Hoeve zogenaamd "Ter Craene", die zeker opklimt tot het einde van de 18de eeuw en bestaat uit een woonhuis ten noorden en een stal ten oosten van een onverhard erf. De hoeve is gelegen aan het kruispunt van de Stuivenbergstraat met de Bornebeekstraat, vlakbij de grens met Beernem. De benaming verwijst mogelijk naar een stuk land te Oostkamp genaamd "Cranen beilc", dat volgens De Flou voor het eerst vermeld wordt in 1401, en naar "de Craene bosschen".
Site reeds aangeduid op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778): echter moeilijk te zien of beide volumes reeds zijn weergegeven. Op het primitief kadasterplan (circa 1835) is de huidige configuratie van het boerenhuis en de stal duidelijk afleesbaar; het kadaster signaleert ook een later afgebroken bakhuis en een boomgaard ten noorden en ten oosten van de hoeve. Zelfde weergave op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843): het stal/schuurvolume heeft een T-vormig grondplan en ten noordoosten van het boerenhuis bevindt zich een bakhuisje.
Verankerde baksteenbouw onder een zadeldak met Vlaamse pannen. Vrij volumineus, half witgekalkt boerenhuis uit het einde van de 18de eeuw, van vijf traveeën waarvan de linkertravee een opkamertravee met betralied kelderluik. Gepekte plint. Later gewijzigde achtergevel zie twee grote, licht getoogde en beluikte vensteropeningen onder strek in de rechtertravee. Links drie kleinere openingen, met name een deur en twee vensters met elk vernieuwd schrijnwerk. Zijgevel aan de oostzijde met in het topstuk twee rondboogvensters; op de begane grond sporen van gedichte openingen en uiterst rechts een deuropening. Aan de westkant van het boerenhuis paalt een kleine bergruimte, eveneens onder een pannen zadeldak en aan de erfzijde voorzien van twee staldeuren.
Aan de oostzijde van het erf ligt een vermoedelijk vroeg 19de-eeuwse schuur, die in de loop van de 20ste eeuw is aangepast confer sporen van een oorspronkelijke brede poorttoegang en gewijzigde muuropeningen met betonnen strekken. Laadluik onder de dakrand, kleine vensters en drie rode metalen deuren. Erftoegang met een rood metalen hekken tussen twee wit beschilderde betonnen palen.
- CLAEYS G., De gemeente Oostkamp, Brugge, 1953, p. 123.
- CLAEYS G., De gemeente Oostkamp, boek twee, Handzame, 1981, p. 129.
- DE CRAEMER W., Hoevebenaming, in De Merel, jaargang 9, nummer 1, 1979, p. 19.
- DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1928, deel VIII, kolom 684.