erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Bavo

bouwkundig element
ID
87105
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87105

Juridische gevolgen

Beschrijving

Sint-Bavokerk, neobarokke parochiekerk gebouwd in 1897-1910 naar ontwerp van architecten Eugène Coopman uit Brugge en Frans Vanden Heuvel uit Nevele, ter vervanging van een classicistische kerk uit 1779, op de plaats van een oudere kerk. Georiënteerde kerk zonder kerkhof, ten westen van het dorpsplein en ten oosten van het voormalige gemeentehuis.

Historiek

Kerkelijk behoorde de parochie Kanegem tot het bisdom Doornik-Noyon. De kerk ligt vanouds op grondgebied van de Sint-Baafsheerlijkheid. Vermoedelijk wordt tussen het begin van de 7de en het einde van de 9de eeuw een kerkje gesticht, toegewijd aan de Heilige Bavo. In 1121 verstevigt de Gentse Sint-Baafsabdij haar macht over het dorp: ze verkrijgt het patronaatschap over de kerk van Kanegem, waardoor ze presentatierecht en inkomsten uit tienden verkrijgt, maar tevens plichten dient te vervullen met betrekking tot financiering. Over de oudste Kanegemse kerk bestaat zo goed als geen informatie. De oudste vermelding van de kerk stamt uit 967: "In Caningahem aecclesia cum mansis IIIb" Mogelijk volgden verschillende gebouwen of bouwfasen elkaar op.

In de periode 1609-1613 ligt de middeleeuwse kerk in puin, na verwoestingen door oorlogen en beeldenstormers. Enkel een annex van de kerk is nog met stro gedekt. Pas in 1617 starten de eerste heropbouwwerken aan de kerk, onder impuls van pastoor Egidius De Keysere. In 1619 is het schip al gerestaureerd, maar moet het koor nog worden opgetrokken. Vanaf 1620 liggen de werken stil, ten gevolge van een proces met het Sint-Baafskapittel over de financiering van de heropbouw. In 1626 moet het gebouw enkel nog van een dak worden voorzien. Het gebouw wordt afgebeeld in 1629 als een klein zaalkerkje met dakruiter of angelustoren (zie kaart uit 1629, gemaakt door Lodewijk De Bersacques).

Tijdens de Negenjarige Oorlog (1688-1697) palmen Franse legers in 1695 opnieuw de kasselrij Kortrijk in. De kerk wordt geplunderd en onder meer de toren wordt beschadigd. Het bedehuis wordt ook een tijdlang door Franse troepen als stal gebruikt. In 1700 is de kerk terug volledig hersteld. In 1740 wordt door J. Spada, aartsbisschop van Theodocië, aan de kerk een relikwie van Sint-Elooi geschonken waarmee vanaf 1744 een jaarlijkse processie wordt gehouden. Wegens een groeiende bevolking en een vervallen staat wordt de kerk in 1779 hersteld en vergroot. De verbouwing bestond uit de verlenging van het schip met twee traveeën en de bouw van een toren aan westzijde. Op een prent uit 1813 van de hand van Serafijn Vermote wordt het kerkschip onder steil zadeldak en een gedrongen eenvoudige westtoren met stompe spits afgebeeld. De omgeving van de kerk was onbebouwd, de kerk stond via een omhaagde tuin in verbinding met de noordelijker gelegen pastorie.

In 1801 worden de bisdommen Brugge en Gent samengevoegd tot bisdom Gent; vanaf 1834 worden de bisdommen opnieuw opgesplitst, analoog met de provinciegrenzen. Vanaf deze datum ressorteert de parochie Kanegem onder het bisdom Brugge. In 1863 wordt de kerk hervloerd.

Bij de overgang naar de 20ste eeuw wordt de oude dorpskerk bijna volledig herbouwd in neobarokke stijl. Toenmalig pastoor Gustaaf De Maître had grootse plannen voor de bouw van een nieuwe grotere dorpskerk, die echter op veel verzet stuitten. Het project wordt ook voor een groot deel met zijn persoonlijk fortuin gefinancierd. In de periode 1897-1899 wordt op de grondvesten van de oude toren een nieuwe ingebouwde westertoren opgetrokken, naar ontwerp van architect Eugène Coopman (Brugge) (artistieke leiding), en onder toezicht van architect Frans Vanden Heuvel (Nevele) (bouwkundige leiding). Mogelijk haalden de architecten hun inspiratie bij de kerktoren van Cambron-Casteau (1785). Ook de westgevel wordt vervangen, het oude barokke schip blijft nog een tiental jaar behouden. De bouw van een nieuwe pastorie en congregatiehuis in 1898 maken eveneens deel uit van het megalomane bouwproject. De plannen voor een nieuwe driebeukige kruiskerk met halfrond afgesloten koor worden pas in 1906 goedgekeurd. Het ontwerp is van Frans Vanden Heuvel. Alle werken worden uitgevoerd door Alberic Vandekerckhove uit Ingelmunster. Aan de sloop van het oude en de bouw van het nieuwe kerkgebouw wordt begonnen in 1908, de werken worden voltooid in 1910. Het plotse overlijden van pastoor De Maître in 1910 zorgde voor een veel soberder interieurafwerking onder zijn opvolger pastoor Claeys, waarbij de oude kerkmeubelen behouden bleven. In 1922 wordt het volledige kerkinterieur geschilderd door Goethals uit Gent. De Heilige Bavokerk wordt door Mgr. Lamiroy ingewijd in 1931 en door hem omwille van haar bouwtrant en ligging "Kathedraal van te lande" genoemd.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog, in 1940, wordt de kerk beschadigd door scherven van een obusinslag op het hoofdportaal. Ramen en enkele kruiswegstaties worden vernield, gewelven worden doorzeefd. De schade wordt hersteld in 1942.

Het kerkhof rondom en ten westen van de kerk, afgebakend door een laag muurtje met haagjes en hekwerk, wordt in 1953 ontruimd en verhuisd naar de Keizerstraat waar een nieuwe begraafplaats wordt ingewijd. Het kerkplein wordt heraangelegd, enkele jaren later wordt een nieuw gemeentehuis gebouwd.

In de jaren 1990-1991 worden in spoedprocedure dringende instandhoudingswerken aan metselwerk en daken aangevat. De kerk ondergaat in de periode 1994-1996 een volledige restauratie van het exterieur, onder leiding van architecten Luc Vande Weghe en Luc Allaert. In 1997 wordt ook het dorpsplein rond de kerk heraangelegd. In de periode 1997-1998 vindt de restauratie van het interieur plaats. In 1999 wordt de laatste hand gelegd aan de afwerking. Er is een restauratie van het orgel gepland.

Beschrijving

Kerk centraal in het dorp gelegen (Kanegem-Dorp), met parking aan zuidzijde en kerkplein aan westzijde. Neobarokke kerk opgetrokken op kruisvormig grondplan met een vierzijdige westgeveltoren en portaal van één travee, overgaand met kwartronde travee naar een basilicaal driebeukig schip van vier traveeën, transept van één travee, hoofdkoor van twee traveeën met halfrond afgesloten apsis, geflankeerd door twee vlak afgesloten zijkapellen en sacristie (zuid) of berging (noord) van twee smalle traveeën.

Materiaalgebruik typisch voor neogotiek/ neobarok: rode baksteenbouw met Euvillesteen voor onder meer omlijstingen deur- en vensteropeningen, frontons, pilasters, lijstwerk, ornamenten, torenhelm; leien zadeldaken met oeil-de-boeufs, zijbeuken onder leien lessenaarsdaken, berging en sacristie onder leien mansardedaken.

Exterieur. Drieledige westgeveltoren voorzien van verticale hoekpilasters en doorbroken door horizontale omlopende banden en lijsten. Onderste geleding voorzien van een westportaal met rechthoekige toegangsdeur en waaiervormig bovenlicht (vernieuwde deurvleugels, vroeger neobarok), in natuurstenen rondboogomlijsting met sluitsteen, aan weerszijden geflankeerd door natuurstenen pilasters ter ondersteuning van een gebroken fronton waarin jaartalsteen: "ANNO 1898", daarboven een steekboogvormig venster in geprofileerde omlijsting onder gebogen fronton. Geleding bekroond door driehoekig fronton. Tweede geleding gekenmerkt door vier galmgaten in steekboogvormige vensteromlijsting onder driehoekig fronton, waarboven telkens een uurwerk met omlopende lijst. Derde geleding gekenmerkt door vier galmgaten in steekboogvormige vensteromlijsting onder gebogen fronton, en door overhoekse pilasters, waarvoor vier grote heiligenbeelden staan. Als bekroning een natuurstenen torenhelm waarin vier oeil-de-boeufs en waarboven een massief natuurstenen topstuk met ijzeren torenkruis. De toren wordt geflankeerd door voluutvormige vleugelstukken die de bergruimte (noord) en de doopkapel (zuid) bekronen. Verscholen achter het vleugelstuk aan noordzijde bevindt zich een kleine traptoren.

Overgang van toren- en ingangspartij naar breder schip via kwartronde traveeën waarin zij-ingangen: rechthoekige toegangsdeuren met waaiervormig bovenlicht, in natuurstenen rondboogomlijsting met sluitsteen, waarboven een vierkant venster in natuurstenen omlijsting bekroond door een boogvormig fronton.

De zijgevels van zijbeuken, middenbeuk, transept en koor worden geritmeerd door eenvoudige pilasters bekroond met siervazen boven de daklijst, op de hoeken door geblokte pilasters. Lage plint, zijbeuken per travee voorzien van een steekboogvormig venster in geprofileerde omlijsting onder gebogen fronton. Middenbeuk, transeptgevels en koor voorzien van kortere hooggeplaatste steekboogvormige vensters in geprofileerde omlijsting onder gebogen waterlijst. Dwarsbeuken met kenmerkende zijpuntgevels met driehoekig fronton waarbinnen tabletten met opschrift en bekroond door ijzeren kruis; groot steekboogvormig venster met geprofileerde omlijsting. Opschrift in tabletten van het transept: "EGO SUM LUX MUNDI" (noord) en "EGO PATER UNUM SUMUS"; opschrift op kroonlijst van het transept: "TU ES CHRISTUS FILIUS DEL VIVI" (noord) en "OPORTET CHRISTUM REGNARE" (zuid); opschrift op kroonlijst koor: "REGI SAECULORUM IMMORTALI".

Aan de westgevel en de zijgevels van het transept bevindt zich een ommegang voor Heilige Blasius, van vier staties naar ontwerp van H. Gits uit Melle. Aan zuidzijde van de sacristie zit een natuurstenen stichtingssteen ter herinnering aan G. De Maître, pastoor van Kanegem (1890-1910) en bouwheer van de kerk, die er ook begraven ligt.

Heiligenbeelden boven de zij-ingangen: Sint-Pieter met gelaatstrekken van pastoor De Maître, Sint-Paulus van bouwmeester Frans Vanden Heuvel; boven de zijkapellen: Heilige Jozef met Kind, Heilige Johannes Evangelist; rond de galmgaten: Onze-Lieve-Vrouw, Heilige Blasius, Heilige Bavo, Sint-Elooi. Naar verluidt kopieën van de beelden op de Sint-Romboutstoren in Mechelen, van de hand van Ferdinand Güsse uit Brugge.

Interieur. Bepleisterd en polychroom geschilderd interieur, uitgevoerd in 1922 door de Gentse schilder Goethals. Midden- en zijbeuken, transept en koren zijn overdekt met kruisribgewelven met polychrome ribben en ronde sluitsteen waarop en -rond sjabloonschildering, en geritmeerd door gordelbogen. Gordelbogen in middenbeuk gedragen door imposten en voorzien van eenvoudige schilderingen, in transept en koor gedragen door Ionische pilasters en voorzien van cassetten waarbinnen een geschilderd geometrisch patroon. Beuken gescheiden door rondboogarcades op ronde zuilen met Toscaanse kapitelen in marmerimitatie en met ronde natuurstenen basis. Schip, transept en koor voorzien van een doorlopende lijst waarboven figuratieve schilderingen. Opschrift op koorlijst: "DOMINUM DEUM TUUM ADORABIS". Opschrift in cartouche boven orgel: "LAUDATE EUM IN / CHORDIS ET ORGANO" Verdere wandafwerking beige geschilderd met hoge plint in bruine imitatiemarmerschildering, waarboven band in sjabloonschildering. Witte en zwarte natuurstenen vloeren.

Mobilair. Hoofdaltaar, marmer, circa 1919, op voetstuk van ouder altaar. Zijaltaren, portiekaltaren uit oude kerk, drie soorten marmer, 19de - begin 20ste eeuw. In centrale nis gepolychromeerd houten beeld: Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekte Ontvangenis (noord), eind 19de eeuw of Heilige Jozef (zuid), circa 1915, vervaardigd door A. Debeule uit Gent.

Communiebank, hout, circa 1860, door gebroeders Debosschere uit Tielt, met taferelen, rankwerk en medaillons.Koorgestoelte, hout, eind 18de eeuw.
Biechtstoelen, hout, circa 1860, door gebroeders Debosschere uit Tielt, met medaillons van Heilige Petrus, Maria Magdalena, de Goede Herder. Preekstoel, hout, circa 1860 door gebroeders Debosschere uit Tielt. Klankbord weggenomen na beschadiging door granaatscherven in 1940.

Orgel met doksaal, hout, vervaardigd door Jules Geurts uit Berchem circa 1912, hersteld in 1965 door Anneessens uit Menen. Doopvont, marmeren kuip en koperen deksel, circa 1910. Kruisweg van 14 staties in gegoten plaasteren beelden, ingewerkt in muurafwerking.

Beeldhouwwerk, onder meer beeld Heilige Bavo, gepolychromeerde steen, eind 19de eeuw, door Bressers uit Gent; beeld Heilige Franciscus van Assisi, gepolychromeerd hout, eind 19de eeuw, door gebroeders Parentani uit Brussel; beeld Heilige Bavo, wit geschilderde steen, 18de eeuw; beeld Heilige Eligius, 18de eeuw, wit geschilderd hout; beeld Heilig Hart van Jezus, gepolychromeerd hout, eind 19de eeuw; beeldengroep Heilige Familie, gepolychromeerd hout, eind 19de-begin 20ste eeuw; beeld Heilige Barbara, gepolychromeerd hout, circa 1910; stenen beelden van circa 1910: Heiligen Jacobus en Jozef, Heiligen Matthias en Judas Thaddeus.

Gedenkplaat voor militaire slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog (zuidelijke zijbeuk), marmeren plaat in natuursteen omlijsting, 1919. Schilderijen. "Bruiloft van Kana", Gaspard De Crayer (1584-1669), leerling van Rubens, 1ste helft 17de eeuw.

  • Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - onroerend Erfgoed, Archiefnrs. W/00537 en DW000448.
  • Heemkundige Kring De Roede van Tielt, Fototheek.
  • Provinciale Bibliotheek en Documentatiecentrum West-Vlaanderen, iconografische collectie, nr. 331NF4F7710: Kanegem (1813), Serafijn Vermote.
  • Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, Documentatiecentrum, Kaarten en Plattegronden K.C.M.L.
  • B.D.C., Sint Eloi te Caneghem, in Rond den Heerd, jg. 22, nr. 8, 1887, p. 57-59.
  • BUYSE G., De Sint-Bavokerk te Kanegem: de Kathedraal van te Lande, Brochure, s.d.
  • CORNILLY J., Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel I: Arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare, Tielt, Brugge, 2001, p. 221.
  • DE BRABANDERE R., De kathedraal van te lande, Tielt, 1999.
  • DE BRABANDERE R., Een model voor de toren van de Kanegemse dorpskerk?, in De Roede van Tielt, jg. 26, nr. 2, 1995, p. 83-85.
  • DE LILLE K., Vlaamse kerken, die symbolische kathedralen werden, deel 1, Ieper, 2001, p. 10-11.
  • DE ZUTTER P., Beelden uit het oude Kanegem, in De Roede van Tielt, jg. 4, nr. 1-2, 1973, p. 79.
  • JACOBS M., Zij die vielen als helden… Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 2, Brugge, 1996, p. 166.
  • MUYLAERT F. (red.), Kerken in West-Vlaanderen, Deel 1, Roeselare, 1992, p. 103-106.
  • VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie West-Vlaanderen, Kanton Oostrozebeke, Brussel, 1977, p. 17-18.

Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Orgel kerk Sint-Bavo

  • Is deel van
    Kanegem-Dorp


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Bavo [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87105 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.