. Gelegen op een glooiing aan de rand van de Aarseelse plateaurug.

Doorheen de 19de en 20ste eeuw is de hoeve eigendom van het Gentse Bureel van Weldadigheid, later Commissie Openbare Onderstand, heden  O.C.M.W. van Gent. Site opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw, op de Ferrariskaart (1770-1778) worden drie volumes weergegeven in huidige constellatie, een situatie die gedurende de eerste helft van de 19de eeuw onveranderd blijft, zie Atlas der Buurtwegen (1846): haaks op de straat staat een schuur/ stal, met ten zuidwesten een boerenhuis, parallel met straat. Ten westen bevindt zich een klein bijgebouw, langs straatzijde een poel. In 1880 wordt volgens kadaster het oude boerenhuis op dezelfde plaats herbouwd. In 1883 wordt het kleine bijgebouw vervangen door een nieuw bakhuisje, dat in 1923 wordt vergroot en uitgebreid met een aanbouw aan noordzijde.

Aan de zuidzijde van het erf ligt een éénlagig boerenhuis in verankerde baksteenbouw, onder zadeldak in mechanische pannen. Grijsgeschilderde plint, nieuwe gootlijst, licht getoogde muuropeningen waarin vernieuwd houtwerk. Het oostelijk gedeelte is ingericht als wagenhuis, deels beplankt onder zadeldak in Vlaamse pannen. Schuur/ stal in verankerde baksteenbouw onder overkragend zadeldak in Vlaamse pannen, noordelijk gedeelte met lagere nok in golfplaten. Het zuidelijke deel is voorzien van getoogde muuropeningen en een kasseien stoep, het noordelijke deel wordt gekenmerkt door rechthoekige muuropeningen, onder meer onder houten lateien; ingrijpend verbouwd en verbreed, zie sporen in noordelijke zijgevel. Bijgebouw ten westen in rode baksteen onder zadeldak in mechanische pannen.

• Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Aarsele, 1881/4, 1885/27, 1923/II/1, 1927/5.