Dorpswoning, heden onderverdeeld in twee wooneenheden. Het perceel is reeds bebouwd in het eerste kwart van de 19de eeuw, een diephuis komt voor op het primitief kadasterplan (circa 1830). Het volume wordt circa 1836 licht uitgebreid maar circa 1841 vervangen door een breedhuis. Vermoedelijk wordt de straatgevel in het eerste kwart van de 20ste eeuw voorzien van een siercementering.

Half aangebouwd éénlagig breedhuis van zes traveeën onder zadeldak in zwarte Vlaamse pannen (nok parallel met straat). Witgeschilderde straatgevel in siercementering met voegwerkimitatie, imitatiesluitstenen en gekartelde bebording onder de bewaarde houten kroonlijst; grijsgeschilderde plint. Getoogde muuropeningen, bij nummer 14 voorzien van behouden luiken en houten schrijnwerk: geprofileerd kalf met centrale diamantkop. Twee rechtertraveeën (nummer 14A) met vernieuwd houten schrijnwerk, toegankelijk via deuropening in deels gecementeerde zijgevel. Natuurstenen onderdorpels.
Tussen nummer 14A en nummer 16 ligt in de 19de eeuw een wegel die zich opsplitst in de "Dobbelaerswegel" naar de Biermanstraat toe en de "Veldwegel" naar de Veldstraat toe.