Heidemolen, de oude banmolen van de heren de Merode van Pietersem. Voormalige graanmolen van het bovenslagradtype op de Asbeek/Molenbeek. In 1947 werd volledig overgegaan op elektriciteit, in het begin van de jaren 60 ging de molen uit bedrijf.
L-vormig gebouw, in die vorm reeds afgebeeld in de Atlas van de Buurtwegen (1846). De zuidvleugel omvat stal, dwarsschuur en woonhuis, de haakse vleugel achteraan het erf is het molenhuis. Bakstenen gebouwen onder zadeldaken; alleen het molenhuis behield de Vlaamse pannen. Dwarsschuur en stal zijn waarschijnlijk een verstening uit de tweede helft van de 19de eeuw van een vakwerkbouw, zoals blijkt uit het kapgebint, na inkorting van het gebouw aan deze zijde zichtbaar in de oostelijke zijgevel. De voorgevel van het woonhuis werd recent grondig aangepast. Het dienstgedeelte is voorzien van twee staldeuren in houten omlijsting, enkele halfronde venstertjes en een rechthoekige schuurpoort onder houten latei. De achtergevel van deze vleugel is van mergelsteen met herstellingen van baksteen en gewijzigde muuropeningen.
Het molenhuis dateert eveneens uit de tweede helft van de 19de eeuw, en is voorzien van rechthoekige muuropeningen onder houten latei. Het metalen molenrad bevond zich tegen de achtergevel, doch is thans verdwenen. Het binnenwerk is vrijwel intact. De molen werd via een sluissysteem voorzien van water van een hoger gelegen vijver, onmiddellijk achter de molen (ten zuidwesten), die gevoed wordt door twee bronnen; de Asbeek loopt door de vijver. Gave omgeving.
- MAENEN J., inventariseringsfiche 1975.
- LOUBELE G., meegedeelde gegevens.