Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes of "Bals kapelletje", gelegen aan de erfoprit van de molenaarshoeve en de "Kapellemolen".
Volgens kadaster opgetrokken in 1874 door de moleneigenaars op een leeg perceel ten noorden van de erfoprit, naar verluidt als nagedachtenis aan een knecht die tijdens een storm het leven laat. In een artikeltje in de krant "De Standaard van Vlaenderen" van 4 mei 1847 wordt vermeld dat de molen op 25 april door een orkaan is verwoest, en dat daarbij de molenaarsknecht Charles Dauw om het leven is gekomen.

Veldkapel in witgekalkte baksteenbouw onder zadeldak in rode golfplaten (eertijds Vlaamse pannen, nok haaks op straat), bekroond door een ijzeren kruis. Rondboogtoegang waarin een nieuwe beglaasde houten toegangsdeur zit vervat, geïnspireerd op het oudere model met twee deurvleugels en waaiervormige roedeverdeling in halfrond bovenlicht. Twee sierankers. Rondbogige venstertjes met ijzeren roedeverdeling.

Interieur. Vlakgepleisterde witgeschilderde zijwanden en blauwgeschilderd tongewelf en achterwand. Cementtegelvloer uit het midden van de 20ste eeuw ter vervanging van de oorspronkelijke vloer in blauwe natuurstenen tegels. IJzeren offerblokje. Nieuwer metalen altaarhek. Altaar met beelden van onder meer Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, Heilige Bernadette, Heilige Antonius van Padua, Heilige Rita.

Bewaard grafkruis van het familiegraf Henri Callewaert, meegenomen bij de verplaatsing van het kerkhof in 1976.