erfgoedobject

Hoeve de Grote Linde

bouwkundig element
ID
87828
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87828

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve de Grote Linde
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve de Grote Linde
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Historische hoeve zogenaamd de "Grote Linde", bestaande uit losse bestanddelen rondom een deels verhard erf. Woonhuis en schuur klimmen in kern zeker op tot de 17de eeuw, het bijgebouw dateert van het einde van de 19de eeuw. De benaming, die reeds wordt toegekend in 1975 doch vermoedelijk ouder is, verwijst naar de grote Zomerlinde ten noorden van de erfoprit. De hoeve is toegankelijk via een verharde erfoprit met overdadige begroeiing. Ten noordoosten van het erf staat een langwerpig volume met het woonhuis en een geïncorporeerde schuur. Rechtover en ten zuidoosten van het boerenhuis bevindt zich respectievelijk een dwarsschuur en een stal. Gelegen in de ankerplaats "Leiemeersen - Kanaal Brugge-Gent" confer landschapsatlas.

Historiek

Historisch kaartenmateriaal verwijst naar de rijke geschiedenis van de site, zeker opklimmend tot het midden van de 17de eeuw. Nog niet weergegeven op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). Op een in 1683 gekopieerde kaart uit 1656 wordt de hoeve aangeduid als een omwalde site met vier rondom een erf gegroepeerde, losse gebouwen. Het langwerpige woonhuis bevindt zich aan de noordzijde, ten noorden ervan bevindt zich een bakhuisje en ten zuiden en ten westen twee kleinere landgebouwen. Centraal op het erf staat een boom en links paalt er aan de site een boomgaard; een dikkere boom in de rechterbenedenhoek van het perceel suggereert de toenmalige Lindeboom. In de ommeloper van 1661 heeft de hofstede nog geen naam. Een kopie van de kaart van 1656, gemaakt in 1683, vermeldt dat de hoeve eigendom is van de zusters kartuizerinnen van Brugge. Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), worden drie volumes afgebeeld, met name het woonhuis, de stal en de schuur. Het bakhuis wordt niet weergegeven, maar is vermoedelijk wel nog aanwezig. Claeys vermeldt dat in 1809 de hofstede 53 hectare meet. Een kaart van 1821 uit het Rijksarchief te Brugge geeft vermoedelijk nog dezelfde situatie weer als op de 18de-eeuwse Ferrariskaart. Circa 1835 is de pachthoeve eigendom van de familie Dhaenens-van Outryve. In de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) staat de hoeve, vermeld als "Ferme de Verhagen", afgebeeld met dezelfde configuratie. Op een 19de-eeuwse kaart uit het Rijksarchief te Brugge aangeduid als "hofstede aen D'hanins Demoerkerke Vanoutryve Julianus" gelegen aan de "Leege weg". De familie d'Hanins de Moerkerke laat rond 1883 het bestaande bakhuis afbreken, het dwars op het woonhuis staande landgebouw verkleinen - waardoor een ruimer erf ontstaat - en meer ten zuidoosten van het woonhuis een bijgebouw optrekken. Ook achter het boerenhuis worden twee kleine bijgebouwen opgetrokken. Op een kaart van het Militair Cartografisch Instituut van circa 1910 is de hoeve aangeduid als "Ferme". Tot in de jaren 1930 blijft de hoeve eigendom van de familie d'Hanins de Moerkerke. In de jaren 1940 wordt het bakhuis terug afgebroken. In 1953 heeft de hoeve nog een oppervlakte van 29 hectare. Op een niet nader bepaald tijdstip (doch na 1941, confer mutatieschets van 1941) is ook een deel van de voormalige langwerpige schuur, die tegenover het boerenhuis ligt, afgebroken confer huidige toestand.

Beschrijving

Hoeve bestaande uit een 17de-eeuws boerenhuis, een (in de tweede helft van de 20ste eeuw ingekorte) 17de-eeuwse schuur en een eind 19de-eeuwse stal. Achter het woonhuis, twee grote recent toegevoegde hangars en een bijgebouw.
Boerenhuis van het langgeveltype met een aan de oostzijde geïntegreerd stalvolume. Verankerde, wit beschilderde baksteenbouw op een zwart gepikte plint, onder een licht overkragend zadeldak met Vlaamse pannen. Woongedeelte van zeven traveeën en anderhalve bouwlaag, waarvan de twee linkertraveeën een opkamer vormen. Ter hoogte van de opkamer en tegenaan de noordzijgevel bevindt zich telkens een ingewerkte steunbeer.
Rechthoekige openingen onder strek, de opkamervensters zijn voorzien van diefijzers, de overige vensters met luiken. Kleine halve vensters op de verdieping. Recent vernieuwd, onbeschilderd schrijnwerk zonder respect voor de oorspronkelijke roedeverdelingen confer oude foto. Geïntegreerd stalvolume met oorspronkelijk drie kleine staldeuren en tussenin telkens enkele kleinere openingen. Heden zijn de deuropeningen gedicht. Op de zolderverdieping, drie laadluiken in de voorgevel. Zuidelijke zijgevel met gedichte zolderopening en toegangsdeur op de begane grond. Dwarsschuur tussen het boerenhuis en straat gelegen; verankerde baksteenbouw onder een steil licht overkragend zadeldak met pannen; straatgevel met zwart beschilderde plint.
Onbeschilderde, doch verankerde bakstenen bijgebouwen met gepekte plint en afgedekt door pannen zadeldaken met lichte overkraging. Schuur, mogelijk dwarsschuur met aan de straatzijde een brede, witgeschilderde houten poort geflankeerd door respectievelijk één en twee rechthoekige openingen met strek of latei. De zuidzijgevel vertoont sporen van verschillend (recent) metselwerk. Tweede bijgebouw, loodrecht op de straat georiënteerd, met dubbel verankerde kopgevel en (uilen)gat. Achtergevel met gewijzigde en gedichte muuropening.

De Linde

Monumentale zomerlinde ten noorden van de erftoegang, naast de kapel "De Grote Linde" (confer Beernemsestraat zonder nummer). Dikste Zomerlinde van Vlaanderen. De aanwezigheid van de boom gaf eertijds de benaming aan de hoeve, met name "De Grote Linde". Het bestaan van een grote boom op die locatie gaat terug tot de 17de eeuw confer weergave op de kaart van 1656. Volgens de inventaris van knotbomen in West-Vlaanderen is de Linde de enige resterende van oorspronkelijk twee Linden aan de erftoegang. Volgens de literatuur heeft de Linde "vroeger" een omtrek van 7,1 meter en een hoogte van 23 meter. In 1974 wordt de Linde door de Vlaamse Bosbouwvereniging en het onderzoekscentrum Bosbouw van de Rijksuniversiteit Gent vastgelegd als de merkwaardigste in zijn soort. Heden is de stam helemaal hol en aangetast door afvallende takken (na blikseminslag). Gesnoeid in 2006.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Landschapsatlas, 2001, OC GIS-Vlaanderen.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Oostkamp, 1883/35, 1941/54.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 212: Kadastrale legger, Oostkamp, artikels 741 en 2121.
  • Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Fototheek.
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en plannen Mestdagh, nummer 1059: Figuratieve kaart van een hofstede, gronden en bossen, eigendom van het klooster van de kartuizerinnen van Brugge, gemaakt door Jean Lobbrecht naar een kaart van de gezworen landmeter Jacques Lobbrecht van 1656 (kopie van 1683).
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en plannen Mestdagh, nummer 1068: Figuratieve kaart van een hofstede en gronden, eigendom van Marlier-Rietaghe Gent, 1821.
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en plannen Mestdagh, nummer 1097: Plan van eigendommen, eigendom van mevrouw J. van den Wouwere geboren Isabelle Beaucourt en Jeannette Beaucourt, 19de eeuw.
  • CLAEYS G., De gemeente Oostkamp, Oostkamp, 1953, p. 104, 157.
  • CLAEYS G., Boek Twee, Oostkamp, Handzame, 1980, p. 129.
  • CLAEYS G., Kroniek van Oostkamp, Brugge, 1985, p. 104.
  • DE CRAEMER W., Hoevebenaming, in De Merel, jg. 9, nummer 1, 1979, p. 19.
  • DESOETE S., GERVOYSE P., VANDEN BERGHE P., Oostkamp, Beeld in beweging, Oostkamp, 2000, p. 104-105.
  • S.N., Bomen, in Kultuurleven te Oostkamp, 1974, nummer 2.
  • VANDE GINSTE S., Archiefbeelden Oostkamp, 2005, p. 113.
  • ZWAENEPOEL A., Inventaris van traditionele knotbomen als leidraad voor natuur- en landschapsbehoud en -herstel in West-Vlaanderen, WVI in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, Brugge, 2005, p. 139, 142-145.
  • ZWAENEPOEL A., Inventaris van traditionele, solitaire bomen en struiken als leidraad voor natuur- en landschapsbehoud en -herstel in West-Vlaanderen, WVI in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, Brugge, 2005, p. 17-19, 160-163.

Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve de Grote Linde [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87828 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Gemeente Oostkamp

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.