Voormalige brouwerswoning met herberg, waarvan nummer 16 heden in gebruik als bakkerij, gelegen aan noordzijde van het dorpsplein en op de hoek van Kanegem-Dorp met Keizerstraat. Huidige volumes dateren grotendeels uit circa 1880, maar in kern mogelijk opklimmend tot het begin van de 17de eeuw: aan noordzijde van het dorpsplein wordt al bebouwing weergegeven, eigendom van of bewoond door ene Tousain De Buck, zie schetsmatige kaart van de parochie Kanegem (circa 1600), en de kaart uit 1629, gemaakt door Lodewijk De Bersacques. Ten noorden staat een bijgebouw (zie Keizerstraat nummer 12).
Tegen medio 18de eeuw is de bebouwing aan noordzijde van het dorpsplein al uitgebreid, vermoedelijk naar een drietal woningen, zie landboek Kanegem, kaart 8ste kanton (1762). Eén ervan is in gebruik als herberg: "Den Hert". Ten noorden ligt een boomgaard met landgebouw. In het laatste kwart van de 18de of het eerste kwart van de 19de eeuw worden ten noorden langsheen de huidige Keizerstraat twee langwerpige brouwerijgebouwen opgericht, zie primitief kadasterplan (circa 1830). De brouwerij en het brouwershuis met bijhorende herberg (zie Keizerstraat nummer 12) waren in bezit van brouwer Ludovicus Van Wassenhove. Op de Atlas Vandermaelen (circa 1850) wordt vermeld: "Brass. Et Vinaigrerie".
Circa 1880 worden de brouwerijvolumes langsheen de Keizerstraat volgens kadaster opgesplitst en verbouwd. Op het dorpsplein wordt het woonhuis verdeeld in twee volumes (de huidige nummers 16 en 18). Het hoekpand nummer 16 wordt vermoedelijk herbouwd, met afschuining van de hoek en verkleining van het grondplan. In 1888 wordt het geheel verkocht aan brouwer Jules Van Houtte en blijft eigendom van de brouwersfamilie gedurende de 20ste eeuw.
Op het einde van de 19de eeuw wordt volgens kadaster aan de bijgebouwen van nummer 16 een uitbreiding gemaakt (gedeeltelijke heropbouw), in 1903 wordt in de tuin van nummer 18 een serre gebouwd. In 1905 en circa 1920 worden de brouwerijgebouwen verder opgesplitst en deels omgevormd tot woonhuizen (zie Keizerstraat nummer 12). Tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw (vermoedelijk tijdens de Eerste Wereldoorlog en het interbellum) is het huis een tijdlang als gemeentehuis in gebruik genomen. In het begin van de 20ste eeuw bezat het geheel nog een uniforme gevelafwerking (acht traveeën en rolluikkasten op begane grond), zie oude postkaarten (circa 1900).
Breedhuis (nummer 18) van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (vernieuwd in zwarte mechanische pannen). Witgeschilderde gepleisterde lijstgevel met bewaarde houten gootlijst en natuurstenen plint. Geriemde voordeur- en vensteromlijstingen, geschilderde natuurstenen onderdorpels, nieuw schrijnwerk. Tuin aan achterzijde afgesloten met fraai ijzeren hekwerk. Bakkerij (nummer 16) met gelijkaardige bepleistering en geriemde vensteromlijstingen, houten gootlijst, gecementeerde oostgevel, naoorlogse winkelpui in breuksteen met afgeschuinde hoektravee.
DE GRYSE P. (red.), Tielt graag gezien, Koksijde, 2003, p. 43.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)