Hoeve bestaande uit losstaande hoevegebouwen, in kern minimaal opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw, zie bebouwing van drie volumes aangeduid op Ferrariskaart (1770-1778). Circa 1830 worden het woonhuis en de schuur op hun huidige plaats weergegeven, aan straatzijde een poel of restant van een walgracht bewaard, met een bakhuis aan noordzijde daarvan. Volgens kadaster wordt in 1913 het bakhuis afgebroken en het boerenhuis aan noord- en oostzijde vergroot tot huidig volume. De schuur wordt verlengd aan noordzijde (stalgedeelte), mogelijk herbouwd. Tijdens het interbellum wordt aan oostzijde van het erf een stal bijgebouwd.
Hoeve gelegen aan noordzijde van de weg, afgesloten van de straat door een meidoornhaag, erf in losse verharding en deels begraasd met centrale boom. Aan noordzijde van het erf, een hoog eenlaags boerenhuis van zes traveeën in verankerde baksteenbouw, witgekalkt en met gepekte plint, onder pannen zadeldak (mechanische pannen, nok parallel met straat). Getoogde en beluikte muuropeningen waarin bewaard schrijnwerk (schuiframen en T-ramen); natuurstenen onderdorpels; lagere korfboogdeur. Oostelijke zijgevel met radvenster. Nieuwe bakstenen stoep, onder meer in visgraatverband.
Stal onder lagere nok aangebouwd aan westzijde van het boerenhuis. Rechte staldeur en -vensters. Recent westelijk stuk stal toegevoegd of vernieuwd. Aan oostzijde van het erf een stal in verankerde baksteenbouw onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok haaks op woonhuis), met getande bebording. Halfronde vensters en getoogde openingen, onder meer gedicht. Bakstenen stoepje. Aanbouw onder lessenaarsdak aan oostzijde. Nieuwere stal aangebouwd aan zuidzijde.
Grote schuur aan westzijde van het erf, met stalgedeelte en wagenhuis, in verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok haaks op woonhuis). Twee lage laadvensters; centrale poortdoorrit gedicht aan westzijde; overige poorten en wagenhuis onder ijzeren latei; asemgaten; gebetonneerde stoep. Noordelijk stalgedeelte met getoogde openingen en later ingebrachte stalvensters, twee gedichte mijtervormige nissen. Aan westzijde zijn de getoogde stalvensters behouden.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)