De Mevrouwmolen of Vrouwenmolen met bijhorend molenaarshuis en bijgebouwen is een molensite gelegen ten noordoosten van het dorpscentrum, bestaande uit losstaande hoevegebouwen en een molen rondom een erf. De molen is een stenen korenwindmolen (tot 1950 ook oliemolen) van het type bovenkruier (stellingmolen).
Al in de 17de eeuw is sprake van een molen op grondgebied van de heerlijkheid van Hames. In 1736 wordt op gronden onder jurisdictie van de heren van Hames een nieuwe houten staak- of standaardmolen opgetrokken, mogelijk op de plaats van een bestaande hoeve, zie schetsmatige kaart van de parochie Kanegem (circa 1600). De korenmolen is een tijdlang in beheer geweest van "mevrouw de douairière" (adellijke weduwe) van een van de heren van Hames, waardoor de molen "Mevrouwmolen" wordt genoemd. Ten noorden van de molen was een molenaarshuis met stal/schuur in het verlengde, zie kaart landboek Kanegem, 8ste kanton (1762). Circa 1830 is de molen aan noordzijde vergezeld van een klein graanpakhuis, zie primitief kadasterplan. In 1836 wordt onder de molen een torenkot gebouwd, dat diende als oliemolen.
In 1840 wordt de molen door een brand volledig vernield. Ter vervanging wordt in opdracht van molenaarsfamilie Delmeire de huidige bakstenen stellingmolen gebouwd, voltooid in 1844 en eveneens gebruikt als koren- en oliemolen. Op de Atlas der Buurtwegen (1846) wordt de molen verkeerdelijk aangeduid als "Vermeirens Molen". Circa 1860 wordt volgens kadaster het graanpakhuis vergroot aan noordzijde; circa 1889 worden het woonhuis en de stal/schuur verbouwd, aan westzijde van het erf wordt een nieuwe schuur opgericht. In 1894 wordt de olieslagerij verwijderd. In een nieuw aanpalend gebouwtje tegen de molen wordt een stoommachine geïnstalleerd, die circa 1930 wordt vervangen door een elektromotor. Volgens kadaster wordt het woonhuis in 1900 heropgebouwd, op een breder grondplan en los van de aanpalende stal. In 1903 wordt ten noorden van het woonhuis een zomerkeuken gebouwd. De molen wordt in 1950 buiten werking gesteld en vanaf deze periode niet meer onderhouden.
Tussen 1970 en 1990 worden diverse oppervlakkige herstellings- en restauratiewerken uitgevoerd, begin 21ste eeuw wordt het woonhuis gerenoveerd en vanaf 2016 wordt de molen maalvaardig gerestaureerd naar plannen van architect Freddy De Schacht (Ruiselede) die teruggaan tot 2001.
De molensite bestaat uit een molen en losstaande hoevegebouwen rondom een erf heraangelegd in gazon, van de weg afgescheiden door onder meer een meidoornhaag en ter hoogte van molen door een houten afsluiting. De molen is langsheen de straat gelegen en is een bakstenen bovenkruier, type stellingmolen. Deels gepleisterde en witgekalkte conische molenromp met gepekte plint onder een gebroken kap met een wolfsdak. Rondboogingangen en -vensters met druiplijst. Houten stelling. IJzeren staart. Vlucht circa 24m. Enkel nog de askop en de geklinknagelde ijzeren roeden aanwezig. Benedenverdieping met aanbouw waarin motor en maalstoel. De buil en haverpletter zouden niet meer aanwezig zijn. Koppel pletstenen bewaard, liggend in het gazon ten zuiden van molenaarshuis. Vier zolders: maalzolder ter hoogte van de stelling, steenzolder met drie maalgangen (spoorwiel van 47 kammen), luizolder met kruiwerk, kapzolder met zetelkap (bovenwiel 53 kammen, kamwiel 35 kammen). Balk op kapzolder gedateerd "1767". Inscriptie op klauwijzer: "1845".
Ten noorden van de molen staat een sterk gerenoveerd graanschuurtje in witgekalkte baksteen onder vernieuwd schilddak (nok evenwijdig met straat, Vlaamse pannen). Zuidelijke zijgevel met rondboogdeur, aanbouw onder lessenaarsdak met nieuwe houten beplanking en muurvlak. Getoogde deur in noordgevel met glasinvulling.
Ten noorden een ingrijpend gerestaureerd molenaarshuis in witgeschilderde verankerde baksteenbouw met zwarte plint, van één bouwlaag en acht traveeën onder zadeldak in mansardevorm (Vlaamse pannen, nok haaks op straat), aan weerszijden voorzien van drie dakvensters gedekt met leien. Noord- en zuidgevel identiek, baksteenlijst onder geprofileerde kroonlijst, deur met waaiervormig bovenlicht. Getoogde muuropeningen, in zijgevel onder meer met glasinvulling; natuurstenen onderdorpels, vernieuwd schrijnwerk, mogelijk naar oud model.
Twee schuur- en/ of stalvolumes in donkerrode verankerde baksteenbouw. Stal in verlengde van het molenaarshuis, onder zadeldak in Vlaamse pannen, met gedichte muuropeningen en nieuw ingebrachte stalvensters, gedichte poortdoorrit. Haaks daarop ten zuiden een tot stal omgebouwd schuurvolume met zuidelijk gedeelte nieuwer aangebouwd onder zadeldak in mechanische pannen. Rechte schuurpoort, nieuw ingebrachte stalvensters en gedichte deuropening.
Ten noorden van het molenaarshuis en haaks daarop staat een zomerkeukentje, in witgekalkte baksteen met zwarte plint, onder Vlaamse pannen.
Auteurs: Vandeweghe, Evert; Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vandeweghe E. & Callaert G. & Santy P. 2020: Mevrouwmolen met molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359450 (geraadpleegd op ).
"Mevrouwmolen" of "Vrouwenmolen", met bijhorend molenaarshuis en bijgebouwen. Molensite gelegen ten noordoosten van het dorpscentrum, bestaande uit losstaande hoevegebouwen en molen rondom erf. Bakstenen stellingmolen tot 1950 in gebruik als koren- en oliemolen.
Al in de 17de eeuw is sprake van de aanwezigheid van een molen op grondgebied van de heerlijkheid van Hames. In 1736 wordt op gronden onder jurisdictie van de heren van Hames een nieuwe houten staak- of standaardmolen opgetrokken, mogelijk op de plaats van een bestaande hoeve, zie schetsmatige kaart van de parochie Kanegem (circa 1600). De korenmolen is een tijdlang in beheer geweest van "mevrouw de douairière" (adellijke weduwe) van een van de heren van Hames, waardoor de molen "Mevrouwmolen" wordt genoemd. Ten noorden van de molen was een molenaarshuis met stal/schuur in het verlengde, zie kaart landboek Kanegem, 8ste kanton (1762). Circa 1830 is de molen aan noordzijde vergezeld van een klein graanpakhuis, zie primitief kadasterplan. In 1836 wordt onder de molen een torenkot gebouwd, dat diende als oliemolen. Enkele jaren later, in 1840, wordt de molen echter door een brand volledig vernield. Ter vervanging wordt in opdracht van molenaarsfamilie Delmeire de huidige bakstenen stellingmolen gebouwd, voltooid in 1844 en eveneens gebruikt als koren- en oliemolen. Op de Atlas der Buurtwegen (1846) wordt de molen verkeerdelijk aangeduid als "Vermeirens Molen". Circa 1860 wordt volgens kadaster het graanpakhuis vergroot aan noordzijde; circa 1889 worden het woonhuis en de stal/schuur verbouwd, aan westzijde van het erf wordt een nieuwe schuur opgericht. In 1894 wordt de olieslagerij verwijderd. In een nieuw aanpalend gebouwtje tegen de molen wordt een stoommachine geïnstalleerd, die circa 1930 wordt vervangen door een elektromotor. Volgens kadaster wordt het woonhuis in 1900 heropgebouwd, op een breder grondplan en los van de aanpalende stal. In 1903 wordt ten noorden van het woonhuis een zomerkeuken gebouwd. De molen wordt in 1950 buiten werking gesteld en vanaf deze periode niet meer onderhouden.
Tussen 1970 en 1990 worden diverse oppervlakkige herstellings- en restauratiewerken uitgevoerd, waarbij de molen echter nooit maalvaardig wordt gemaakt. Recentelijk is het woonhuis gerenoveerd. Er zijn plannen voor een maalvaardige restauratie van de molen.
Molensite bestaande uit een molen en losstaande hoevegebouwen rondom een erf heraangelegd in gazon, van de weg afgescheiden door onder meer meidoornhaag, ter hoogte van molen door een houten afsluiting.
Molen langsheen de straat gelegen: bakstenen bovenkruier, type stellingmolen. Deels gepleisterde en witgekalkte conische molenromp met gepekte plint onder gebroken kap met wolfsdak bedekt met asfaltpapier. Rondboogingangen en -vensters met druiplijst. Houten stelling. IJzeren staart. Vlucht circa 24m. Enkel nog de askop en de geklinknagelde ijzeren roeden aanwezig. Benedenverdieping met aanbouw waarin motor en maalstoel. De buil en haverpletter zouden niet meer aanwezig zijn. Koppel pletstenen bewaard, liggend in het gazon ten zuiden van molenaarshuis. Vier zolders: maalzolder ter hoogte van de stelling, steenzolder met drie maalgangen (spoorwiel van 47 kammen), luizolder met kruiwerk, kapzolder met zetelkap (bovenwiel 53 kammen, kamwiel 35 kammen). Balk op kapzolder gedateerd "1767". Inscriptie op klauwijzer: "1845".
Ten noorden van de molen staat een sterk gerenoveerd graanschuurtje in witgekalkte baksteen onder vernieuwd schilddak (nok evenwijdig met straat, Vlaamse pannen). Zuidelijke zijgevel met rondboogdeur, aanbouw onder lessenaarsdak met nieuwe houten beplanking en muurvlak. Getoogde deur in noordgevel met glasinvulling.
Ten noorden een ingrijpend gerestaureerd molenaarshuis in witgeschilderde verankerde baksteenbouw met zwarte plint, van één bouwlaag en acht traveeën onder zadeldak in mansardevorm (Vlaamse pannen, nok haaks op straat), aan weerszijden voorzien van drie dakvensters gedekt met leien. Noord- en zuidgevel identiek, baksteenlijst onder geprofileerde kroonlijst, deur met waaiervormig bovenlicht. Getoogde muuropeningen, in zijgevel onder meer met glasinvulling; natuurstenen onderdorpels, vernieuwd schrijnwerk, mogelijk naar oud model.
Twee schuur- en/of stalvolumes in donkerrode verankerde baksteenbouw. Stal in verlengde van het molenaarshuis, onder zadeldak in Vlaamse pannen, met gedichte muuropeningen en nieuw ingebrachte stalvensters, gedichte poortdoorrit. Haaks daarop ten zuiden een tot stal omgebouwd schuurvolume met zuidelijk gedeelte nieuwer aangebouwd onder zadeldak in mechanische pannen. Rechte schuurpoort, nieuw ingebrachte stalvensters en gedichte deuropening.
Ten noorden van het molenaarshuis en haaks daarop staat een zomerkeukentje, in witgekalkte baksteen met zwarte plint, onder Vlaamse pannen.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Callaert G. & Santy P. 2007: Mevrouwmolen met molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/87140 (geraadpleegd op ).