Fort II ()

Bakstenen fort (33 ha) uit de binnenste fortengordel van de vesting Antwerpen, gebouwd in de periode 1859-1865 samen met de andere forten I-VIII, die ook Brialmontforten worden genoemd. Gemoderniseerd in 1912.

De binnenste fortengordel rond Antwerpen kwam tot stand nadat de stad tot nationaal reduit, of toevluchtsoord voor de regering, Koning en leger was uitgeroepen. De militaire middelen werden daar geconcentreerd en dus moest de stad ook goed worden verdedigd. Op ruim 6km van het stadscentrum kwam er een fortengordel. De werken bestonden uit 1° de bouw van een nieuwe omwalling buiten de stad, 2° een kring van forten en 3° inundatiegebieden. In 1859 besliste de regering acht forten ten zuidoosten van Antwerpen te bouwen. Militaire architecten ontwierpen een typeplan dat op de acht locaties zou worden toegepast, met enkele kleine varianten. Kenmerkend waren de hoge wallen op de rand van het forteiland met daaronder bomvrije gebouwen en het ovale reduit op het forteiland. Deze militaire verschansingen waren volledig met een brede vestinggracht omringd.

Type grondplan: bakstenen fort van het polygonale type

De acht forten van de binnenste fortengordel, waaronder fort II van Wommelgem, werden volgens de nieuwste inzichten ontworpen. De ontwerpers putten hun ideeën uit het polygonale stelsel, waarbij een fort een regelmatige, veelhoekige vorm kreeg. De nabijverdediging gebeurde vanuit caponnières, waarbij kanonnen vanuit versterkte gebouwen vuurden, en niet langer vanuit bastions. De forten kregen aan de aanvalszijde een hoofdcaponnière uit stekend aan de hoofdwal en een halve caponnière op de twee hoekpunten. Die stonden voor de verdediging van de grachten in. Voor de verdediging op grotere afstand stelden de militairen hun artillerie boven op de wallen op. Een open geschutsopstelling was heel gebruikelijk. Toen vanaf de jaren 1870 de vuurkracht van de projectielen toenam, voegden ze holtraversen toe, versterkte gebouwen met ronde openingen waarin de kanonniers met hun mobiele kanonnen beschutting zochten. De wallen werden ook beter georganiseerd, met een borstwering, aarden traversen en lage batterijen aan de achterkant van het fort.

Het meest opvallende gebouw was het ovale reduit, dat als kazerne diende met bovenop een gevechtsplatform. Daar stonden de zwaarste kanonnen opgesteld. Oorspronkelijk bestond het idee om daar een geschutskoepel te installeren, maar die is er nooit gekomen. Mocht het ooit tot een bestorming van het fort komen, dan namen de gevechtstroepen hun toevlucht in het reduit of binnenfort, een fort in een fort dus. Want het reduit kon volledig worden afgesloten en was omringd met een diepe droge gracht.

Aan de aanvalszijde en onder de hoofdwal lag het hoofdfrontgebouw. De zware artilleriestukken konden in de ronde gang met behulp van paarden worden gedraaid. Daar gold eenrichtingsverkeer. Aan de ene kant ingaande stukken, aan de andere kant rolden de paarden ze eruit. Fort II heeft net zoals de andere forten met een even nummer een officierengebouw. De fortcommandant stuurde telkens twee forten aan, zodat één officierengebouw per twee forten volstond.

Alle gebouwen waren aangeaard. Voor een goed gebouwenhygiëne waren de waterafvoer en ventilatie heel belangrijk. Het insijpelend regenwater van de aarden dekken werd via een systeem van kluizen, killen en waterstangen afgeleid. Het binnenglacis dekte het ovale reduit langs de aanvalszijde. En buiten de vestinggracht lag het buitenglacis, een langzaam oplopende helling die vanuit de wallen onder vuur kon worden genomen.

Bakstenen constructies, met beton versterkt

De forten uit de binnenste fortengordel zijn allemaal als bakstenen versterkingen geconcipieerd. Tot 1885 volstonden bakstenen constructies met dikke muren en gewelven om een bombardement te doorstaan. Toch zal een goede toeschouwer ook beton in deze forten opmerken, bij voorbeeld als een betonlaag bovenop een bakstenen gebouw of betonnen holtraversen en zelfs geschutkoepels. Dat zijn allemaal latere toevoegingen van kort voor de Eerste Wereldoorlog. In fort II kwam recent nog een betonnen traditorebatterij tevoorschijn na een gedeeltelijke opgraving van het rechterzijfront.

Een eclectische gevelarchitectuur

Het gebruik van eclectische gevelarchitectuur met elementen uit de neotudorstijl, Rundbogenstil en het neoclassicisme typeert de forten uit de binnenste fortengordel en meer bepaald die uit de eerste bouwfase 1860-1865. Het hoofdfrontgebouw en de halve caponnières hebben een mooi uitgewerkte gevelversiering. Heel kenmerkend voor de periode 1860-65 is het gebruik van rondboogfriezen in de voorgevels van de gebouwen (Rundbogenstil). In de bakstenen gevels is ook blauwe hardsteen verwerkt. Blauwe hardsteen komt voor als waterlijst boven deuren en ramen, als omlijsting voor de schietgaten of in de plinten van de lisenen. De lisenen (uitspringend metselwerk in de vorm van verticale stroken) ritmeren de gevel. In de massieve bakstenen gevels van ondermeer het reduit zijn bakstenen ontlastingsbogen verwerkt.

Huidige toestand

Het historische gebouwencomplex van fort II is nog volledig intact. Sommige gebouwen ondergingen wel aanpassingen. Zo is bijvoorbeeld een deel van de droge gracht van het reduit dicht gebouwd en werden enkele nieuwe volumes aan het oorspronkelijke gebouwenbestand toegevoegd, vooral loodsen die dateren van de periode dat het Belgisch leger volop motoriseerde (kort voor de Tweede Wereldoorlog tot in de jaren 1950). Een bijzonder gebouw is op het binnenglacis te vinden: een Duits sanitair gebouw voor de behandeling van mensen en materiaal na een gasaanval. De wallen hebben hun oorspronkelijke hoogte niet meer omdat ze deels zijn afgegraven, waardoor de walorganisatie verloren is gegaan. Rechts van het reduit zijn de wallen zelfs volledig weg gegraven om plaats te maken voor een nieuwe toegang. Wie het fort betreedt, komt dus niet langer via de originele toegang binnen. Bij die gelegenheid dempte men een deel van de vestinggracht. Links is de lage batterij met de oorspronkelijke wal en poterne zeer goed bewaard. Het glacis buiten de vestinggracht is vrij goed bewaard. Bijzonder zijn de restanten van de strategische bosjes op de hoekpunten van het glacis. Fort II was één van de weinige dat dergelijke aanplantingen al voor de Eerste Wereldoorlog had. De meeste forten hadden volledig open terrein ter ondersteuning van goede schoots- en waarnemingsvelden.

In de periode dat fort II werd gebouwd lag het fort grotendeels in agrarisch gebied, maar door de verstedelijking rond Antwerpen is die landschappelijke context niet meer herkenbaar. Het schootsveld (een gebied van 585m rond het fort waar de krijgsdienstbaarheden golden) structureert niet langer de ruimte. Wel nog herkenbaar is de aantakking op de Krijgsbaan, die speciaal naar aanleiding van de bouw van de forten is aangelegd voor de circulatie van de troepen.

  • Topokaart 1860-1873: Topografische kaart van België, eerste basiskaart, terreinopnames 1860-1873, uitgegeven door het Krijgsdepot tussen 1865-1880, schaal 1:20.000, originelen berusten bij het Nationaal Geografisch Instituut, kaartblad 15-4 (1865) [online] https://play.osm.be/historischekaart#16/51.2025/4.4927/basemap1873 (geraadpleegd op 26 maart 2018).
  • GILS R. 1997: Vesting Antwerpen: deel 1. Bakstenen schoonheid 1830-1885, België onder de wapens 5, Erpe.
  • LOMBAERDE P. (red.) 1997: Vesting Antwerpen. De Brialmontforten, Gent, Antwerpen.
  • Provincie Antwerpen 2015: Kaderplan Fortengordels rond Antwerpen: deel 2a tot deel 2f Informatiefiches per fort, onuitgegeven rapport [online] http://www.fortengordels.be/over_fortengordels/over-het-strategisch-project (geraadpleegd op 26 maart 2018).
  • VERBOVEN H. 2021: Waardering van de militaire vesting Antwerpen en haar fortengordels (19de-20ste eeuw) deel 1, deel 2 (waarderingskader), onuitgegeven rapport Onroerend Erfgoed, Vlaamse overheid, Brussel.

Auteurs:  Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Fort II [online], https://id.erfgoed.net/teksten/311849 (geraadpleegd op ).


Fort ()

Behoort tot de vooruitgeschoven fortengordel van acht forten naar ontwerp van A.H. Brialmont, waartoe ook de forten van Edegem en Mortsel behoren. Werken aangevat in 1864 en voltooid in 1867.

Fort gelegen in het oostelijk deel van de gemeente, Autolei ten oosten en Herentalsebaan ten zuiden; tot 30 juni 1975 in gebruik door de militaire overheid, heden eigendom van de gemeente.

Nagenoeg vijfhoekige omwaterde constructie die vrij gaaf bewaard bleef. De omwatering ten zuiden werd deels gedempt tussen keel en lage batterij.

Bewaarde onderdelen: keel met ingang tot het binnenfort, binnenfort, contrescarpe van het binnenfort, lage batterijen, paviljoen van de officieren, halve caponnières, hoofdfront, caponnière, flankerende batterijen van front I-II, doorgangen naar schuilplaatsen. het binnenplein werd kort voor de Tweede Wereldoorlog, toen het Belgisch leger gemotoriseerd werd, volgebouwd met hangars.


Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n3 (Ru-Z), Brussel - Gent.
Auteurs:  Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Fort II [online], https://id.erfgoed.net/teksten/87764 (geraadpleegd op ).