Teksten van Romp van Braetsmolen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87848

Romp van Braetsmolen ()

De romp van de vroegere stellingmolen Braetsmolen is achterin gelegen tussen de Brugsestraat en de Rustoordstraat. Het bouwjaar 1842 van de koren- en oliemolen is afleesbaar in een jaarsteen boven de poort. In volgelvlucht op nog geen 200 meter van de kerk was de hoge stellingmolen vroeger erg beeldbepalend in het dorpsbeeld. Sinds het laatste kwart van de 20ste eeuw kwam deze beeldkwaliteit echter in het gedrang door appartementsbouw. Wel bleef de samenhang met het eclectisch burgerhuis dat molenaar Braet in 1897 aan de Brugsestraat liet bouwen, herkenbaar. Sinds 1999 is de romp ingericht als gemeentelijke cultuurmolen De Wieke.

Historiek

In 1842 kreeg koster Francis Vanderhaeghe toestemming om een oliemolen te bouwen nabij de hij minstens op 38 meter van de weg stond. Vanderhaeghe stierf in hetzelfde jaar en zijn weduwe hertrouwde met David Derynck, die nu molenaar werd op de stellingmolen in witgeschilderde baksteen (vandaar ook Derynckmolen). Bij een openbare verkoop in 1890 verwierf postmeester Alfons Braet uit Oedelem de molenaarswoning met stalling, wagenhuis, schuur en molen. In 1891verkreeg molenaar Braet toestemming van het schepencollege om een stoommachine bij de molen te plaatsen. In 1897 bouwde de familie Braet een eclectisch burgerhuis aan de Brugsebaan, vóór de molen. In 1904 breidde de familie Braet de molen met olieslagerij, maalderij en steenkoolhandel uit met bierbrouwerij Help u zelve. Vanaf 1925 maalde men ook met een motor. In 1935 werd het gevlucht (met vanaf een bepaald moment jaloeziekleppen op de buitenroede) verwijderd en later ook de vermoedelijk metalen stelling. In 1936 werd er een Moës-dieselmotor van 25 pk geplaatst. Vanaf 1955 stopte men met brouwen en gebruikte men de molen enkel nog als magazijn. Daarna sloeg de nieuwe eigenaar, brandweercommandant Julien Braet, er materiaal op van de brandweer (toen aan de overzijde van de straat). Vanaf 1975 bouwde een aannemer de molen om tot expositieruimte en drinkgelegenheid, zogenaamd De Wieke. De molen kreeg hierbij een nieuw buitenparement. In 1999 kocht de gemeente de molen aan en richtte hem in als cultuurmolen De Wieke.

Beschrijving

De bakstenen molenromp werd in de jaren 1970 en vooral 1980 ingrijpend gerenoveerd. Hij kreeg onder meer een nieuw baksteenparement. De oorspronkelijke rondboogdeuren (ter hoogte van de vroegere stelling) en -vensters werden grosso modo behouden, maar de druiplijsten werden weggelaten (houtwerk vernieuwd naar oud model). De 19 meter hoge romp heeft onderaan een diameter van 9 meter en bovenaan van 4,5 meter. Het vooruitspringende portaal behield wel het oorspronkelijke baksteenparement en werd opnieuw witgeschilderd. De rechthoekige poort is gevat tussen pilasters. Boven de strek is er een spiegel met jaarsteen "1842" en een driehoekig fronton. In de nieuwe aanleg rond de molen zijn de oude molenstenen geïntegreerd.

Binneninrichting

Alle gaande werk is verwijderd uit de molen. De begane grond fungeerde als olieslagerij. De zolders daarboven waren ingericht als aandrijfzolder van de oliemolen, meelzolder, steenzolder, luizolder en kapzolder (bovenste twee zolders samengevoegd bij de renovatie). In de aandrijfzolder, de meelzolder en de steenzolder zijn de originele (moer)balken en trappen bewaard.

  • BECUWE F. 2009: In de ban van Ceres. Klein- en grootmaalderijen in Vlaanderen (ca. 1850 – ca. 1950), Relicta Monografieën 3, Brussel, 198.
  • BOULJON B. 1984: Het Oostkamp, Ruddervoorde, Hertsberge en Waardamme van toen. Een verzameling foto's van de vier Oostkampse deelgemeenten in de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw, Brugge, 8.
  • BOULJON B. 1981: Oostkamp, Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme in oude prentkaarten, Zaltbommel, nummer 38.
  • CLAEYS G. 1985: Kroniek van Oostkamp, Brugge, 257, 329.
  • CLAEYS G. 1982: Oostkamp in oude prentkaarten, Zaltbommel, nummers 4-5, 7.
  • DEMULDER J. 2003: De Wieke, Heemkundige Kring Oostkamp 4.8, 46-61.
  • DEVLIEGHER L. 1984: De Molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 322-323.
  • S.N. 2000: De Wieke, De Merel 30.3, 2-3.
  • VAN SLAMBROUCK J. s.d.: De molens van Oostkamp, Ons Molenheem 30, 75, 94, 200.
  • DENEWET L. & HOLEMANS H. 2016: Braetsmolen, Oostmolen, De Wieke [online], https://www.molenechos.org/molen.php?nummer=1400 (geraadpleegd op 24 september 2020).
  • VANWALLEGHEM A. 2007: Braetsmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/87848 (geraadpleegd op 24 september 2020).
  • Informatie meegedeeld door Maarten Osstyn (22 februari 2017).

Auteurs:  Vanneste, Pol; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. & Vanwalleghem A. 2020: Romp van Braetsmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359989 (geraadpleegd op ).


Braetsmolen ()

Molenromp van de voormalige stellingmolen "Braetsmolen" of "Oostmolen", thans zogenaamd "De Wieke". In oorsprong een bakstenen stellingmolen (koren- en oliemolen) met zelfzwichting op één roede, daterend van "1842" zie beschilderde jaarsteen boven de toegang. Sinds 1978 is de molen van de openbare weg gescheiden door een appartementsgebouw (nummer 11). Thans ingericht als tentoonstellingsruimte en onder meer gebruikt door verenigingen, kunstenaars en musici.

Historiek

In 1842 krijgt Francis Vanderhaeghe, de toenmalige koster van de parochie, van de gemeente de toestemming om een windoliemolen te bouwen vlakbij de Sint-Pieterskerk. De molen moet minstens op 38 meter afstand van de weg staan. Na het overlijden van Vanderhaeghe in 1842, hertrouwt zijn weduwe met David Derynck, die de taak van molenaar overneemt (vandaar de "Derynckmolen"). Op 8 november 1890 wordt de molen door notaris Henri Claeys openbaar verkocht. Het woonhuis met stalling, wagenhuis, schuur en windmolen worden aangekocht door Alfons Braet, postmeester uit Oedelem. Op 20 mei 1891 geeft het schepencollege hem de toestemming om een stoommachine op zijn goed te installeren, om zo een olieslagerij op te starten. In 1897 bouwt de familie Braet een groot herenhuis vóór de molen.

In 1904 wordt de molensite achteraan uitgebreid met brouwerij "Help u zelve", samen met de olieslagerij, maalderij, brouwerij en steenkoolhandel in het bezit van de familie Braet. In 1925 is er sprake van een motormolen en in 1935 wordt het gevlucht verwijderd. De brouwerij stopt in 1955 met het brouwen van bier en vanaf datzelfde jaar wordt de molen gebruikt als magazijn. Daarna is de molen eigendom van brandweercommandant Julien Braet, die de molen gebuikt voor de opslag van brandweermateriaal (de brandweer is in die periode gevestigd aan de overzijde van de straat zie nummer 30). In 1971 en 1978 wordt de molen verkocht en aannemer Vanhaerents uit Torhout. Deze aannemer knapt de molen op en maakt er een expositieruimte en drinkgelegenheid van, zogenaamd "De Wieke". In 1999 koopt de gemeente de molen aan als cultuurmolen.

Beschrijving

Oorspronkelijk wit beschilderde, bakstenen molenromp, vermoedelijk sinds de jaren 1970 vrij ingrijpend gerestaureerd onder meer vervangen van de bakstenen door een nieuwe steen, doch met weglating van de druiplijsten boven de oorspronkelijke rondboogvensters. Romp van 19 meter hoog met een breedte onderaan van 9 meter en bovenaan van 4,5 meter. Wit beschilderd, bakstenen voorportaaltje met ingang afgewerkt met een driehoekig fronton, gedateerd met jaarsteen "1842". In de romp, thans licht getoogde openingen. Het gaande werk van de molen, onder meer de wieken en de houten ommegang, is ontmanteld. Naast de molen liggen onder meer de molenstenen geïntegreerd in de nieuwe aanleg. Voormalige opslagruimte op de benedenverdieping, daarboven vier zolders.

  • BOULJON B. 1984: Het Oostkamp, Ruddervoorde, Hertsberge en Waardamme van toen. Een verzameling foto's van de vier Oostkampse deelgemeenten in de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw, Brugge, 8.
  • BOULJON B. 1981: Oostkamp, Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme in oude prentkaarten, Zaltbommel, nummer 38.
    CLAEYS G. 1985: Kroniek van Oostkamp, Brugge, 257, 329.
  • CLAEYS G. 1982: Oostkamp in oude prentkaarten, Zaltbommel, nummers 4-5, 7.
  • DEMULDER J. 2003: De Wieke, Heemkundige Kring Oostkamp 4.8, 46-61.
  • DEVLIEGHER L. 1965: Beeld van het Kunstbezit, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 1, Tielt, 322-323.
  • S.N. 2000: De Wieke, De Merel 30.3, 2-3.
  • VAN SLAMBROUCK J. s.d.: De molens van Oostkamp, Ons Molenheem 30, 200, 75, 94.

Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Vanwalleghem A. 2007: Romp van Braetsmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/87848 (geraadpleegd op ).