Dorpswoning, in site opklimmend tot het eerste kwart van de 19de eeuw, zie voorkomen op het primitief kadasterplan (circa 1830). Aanvankelijk één woning met achtergelegen bijgebouw, volgens kadaster in 1836 opgedeeld in twee wooneenheden. Terug samengevoegd rond 1901. In het begin van de 20ste eeuw voorzien van een siercementering.  Bakstenen volume van zes traveeën onder vernieuwd zadeldak in mechanische pannen. Schuine inplanting ten opzichte van de rooilijn. Gecementeerde gevel, gekenmerkt door horizontale imitatievoeg, omlopende kraallijst rondom rechthoekige muuropeningen met rechte druiplijst. Plint met velden in breuksteenimitatie.