In kern 19de-eeuws handelspand, vanaf circa 1935 hoedenwinkel en -atelier "VAN STECHELMAN-HUYST" zie opschrift op de winkelpui en schildering van vrouw met hoed en man met pet (aangebracht na 1950). Volgens het kadaster gaat het pand terug tot 1848 ("Reconstruction totale" door winkelier C. Withoek). In 1861 en 1911 wordt de achterbouw uitgebreid, respectievelijk door weduwe Adriaens(ch)–Dekeyser en door kuiper O. Deslyper. Ook uitbreiding in tweede kwart 20ste eeuw in kader van hoedenatelier. Pand van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (blauwe Vlaamse pannen, gootlijst op klossen). Cementering van de lijstgevel uit het eerste kwart van de 20ste eeuw: schijnvoegen, gegroefde banden, gestileerde druiplijsten. Bewaard groenbeschilderd houtwerk, op de begane grond vermoedelijk uit het eerste kwart van de 20ste eeuw: winkelpui met frontpanelen en puilijst met opschrift, verdiepte, beglaasde paneeldeur eveneens met stukje etalage, rolluik. Op de verdieping: vermoedelijk 19de-eeuws houtwerk met T-indeling.

Interieur: eenvoudige houten schouwtjes, bewaarde kast- en etalagedeuren met geometrische indeling en invulling met glas en spiegels.
Smalle achterbouw onder plat dak met dakterras uit de eerste helft van de 20ste eeuw: gecementeerd hekwerk met geometrisch motief, trap in boomstamimitatie met geïntegreerd Lourdesgrotje.