Voormalige maalderij en cichorei-ast, daterend uit het laatste kwart van de 19de en het begin van de 20ste eeuw, op een hoevesite die opklimt tot de tweede helft van de 18de eeuw, en waar zich in de periode 1836-1943 de "Klokkemolen" bevindt.
Op de Ferrariskaart (1770-1778) komen op deze plaats reeds twee volumes voor, met een kapel aan oostzijde. Op het primitief kadasterplan (circa 1830) wordt een hoeve weergegeven, bestaande uit een oost-west georiënteerd boerenhuis, een haaks landgebouw ten zuidwesten (in sterk verbouwde toestand bewaard), en een bakhuis ten zuiden. Vermoedelijk wordt het woonhuis ca. 1836 afgebroken, om plaats te maken voor de bouw van een nieuwe stenen molen, type bovenkruier (grondzeiler?). Daarnaast wordt een nieuw woonhuis opgetrokken. De molen staat kadastraal bekend als oliewindmolen. Na verloop van tijd wordt toch ook graan gemalen. In 1845 is de hoeve met bijhorende molen eigendom van de kinderen van molenaar Petrus Van Gaever. Laatstgenoemde was sedert 1810 ook eigenaar van de Kapellemolen, later uitgebaat door zoon Ivo (zie Waalbosstraat nummer 3). In 1864 doet molenaar J. De Decker - Van Gaver een aanvraag tot uitbaten van een veldoven (steenbakkerij) op een aanpalend stuk grond. Rond 1867 komt de molen in handen van de latere burgemeester Charles Louis De Brabandere (1831-1901) en deelhebbers. Deze laat omstreeks 1875 een nieuw woonhuis bouwen langs de straatzijde. Het oude woonhuis wordt vermoedelijk omgevormd tot pakhuis. De molen wordt circa 1901 via erfenis overgedragen aan neef Achille De Brabandere. Ook hij dient in 1905 een aanvraag in tot het opstarten van een steenbakkerij op de percelen achter zijn huis, deze veldoven blijft actief tot 1928. In 1912 wordt volgens kadaster het pakhuis (oud woonhuis) volledig afgebroken en langsheen de straat een nieuwe cichoreidrogerij gebouwd, in verlengde van het woonhuis dat iets wordt uitgebreid aan de noordzijde. In 1913-1914 worden het woonhuis en de cichoreidrogerij met elkaar verbonden door een nieuwe maalderij met poortdoorrit. Vermoedelijk wordt in de periode 1912-1914 een tweede bouwlaag op het woonhuis toegevoegd. De molen wordt volgens literatuur in 1932 afgebroken. Volgens kadaster worden in 1943 de resten van de molen volledig afgebroken, ook het oude landgebouw (1830 of ouder) wordt ingrijpend verbouwd en uitgebreid. Ten noorden daarvan verschijnt een nieuw atelier. Het bakhuis wordt afgebroken en een klein bijgebouw verschijnt aan de westzijde van het woonhuis. In 1944 wordt het woonhuis uitgebreid met een erkeruitbouw.
De maalderijsite zal vermoedelijk in de nabije toekomst worden afgebroken naar aanleiding van de verkaveling van de percelen tussen Henri D'hontstraat, Maalderijstraat en Klokkestraat.
Bakstenen gebouwenbestand onder zadeldaken in mechanische pannen (nokken parallel langsheen de straat). Woonhuisgedeelte van zeven/ vier ongelijke traveeën: linkertravee eenlaags, rechtertravee met erkeruitbouw (1944). Houten geprofileerde kroonlijsten. Oudste gedeelte (1875) op begane grond van zes traveeën, afgeboord met een tandlijst en gekenmerkt door rechthoekige muuropeningen met afgeronde hoeken. Natuurstenen sluitstenen en onderdorpels. Bewaard schrijnwerk, bovenlichten met afgeronde hoeken, luiken. IJzeren voetschraper rechts van voordeur. Daarop een tweede bouwlaag van vier traveeën (1912-1914) onder zadeldak in zwarte geglazuurde pannen, met getoogde muuropeningen en afgeboord door tandlijst. Houten schrijnwerk met verticale roedeverdeling in bovenlicht. Woonhuis afgescheiden van de weg door fraai ijzeren hekwerk op natuurstenen sokkel, met bakstenen hoekpijlers.
Erkertravee met schuifraam. Erfzijde met behouden schrijnwerk en fraaie rolluikkasten op de begane grond, vernieuwd houtwerk in de tweede bouwlaag.
Aan de noordzijde van het woonhuis is het maalderijgedeelte met poortdoorrit aangebouwd, afgeboord door een tandlijst. Korfboogvormige poortopening met natuurstenen sierstukken in ontlastingsboog, waarboven een natuurstenen jaartalsteen met initialen: "ADB / 1913". Natuurstenen schamppaaltjes. De doorrit bevatte een houten weegbrug, heden gekasseid.
Aan de noordzijde daarvan staat een aangebouwde ast, voorzien van kleine getoogde vensteropeningen en een centrale poort onder ijzeren travee waarboven een getoogde opening. Kleine sierankers.
Op het erf zijn enkele oude molenstenen bewaard. Oud landgebouw aan westzijde van het erf in donkerrode verankerde baksteenbouw onder zadeldak in Vlaamse pannen (nok parallel met straat). Nieuwere rechthoekige stalvensters onder betonnen lateien. Naastliggende weide aan de noordzijde omhaagd met meidoorn en toegankelijk via een ijzeren hek tussen betonnen pijlers.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Klokkestraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Maalderij en cichorei-ast [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87217 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.