Kleine hoeve gelegen op de flank van de "Neringen", mogelijk opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw. Op de Ferrariskaart (1770-1778) komen ten oosten van de voetweg twee parallelle volumes voor. Op het primitief kadasterplan (circa 1830) wordt de hoeve weergegeven in huidige constellatie van noordwestelijk boerenhuis en zuidoostelijke stal. Circa 1865 wordt volgens kadaster een oud bakhuisje aan de westzijde van het erf afgebroken, een nieuw bakhuis wordt dichter bij het woonhuis aan de oostzijde van het erf gebouwd (heden verdwenen). Hoewel niet afleidbaar uit de mutatieschets worden het woonhuis en het stalletje vermoedelijk beide heropgebouwd op bestaand grondplan, zie datering "1864" op zijgevel.
Bakstenen hoevegebouwtjes onder zadeldaken (nokken haaks op straat, Vlaamse en mechanische pannen). Ten noorden van het begraasde erf een boerenhuis van vijf traveeën met gepekte plint en beluikte getoogde muuropeningen, waarin houten schrijnwerk (T-ramen). Jaartalsteen op westelijke zijgevel: "1864". Aan weerszijden aanbouwen onder lessenaarsdak, onder meer bakhuis aan westzijde. Nieuwere uitbreidingen aan de noordzijde.
Ten zuiden een eenvoudig stalletje met rechthoekige muuropeningen, vernieuwde westgevel. Aan de oostzijde van het erf een begroeide half ondergrondse gemetselde aardappelkelder met vlakke rondboogtoegang.