Gemeentelijke begraafplaats, gelegen aan noordzijde van de dorpskern. Aangelegd in 1909 ter vervanging van het oude kerkhof dat rondom de kerk gelegen was (Aarsele-Dorp), op een perceel dat gekend stond onder de naam "Dood(s)akker".

Begraafplaats afgesloten van de weg door een laag bakstenen muurtje, waarachter een rode beukenhaag. Centrale toegang via een ijzeren hek tussen twee robuuste natuurstenen hekpijlers. In de zuidwestelijke hoek zit een tweede toegang. De noordzijde van de begraafplaats wordt afgeschermd door hoge bomen.

Een rechte padenstructuur in grind verdeelt de begraafplaats in twee velden, het centrale pad leidt naar een grotkapel. Grot opgebouwd in gewapend beton en stukken natuursteen, grotendeels begroeid en bekroond met een houten kruis. Centrale opening leidt tot nis waarin altaar met vermelding: "RUSTPLAATS / E.H. PASTOORS / OVERLEDEN TE AARSELE", gipsen haut-reliëfs met afbeelding van kruisafneming (boven altaar) en gekruisigde Christus (op de wand).

Ten zuiden daarvan, langsheen het middenpad, bevindt zich het graf van de Zusters van het Geloof. Enkele oudere graftekens van op het oude kerkhof werden overgebracht en langsheen het middenpad geplaatst, onder meer graf Wibo-Drubbel. Aan noordwestzijde van het kerkhof ligt een sober grafmonument waarin 37 slachtoffers van de Aarseelse vliegtuigramp begraven liggen. De op één na zwaarste vliegtuigramp die België tot nu toe kende vond plaats op 2 oktober 1971 en had een balans van 63 doden. Het grafmonument bestaat uit een grote rechthoekige oppervlakte bekleed met natuursteen, met een centrale marmeren zerk met opsomming van 37 namen waarboven de inscriptie: "IN MEMORY OF / THOSE WHO DIED / IN AN AIRCRAFT ACCIDENT / AT AARSELE 2ND OCTOBER 1971". Overige 20ste-eeuwse graven voornamelijk opgetrokken in hardsteen- en marmersoorten. Ensembles: in de noordwesthoek een strooiweide met naastgelegen columbarium tegen de noord- en westzijde van de begraafplaats.