erfgoedobject

Notelaerenhoeve

bouwkundig element
ID
87032
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87032

Juridische gevolgen

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Notelaerenhoeve
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

"Notelaerenhoeve" of "Notelarengoed". Hoeve bestaande uit losstaande hoevegebouwen rondom een begraasd erf met losse verharding. Begin-20ste-eeuwse hoeve met een schuurvolume dat gedeeltelijk opklimt tot het eerste kwart van de 19de eeuw.

Historiek

Site minstens opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw, confer voorkomen van drie evenwijdige langwerpige bouwvolumes op de Ferrariskaart (1770-1778). Wordt door De Flou vermeld als "hofstede en oud leengoed te Aarsele". De hoeve bestaat rond 1830 uit een eenlagig boerenhuis met een grote schuur parallel ten zuiden en een bakhuisje ten westen van het erf. Wordt op de Atlas der Buurtwegen (1846) "Nottelaere Goed Ferme" genoemd. De boomgaard bevindt zich op het erf en ten westen bevinden zich twee poelen, confer kadastrale reductiekaart van het Dépôt de la Guerre (1853). Gedurende de 19de eeuw blijft de hoeve eigendom van de Aarseelse handelaarsfamilie Van Overbeke. In 1901 wordt de landbouwuitbating gekocht door landbouwer/handelaar Emiel Van Parijs uit Aarsele, die meteen nieuwe hoevegebouwen laat oprichten. Het oude woonhuis wordt afgebroken en in 1903 vervangen door het huidige boerenburgerhuis. De schuur aan zuidzijde wordt behouden en vergroot aan de westzijde. Aan de westzijde van het erf wordt een haaks stalvolume bijgebouwd, met bijhorende zomerkeuken. Volgens kadaster wordt in 1907 bij de erfoprit langsheen de straat een neogotische kapel opgericht. In 1919 wordt de hoeve verkocht aan de familie Schauteet. In 1949 wordt bij kadaster de afbraak van het oude bakhuisje geregistreerd. Ten westen van de stal wordt een langwerpig volume opgericht, heden verdwenen. De schuur wordt aan de zuidzijde uitgebreid met een overdekte mestvaalt.

Beschrijving

Een noordelijke dreef leidt langsheen de boomgaard met Notelaar en begrenzende meidoornhaag naar het erf, ten oosten van het boerenhuis afgesloten door een smeedijzeren hek tussen overhoekse bakstenen hekpijlers. Een nieuw hek leidt als aparte toegang tot de voorzijde van het boerenhuis. Andere ijzeren hekken tussen bakstenen pijlers leiden aan de zuid- en oostzijde vanaf het erf naar naastgelegen landerijen. Populierenrijen ten westen en ten zuiden, dreef met notelaars ten westen.

Aan de noordzijde van het erf een boerenhuis van twee bouwlagen en zeven traveeën in donkerrode baksteen onder leien mansardedak, eertijds met geometrisch dakpatroon en dakvensters met houten omkadering, heden in kunststof. Voormalige kroonlijst op modillons vervangen door nieuwe gootlijst (kunststof). Voorgevel met gebruik van gele baksteen voor horizontale banden, vensteromlijstingen en accentuering van tandfries, gebruik van natuursteen voor plint en sluitstenen, sierankers. Soberder uitgevoerde achtergevel met afwisselend gebruik van gele baksteen in de vensterbogen. Getoogde muuropeningen waarin deels bewaard houten schrijnwerk (T-ramen). Naastgelegen hekje in smeedijzer.
Goed bewaard interieur. Verscheidene vertrekken met lambrisering in geglazuurde tegels, diverse cementtegelvloertjes met geometrische of florale motieven, paneeldeuren, eenvoudige marmeren schouwen, neoclassicistische stucplafonds met bewaarde plafondrozetten en lijstwerk.

Bakstenen landgebouwen met behouden bakstenen stoepjes. Aan de westzijde van het erf staat een stal onder zadeldak in mechanische pannen (nok haaks op boerenhuis). Getoogde muuropeningen, deels gedicht of gewijzigd. Het noordelijke stuk was de voormalige zomerkeuken, zie schoorsteen. Ten zuiden een langwerpige schuur/stal onder overkragend zadeldak in Vlaamse pannen (nok parallel met boerenhuis). Getoogde kleine stalvenstertjes en -deuren, bij nieuwer gedeelte (west) met druiplijst; rechthoekige poortdoorrit en zolderluiken. Bewaard houtwerk, waaronder halve staldeurtjes en schuifpoort met klinket. Westkant recentelijk herbouwd. Ten zuiden is een overdekte mestvaalt aangebouwd. Klein stalletje aan de zuidwestzijde van het erf.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Aarsele, 1904/1, 1907/2, 1949/2.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel XI, Brugge, 1930, kolom 666.
  • DE GRYSE P. (red.), Tielt graag gezien, Tielt, 2003, nrs. 30-31.

Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Notelaerenhoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87032 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.