"Châlet de Brouckère" of "Villa de Brouckère", in de jaren 1860 gebouwd midden een uitgestrekt bosperceel als buitenverblijf van de familie de Brouckère.

Louis de Brouckère (Roeselare, 1870 - Brussel, 1951), een socialistisch intellectueel, nodigt belangrijke socialistische figuren uit in de "Villa". Elisée Reclus, een Frans geograaf en anarchist verblijft begin 20ste eeuw in de "Villa de Brouckère" en sterft er in 1905. Ook nationale en buitenlandse socialistische voormannen bezoeken de "villa". Renovatie in de jaren 1990.

In een bosperceel gelegen "villa". Afsluiting van het domein met haag. Bakstenen hekpijlers met beschilderde houten poort. Omringend grasperk met vijver aansluitend bij het bos.
Licht achterin gelegen "villa", met rechts ervan herbouwd schuurtje. Eclectisch gebouw op rechthoekige, verspringende plattegrond. Rode baksteenbouw, met gebruik van arduin voor plint, banden en sierelementen, gevat onder leien schilddak met ter hoogte van de verspringingen een uitbouw onder zadeldak. De voorgevel wordt gemarkeerd door een breed portaalrisaliet, oplopend in een neogotisch getinte puntgevel met geknikte dakoverstekken. Beplanking (recent vernieuwd) van het gevelveld 'rustend' op gekoppelde arduinen zuiltjes op een rondbogige uitkraging; drielobbige uitsparing met verdiepte beplanking met uitgesneden randen en spitsboogvenster. Afboordend geprofileerd windbord met windwijzer. Rondboogportaal met bovenlicht met glas in lood, waarboven arduinen balkon op consoles. Deurvenster met tweeledig bovenlicht. Voorts smalle vensters met bovenlicht. Vernieuwd houtwerk ter vervanging van het glas in lood. Zij- en achtergevels telkens met risaliet oplopend in trapgevel met overhoeks fiaal en bolbekroning met ijzeren topstuk. Arduinen kruiskozijnen. Aan de achterzijde, recente uitbouw onder leien zadeldak.

Interieur: hall met neoclassicistische aankleding: houten lambrisering, gecanneleerde pilasters met kapitelen met florale motieven, plafonds met opeenvolgende kooflijsten, geblokte lijsten en lijsten met florale motieven, bewaarde marmeren vloer met zwart-wit patroon. Bewaard binnenschrijnwerk, deels met gekleurd glas. Eenvoudige houten trap met ronde trappaal en spijlen. Op de begane grond een drietal salons. Een eerste klein salon (plankenvloer) met neoclassicistische inslag, stucwerk met florale motieven, houten schouwtje met neorenaissancistische inslag. Een tweede salon is ingericht als "Vlaamse kamer" met neorenaissancistische inslag: beschilderde balkenlagen met opgelegde leeuw- en florale motieven, houten lambrisering en dito schouw met grotesken, schouwmantel bekleed met Delftse tegeltjes, landschapstafereel en uilen. Een derde klein salon (plankenvloer) met houten schouw met neorenaissancistische inslag, vlakke muurbeschildering in visgraatverband en beschilderd cassettenplafond, terugkerende motieven van leeuw en florale motieven. Op de tweede verdieping, bewaarde tekening uit de Eerste Wereldoorlog: (soep)bedeling van Duitse soldaten.