Kleine hoeve bestaande uit losstaande hoevevolumes, alle teruggaand tot 1830 en mogelijk opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw, zie voorkomen van identieke constellatie op het primitief kadasterplan (circa 1830) en op de Ferrariskaart (1770-1778). Omstreeks 1855 wordt het kleine landgebouw volgens kadaster omgevormd tot smidse. Vermelding op mutatieschetsen van het toponiem "De Krotte". Naar verluidt is de hoeve eertijds als pachthoeve in bezit van de baron de Kervyn de Merendree. Heden in verwaarloosde staat.

Aan de noordzijde van het dichtbegroeide erf ligt het boerenhuis in witgekalkte baksteenbouw met gepekte plint onder een overkragend zadeldak in Vlaamse pannen (oost-west georiënteerd). De vroegere aangebouwde stal is later tot woonhuis ingericht. Achtergevel in onbeschilderde baksteen, met haakse achteraanbouw onder lagere nok. Getoogde muuropeningen waarin diverse types schrijnwerk en luiken, onder meer een schuifraam en een drieledig raam met roedeverdeling in bovenlicht. Vensterdorpels in baksteentjes op hun kant. Nieuwe westelijke zijgevel in betonsteen. Voorheen was aan het woonhuis een aardappelkelder aangebouwd.

Aan de westzijde een schuur- stalvolume in rode baksteenbouw onder zadeldak in mechanische pannen, met overkraging op houten kardoezen (nok haaks op boerenhuis). Onder meer met rechthoekige poortopening, getoogde muuropening met deur en houten hekwerk. Een zuidelijk gedeelte is later herbouwd. Aan de oostzijde van het erf ligt een klein bakstenen gebouwtje onder zadeldak in Vlaamse pannen met schoorsteen, met vroegere functie als smidse.