Klein boerenhuis van één bouwlaag onder zadeldak, bestaande uit twee delen: rechts, een woonhuisgedeelte van drie traveeën en links, een recenter, wat breder stalgedeelte, laatstgenoemde door een gevelsteen in de zijgevel gedateerd C.E./ 1889; het oudste gedeelte is reeds afgebeeld in de Atlas van de Buurtwegen (1846), en kan dus in de eerste helft van de 19de eeuw gesitueerd worden.

Witgekalkte baksteenbouw op een gepikte plint. Originele vensters in een rechthoekige houten omlijsting met sponningbeloop en luiken. Aangepaste deuren. Zijgevels met aandaken en vlechtingen. Mergelstenen banden in de linkerzijgevel.