is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Brouwerij Bekaert
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Brouwerij Bekaert
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Huis Bekaert
Deze vaststelling was geldig van tot
Het brouwershuis Bekaert situeert zich op de Markt van Torhout (tot de jaren 1980 Gevangenisstraat). Voor dit huis staat een oude openbare stadspomp. Even verder van de Markt, staat een tweede stadspomp (Nieuwstraat). De activiteiten van de brouwerij Bekaert worden stopgezet na de Eerste Wereldoorlog. Tot de jaren 1980 bierdistributie, waarna de gebouwen in 1983 (notering bij het kadaster in 1977 en 1989) aangekocht worden door het stadsbestuur (inrichting als kantoorruimte en als stadsarchief).
De brouwerijsite gekaderd binnen de verkaveling in de 17de eeuw van het grote middeleeuwse marktplein. Het Brouwershuis en de brouwerij Bekaert gaan terug op een verkaveling van het veel grotere marktplein in de 17de eeuw.
De voorgangers van de huidige Markt gaan terug tot de vroege Middeleeuwen en de periode van de jaarmarkten (11de-13de eeuw). Torhout was tussen de 11de en de 16de een open stad: er was een groot marktplein ten zuidoosten van het huidige stadhuis, gelegen in de rechthoek tussen de huidige Zuidstraat, Bassinstraat, Boeiaardstraat en Hofstraat, met tot de 16de eeuw onder meer het "scepenhuys", een muntslagerij en een weegplaats. Op een aansluitend plein zogenaamd "Zwynsmarct" tussen de huidige Zuidstraat en de voormalige Gevangenisstraat vindt men belangrijke handelsgebouwen als vleeshuis, lakenhalle en korenhalle. Dit grote marktplein en deze handelsgebouwen vervallen ten gevolge van de godsdiensttroebelen in de tweede helft van de 16de eeuw. Bij de verwoesting van 1578 gaan de kerk, het stadhuis en de lakenhallen verloren. Circa 1600 wordt een deel van dit grote marktplein via een cijnsverpachting verkaveld, waarop in 1658 de voorganger van de huidige brouwerij (Markt nummers 22-23) wordt opgericht. In de vroege 17de eeuw wordt een nieuw stadhuis gebouwd op de hoek van de Hoedemakersstraat en de Markt, dat reeds in 1647 wordt verwoest door een brand. In 1711-1713 wordt het huidige barokke stadhuis gebouwd, op een locatie dichter bij de brouwerij in casu.
19de-eeuwse kaarten zoals de Atlas der Buurtwegen (1846) en de P.C. Poppkaart (circa 1850) tonen een trapeziumvormig, open marktplein ten noorden van het stadhuis. Aan de achterzijde van het stadhuis (ten zuiden) sluit een bouwblok aan. Hier kon men dan ook eerder spreken van een straatbeeld, dan van pleinwanden. Deze straat ten zuiden van het stadhuis staat vanaf 1806 bekend als “Gevangenisstraat” naar de gevangenis die dan gebouwd wordt achter het stadhuis. De zuidoostelijke wand van het huidige Marktplein maakte dus minimaal vanaf het einde van de 18de eeuw (Ferrariskaart) en het begin van de 19de eeuw deel uit van een vrij gesloten straatbeeld. Er dient echter een uitzondering gemaakt te worden voor de brouwerij die in de zuidoostelijke hoek van de Gevangenisstraat gesitueerd is, ter hoogte van de Hofstraat: hier is een brede opening langs de zijgevel van het stadhuis naar het marktplein toe. Een briefhoofd van de "Brasserie et malterie La Pomme – Ed. Bekaert-Rosseel" uit de jaren 1890) situeert de brouwerij expliciet op de "Grand' Place".
In 1861-1864 wordt achter het stadhuis een nieuw gebouw opgetrokken (exit gevangenis), met op de begane grond bergruimten voor de brandweer en marktmateriaal, en op de verdieping de teken- en muziekschool. In 1872 wordt dit gebouw volledig ingericht als muziekschool. In de tweede helft van de 20ste eeuw worden de muziekschool en andere gebouwen achter het stadhuis afgebroken. Met de afbraak van het laatste huis van het bouwblok achter het stadhuis (1987) verdwijnt meteen ook de visuele herkenbaarheid van de Gevangenisstraat en van het Markstraatje, die nu gewoon aansluiten bij de pleinwand van de Markt. Hierdoor komt de achtergevel van het stadhuis vrij te staan en sluit het gedeelte ten zuiden van het stadhuis aan bij het marktplein. Door deze ontmanteling wordt het huis Bekaert nog meer bij de Markt betrokken.
De brouwerij Bekaert vanaf het einde van de 18de eeuw:
Het herenhuis Bekaert vormt het meest imposante huis binnen de pleinwanden van de Markt. Het huis is zeker 19de-eeuws, doch heeft wellicht een kern uit de tweede helft van de 18de eeuw. Op het achterliggende brouwerij-erf zijn delen van de voormalige "brouwerij Bekaert" of "Den Appel" bewaard, onder meer de mouttoren. De geschiedenis van de brouwerij gaat terug tot 1658 wanneer de familie Moke op deze plaats een brouwerij opricht, dit na het verkavelen van delen van het middeleeuwse marktplein. Pieter Debruyne, sinds 1728 eigenaar van de brouwerij, richt circa 1764 de brouwerij opnieuw op. In 1791 wordt de brouwerij verkocht aan Jean Baptiste Boutens (1760-1831), in de Franse en Hollandse periode districtscommissaris en burgemeester. Mogelijk zijn er circa 1793 bepaalde bouwactiviteiten: zie jaarankers 1793 op de latere mouttoren, die mogelijk gerecupereerd zijn van de afgebroken brouwerijgebouwen. Boutens kocht in de periode 1805-1820 een veertigtal herbergen op.
Kadaster- en kaartenonderzoek
Circa 1830 is Jean Baptiste Boutens (1760-1831) eigenaar. De Atlas der Buurtwegen (circa 1846, zie bijlage) geeft de volgende constellatie weer: het eigenlijke huis Bekaert, het vierkante achterliggende brouwerij-erf ten zuiden van het huis, omgeven door ten westen een gebouw op rechthoekige plattegrond (nutsgebouw, wellicht met administratie functie voor de brouwerij, hoorde kadastraal steeds bij het brouwershuis, bij mutatieschets 1954 deels afsplitsing als bijgebouw bij nummer 24), ten zuiden een dito gebouw (te identificeren als de mouterij, of een deel van het huidige stadsarchief), ten oosten de eigenlijke brouwerij (afgebroken). De gebouwen op het achterliggende brouwerij-erf zijn niet tegen elkaar aangebouwd, met uitzondering van de brouwerij die tegen de oostelijke zijgevel van het huis aangebouwd is. Achter (ten zuiden van) de brouwerijsite ligt dan een erg groot vierkant tuinperceel. In 1863 gaat de brouwerij over op Augustin Bekaert (1813-1892), een neef van Boutens. Bij de mutatie van 1883 worden de brouwerijgebouwen uitgebreid: de aanbouw aan de achterzijde (zuidzijde) kan geïdentificeerd worden als de nog bewaarde mouttoren. In 1891 wordt de mouterij kadastraal afgesplitst van het huis, het nutsgebouw en het achterliggende brouwerij-erf. Het perceel 303 a (het huis en het nutsgebouw) wordt gedefinieerd als huis, 303 b (de mouterij) wordt nu omschreven als mouterij. Deze mouterij wordt dan aan de oostzijde een klein beetje uitgebreid zodat deze tegen de mouttoren komt te liggen. Nog in 1891 wordt in de tuin, tegen de achtergevel van de mouterij een broeikas gebouwd. In 1898 worden zowel aan de voor- als aan de achterzijde van de mouterij volumes aangebouwd. In 1899 wordt de eigenlijke brouwerij uitgebreid. Bij de mutatieschets van 1914 wordt ten oosten van de mouttoren een uitbreiding gerealiseerd, in 1913 worden de brouwerij, de mouterij en de mouttoren verenigd als "brouwerij en maalderij". Wellicht is 'maalderij' een foute vermelding, want in 1946 zal opnieuw sprake zijn van 'Malterij'. In 1946 wordt de brouwerij gedeeltelijk afgebroken en wordt de mouterij in gebruik genomen als magazijn. In 1954 wordt het huis ten westen van het huis Bekaert (Markt nummer 24) – een eigendom van de familie Bekaert – herbouwd (voorheen ook een café). Een deel van het nutsgebouw wordt hierbij afgesplitst en als achterbouw bij nr. 24 gevoegd. In 1967 wordt een deel van de brouwerij afgebroken, zowel de mouttoren als de poortdoorrit van het huis komen vrij te staan. Het achterliggende brouwerij-erf krijgt opnieuw een afsluiting door een nieuwe achterbouw bij het huis, een paviljoentje en een tuinmuur. In 1976 wordt een deel van de mouterij (onderste deel) afgesplitst als feestzaal en eigendom van café in de Zuidstraat (nummer 12), een huis dat reeds in de 19de eeuw in eigendom was van de brouwersfamilie. In 1977 en 1989 komt de site van het huis Bekaert in handen van de stad Torhout die het inricht als administratief gebouw.
Andere brouwerijen in de stad:
De voormalige brouwerij de "Zwarte Leeuw" of brouwerij Fraeys, ter hoogte van Burg nr. 18, is slechts gedeeltelijk en in vervallen toestand bewaard. De brouwerij bestaat volgens het kadaster reeds in 1844, en is vermoedelijk reeds aangegeven op het primitief kadasterplan (circa 1830). In 1844 vindt een gedeeltelijke herbouw van het brouwershuis plaats en wordt de brouwerij vergroot door de Torhoutse brouwer Minne. In 1875 ("plus de 3 ans") wordt de brouwerij uitgebreid met een stoomoliemolen, pakhuizen en landgebouwen. In 1911 ("plus de 5 ans"), uitbreiding door Torhoutse brouwer F. Fraeys-Vansieleghem: onder meer wordt de brouwerij gedeeltelijk herbouwd. In 1914 wordt de brouwerij ondergebracht in de “Naamlooze Maatschappij Thouroutsche samenwerkende brouwerij de Zwarte Leeuw”. In 1915, uitbreiding. Het brouwershuis Fraeys en een deel van de brouwerij worden afgebroken vanaf de jaren 1970 in het kader van de heraanleg van de Burg. Het imposante huis dat aan de straatzijde gelegen was, wordt vervangen door appartementsgebouwen.
Beschrijving
Het brouwershuis Bekaert met de poortdoorrit, het achterliggende brouwerij-erf met mouterij, mouttoren en nutsgebouw.
Aan het marktplein, imposant burgerhuis met laat 18de-eeuwse of vroeg 19de-eeuwse lijstgevel. Exterieur. Breedhuis van zes traveeën en twee en een halve bouwlaag onder zadeldak (nu mechanische pannen), aflijnende kroonlijst op klossen aanzettend op lijstwerk (de kroonlijst volgt het portaalrisaliet en de verdiepte poortdoorrit, loopt ook gedeeltelijk door ter hoogte van de zijgevels). Links, poortdoorgang van twee bouwlagen onder lager dakje. Witbeschilderde, bepleisterde lijstgevel boven blauwhardstenen plint, ritmering door middel van kordonlijsten. Centraal portaalrisaliet met korfboogportaal in een geriemde blauwhardstenen omlijsting, bewaarde vleugeldeur met sierlijk uitgewerkte paneeldeuren en bovenlicht, dito uitgewerkte makelaar. Voorts rechthoekige muuropeningen met deels bewaard witbeschilderd houtwerk: schuiframen op de begane grond, T-indeling op de verdieping, en tweeledig in de halve verdieping. De luiken op de begane grond zijn nieuw, doch gaan terug op een historisch gegeven zie iconografie. Ter hoogte van de poortdoorgang, twee schamppalen, vleugelpoort met panelen.
Een foto uit het laatste kwart van de 20ste eeuw (Torhout. De geschiedenis van een stad, Torhout, 2000, p. 116) toont nog de oude dakbedekking met Vlaamse pannen en de geknikte dakoverstek. Bij de recente dakwerken werden de schoorstenen verwijderd en de bedaking boven de poortdoorgang vereenvoudigd.
De rooilijn van het brouwershuis komt meer naar voor dan de rechts aanpalende huizen op de Markt (aansluiting met Markt nummer 24). Dit is een historisch gegeven zie Atlas der Buurtwegen (circa 1846). In de tweede bouwlaag, smal venster. De gecementeerde rechter zijgevel van het brouwershuis is ook hoger dan de bedaking van nr. 24. Aan de linker zijde paalt het brouwershuis (de poortdoorrit) aan de zijgevel van het hoekpand met de Hofstraat (nu recent appartement). Op de verdieping van de poortdoorrit is een venster bewaard dat de dwarse gang op de verdieping belicht. Bewaard interieur. Onder meer deels bewaarde vloeren: zwartmarmeren tegelvloer in de hall met centraal witmarmeren stermotief, voorts 19de-eeuwse of vroeg 20ste-eeuwse tegelvloeren met geometrische motieven. Diverse salons op de begane grond, ook ruimte met kamerbrede schouw met houten omkadering, onder meer van bordenplank (mogelijk oorspronkelijk keuken). Voorts bewaarde kooflijsten, stuc- (rozetten, ingekiste balken) en lijstwerk. Bewaarde marmeren schouwtjes op de begane grond en de verdieping. De centrale trapspil en de –tredes zijn wellicht oorspronkelijk, de trappalen- en leuningen zijn art-decogetint en dateren uit de jaren 1920-1930. Bewaard binnenschrijnwerk. De gangen op de begane grond en op de verdieping zijn voorzien van rondbogige scheibogen. Kelder met brede troggewelven op ijzeren I-balken. Zolder: was vroeger ingericht als kamers voor het dienstpersoneel, brede plankenvloer, bewaarde samengestelde kapconstructie bestaande uit vier getelmerkte gebinten met pen- en gatverbindingen.
Men bereikt de binnentuin achter het huis via de poortdoorrit links van het huis. Eerst komt men op een grote geasfalteerde parking. De parking is van de binnentuin gescheiden door een lange roodbakstenen tuinmuur op de plaats waar zich tot circa 1967 de brouwerijgebouwen bevonden. Achter de muur schuilt een laag nutsgebouw onder plat dak van de woning en een tuinpaviljoentje onder pannen schilddak daterend van circa 1967 (wordt niet meegenomen in de bescherming). De binnentuin wordt afgesloten enerzijds door de genoemde tuinmuur, anderzijds door de L-vormige opstelling van witgeschilderde lage nutsgebouwen onder pannen zadeldaken.
Het meest zuidelijke nutsgebouw is de voormalige mouterij die als nevenbedrijf bij de brouwerij hoorde. Op vandaag (sinds 1992, inrichting in 1991) is de bovenruimte van dit gebouw samen met de mouttoren herbestemd als stadsarchief. Het gebouw van anderhalve bouwlaag bewaart mogelijk een oudere 18de-eeuwse kern, zie aanduiding op het primitief kadasterplan (circa 1830) en op de Atlas der Buurtwegen (circa 1846), en de bewaarde 18de-eeuwse, getelmerkte kapconstructie bestaande uit een schaargebinte waarboven een nokgebint (met dwarse schoorbalken). Witgeschilderde baksteenbouw onder zadeldak met geknikte dakoverstek (rode Vlaamse pannen), hoog dakvenster onder zadeldak (vermoedelijk voorheen laadvenster). Links, dichtgemetselde hoge poortdoorrit, getoogde muuropening onder strek, sieranker. De muuropeningen en de vensters zijn vermoedelijk gewijzigd in het midden van de 20ste eeuw: rondboogdeur, rondboognis, bolkozijnen verdiept in steekboognissen, grijsbeschilderd, traditioneel houtwerk met kleine roedeverdeling en luiken. De rondboogdeur geeft toegang tot de fuifzaal van het café Mazzel gelegen aan Zuidstraat nummer 12 (deze fuifzaal op de begane grond is private eigendom en geen stadseigendom). Dit valt te verklaren vanuit het feit dat dit café vroeger eigendom van de brouwerij was.
De aan de oostzijde bij de mouterij aansluitende hogere mouttoren (met mouteest) onder schilddak (rode Vlaamse pannen) is voorzien van muurankers "1793" en ankers in de vorm van roerspanen. Volgens het kadaster wordt deze toren echter pas in 1883 opgetrokken (zie mutatieschets), wat de datering met jaarankers tegenspreekt. De bouw van de mouttoren circa 1883 kadert in de ruimere opkomst van de mouttorens in Vlaanderen vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw (zie stukje over de evolutie van de mouterijen). De mouttoren was oorspronkelijk volledig ingesloten door ten westen de mouterij en ten noorden de brouwerij. De mouttoren vormde als het ware de zuidoostelijke hoektoren van het brouwerijcomplex. Dit verandert circa 1967 wanneer de brouwerij wordt afgebroken: de toren komt nu aan de noordzijde vrij te staan.
Witgeschilderde baksteenbouw op rechthoekige plattegrond. Vier verdiepingen, tegen de begane grond open aanbouw onder lessenaarsdak met trap naar de eerste verdieping (wordt niet in de bescherming meegenomen, daar hier oorspronkelijk de brouwerij aangebouwd was). Tot enkele decennia geleden was de mouttoren nog uitgerust met een zogenaamde 'zot' of verluchtingselement. In de verdiepingen, rechthoekige of licht getoogde muuropeningen onder strek, deels bewaard houtwerk, onder meer groot venster met grote roedeverdeling. Tegen de zuidoosthoek van de mouttoren is een loods uit het midden van de 20ste eeuw aangebouwd (slechts tegen een hoek aangebouwd). De mouttoren is bereikbaar via een een recente trap (eerste verdieping). Ook in het interieur is de vroegere functie van mouttoren/ moutast nog herkenbaar. De scheidingswand tussen de eerste verdieping van de mouttoren en de eigenlijke mouterij is opengewerkt door gietijzeren zuilen die een I-balk dragen. De begane grond (rode-kruislokaal) kon niet bezocht worden, hier bevond zich oorspronkelijk de oven. De eerste verdieping van de mouttoren is overkluisd door troggewelven: hier bevond zich de zogenaamde warmeluchtkamer of "hel". De tweede verdieping heeft een zoldering van ijzeren I-profielen met ijzeren tussentrekkers, waarop een recente inbreng van houten kinderbalken en een plankenvloer ter vervanging van de vroegere metalen eestvloer. De bovenste verdieping is momenteel niet toegankelijk, het is m.a.w. ook niet bekend of hier nog een metalen eestvloer bewaard is.
Ten westen van het achterliggende brouwerij-erf, volume van nutsgebouw onder zadeldak (Vlaamse pannen), als dusdanig reeds aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (circa 1846), op vandaag ingericht als kantoor. Witgeschilderde baksteenbouw, muuropeningen en houtwerk dateren zoals bij de mouterij uit het midden van de 20ste eeuw. Interieur met bewaarde ingekiste balken.
Ruimtelijke context
De band tussen het huis Bekaert met de brouwerij-elementen en de voorliggende pomp en het Marktplein met het beschermde stadhuis (B.S.G. van 29/11/1943) is ontegensprekelijk. De zogenaamde Gevangenisstraat maakt slechts sinds enkele decennia volledig deel uit van een open marktplein, maar opende zich naar dit plein ter hoogte van het huis Bekaert. De relatie met het vroeg 18de-eeuwse stadhuis is er dus altijd geweest. Vanuit de poortdoorrit van het huis Bekaert kijkt men uit op de linker zijgevel en op het hoge schilddak van het stadhuis. Ook het omgekeerde klopt: wanneer men naar de voorgevel van het stadhuis kijkt, ziet men ook het huis Bekaert en de pomp ervoor. De aanbouwen met onder meer de gevangenis bevonden zich immers aan de achterzijde van het stadhuis. De stad en meer bepaald Torhout als regionaal verzorgingscentrum is tot en met de eerste helft van de 20ste eeuw een typische inplantingsplaats voor de grotere brouwerijen. Een brouwerij aan een hoeve verbonden kwam ook wel eens voor, maar dan was dat een veel kleinere brouwerij (niet bekend op grondgebied Torhout). Te Torhout is weliswaar nog een deel van bedrijfsgebouwen van de brouwerij "De Zwarte Leeuw" bewaard (Burg nr. 18), maar deze verkeren in een verwaarloosde staat en de link met de brouwerswoning is niet meet aanwezig (vervangen door een appartementsgebouw).
Bron: Beschermingsdossier DW002445
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Stadspomp van 1835
Is gerelateerd aan
Stadspomp van 1868
Is deel van
Markt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brouwerij Bekaert [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87451 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.