erfgoedobject

Hoeve Ter Ede

bouwkundig element
ID
87867
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87867

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Ter Ede
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Ter Ede
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

De site klimt minstens op tot de tweede helft van de 16de eeuw, doch de gebouwen dateren pas van de 19de eeuw en zijn sindsdien vrij zwaar verbouwd en aangepast.
De hoevebenaming is, net zoals de straatnaam, afgeleid van het woord heide, verwijzend naar de uitgestrekte heidegebieden die hier in de middeleeuwen voorkomen (confer Algemene geschiedenis van de veldontginningsgebieden). Zeker in de 19de eeuw behoort de hoeve tot de eigendommen van het kasteel "Nieuwburg" (confer Nieuwburgstraat nummer 2) confer rode beschildering van de gevels van het boerenhuis en de stal. Gelegen in de wijk Kaleshoek, op het einde van de Edestraat, net vóór de voormalige Veltdreve, die van oudsher de straat/hoeve in westelijke richting verbindt met de Kuipenstraat.

Historiek

16de-17de eeuw. De hoeve wordt reeds afgebeeld op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601); weergave van een viertal gebouwen binnen een omwalling met aan straatzijde een poortgebouw. De hoeve ligt duidelijk op een droger gebied ten zuiden van een wastine (confer Algemene geschiedenis van de veldontginningsgebieden).
De tot op heden oudst teruggevonden vermelding van de hofstede dateert van 1661. Op een kaart van na 1660 met de nieuwe grenzen van Loppem en Oostkamp, wordt de site weergegeven bestaande uit een erf dat aan de noordzijde afgesloten is met twee in mekaars verlengde gelegen volumes en aan de zuidoostenkant bebouwd is met een dwars landgebouw met een vleugel parallel aan de straat. Mogelijk zijn de eerst vermelde volumes te identificeren als het huidige boerenhuis en is de dwarse vleugel vooraan een deel van de huidige stal. Het volume vooraan, dat evenwijdig is gelegen met het boerenhuis, is al in de 18de eeuw afgebroken. De weg vertoont ter hoogte van de hoeve een soort verbreding.

18de eeuw. Op de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op het initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), is de omwalde hoeve voor het eerst aangeduid met de naam "De Rivière". De met bomen omzoomde Edestraat kronkelt langs het hoevedomein heen. De voormalige heide rondom de hoeve is in de 18de eeuw duidelijk omgezet naar bosgebied.
De cirkelvormige omwalling wordt eveneens weergegeven op de kaart van 1743 en op een 18de-eeuwse kaart uit het Rijksarchief te Brugge; alleen het boerenhuis is omwald en ten zuidoosten liggen twee stallen in mekaars verlengde.

19de eeuw. Een kadastrale kaart uit het Rijksarchief gedateerd in 1810 toont aan dat de dreef in die periode dwars over het huidige erf loopt, tussen de twee langwerpige landgebouwen. Voorts is ook het woonhuis en een dwars gebouwtje op het erf vooraan weergegeven. De gracht rondom het woonhuis is hier niet weergegeven, doch verschijnt wel nog op het primitief kadasterplan (circa 1835) en in de Atlas der Buurtwegen (circa 1843). Op de Atlas van Vandermaelen (1846-1854) wordt de hoeve nog steeds vermeld als "de Riviere Ferme".
In de jaren 1860-1870 voorziet baron Ernest Peers de Nieuwburgh twee kleine nieuwe landgebouwen ten noorden en ten zuiden van het bestaande woonhuis; de gracht rondom het woonhuis wordt gedempt en rond het volledige erf wordt nu een ruimere gracht aangelegd. In 1883 registreert het kadaster de verlenging van het nog bestaande stalgebouw in zuidelijke richting. Bovendien worden ook twee andere landgebouwen afgebroken. Volgens een mutatieschets van 1885 wordt het woonhuis dan uitgebreid aan de achterzijde; vermoedelijk impliceert dit echter het volledig herbouwen van de boerenwoning. Zeker tot het einde van de 19de eeuw blijft de hoeve eigendom van de familie Peers de Nieuwburgh.
De bouw van de dwarse schuur wordt niet geregistreerd in het kadaster, doch dateert vermoedelijk eveneens van het einde van de 19de eeuw.

20ste eeuw. De pachthoeve is tot circa 1935 bewoond geweest door de familie Emiel Coucke, vader van Maurice Coucke die burgemeester van Ruddervoorde is van 1953 tot 1970. In 1953 vermeldt Georges Claeys dat "thans nog twee zijden van wallen voorzien" zijn. Vandaag is de gracht/wallen echter verdwenen.

Beschrijving

In hoofdzaak 19de-eeuwse, imposante hoeve toegankelijk via een erfoprit tussen twee bakstenen pijlers. Onverharde erfoprit afgezet door betonnen paaltjes; deels met betonplaten verhard gedeelte voor het boerenhuis en de schuur.

Parallel met de straat ligt een imposant, 19de-eeuws boerenhuis. Roodgeschilderde, zwaar verankerde baksteenbouw op een zwart gepikte plint onder een zadeldak met lichte knik en bedekt met mechanische pannen. Breed boerenhuis van negen traveeën en anderhalve bouwlaag. Licht getoogde openingen met geblokte ontlastingsbogen, voorzien van vernieuwd houtwerk onder meer luiken op de begane grond. De twee rechtertraveeën sluiten niet aan bij de regelmatige gevelindeling van de overige zeven: kleine opkamer (?) of toch een onderaan deels gedicht venster en uiterst rechts een volledig gedichte, voormalige deuropening. Gecementeerde zijgevel links met laadluik, zijgevel rechts met deur naar een berging of een kleine stalling. Bovenvensters met halve vensters, die in de eerste, derde, vijfde en negende travee blind zijn. Een foto van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) van 1953 geeft een blik op de achtergevel van het boerenhuis. Deze toont een quasi centrale deur met links ervan twee opkamertraveeën en rechts ervan drie onregelmatig gesitueerde, beluikte vensters. Boven de voordeur zit een half venster onder het dak en boven de opkamer zit een dakvenster onder een pannen zadeldakje. Het erf is op dat ogenblik nog quasi volledig gekasseid. Vermoedelijk in de tweede helft van de 20ste eeuw is het woonhuis aan de westkant uitgebreid met een stal.

Kleine stal gelegen achter het boerenhuis. Verankerde baksteenbouw onder een overkragend zadeldak bedekt met pannen; roodgeschilderd houtwerk.

Dwars op het boerenhuis georiënteerde stallen, mogelijk daterend uit de 17de-18de eeuw, doch aangepast qua openingen in de 20ste eeuw. Verankerde baksteenbouw met een zwart gepikte plint onder een pannen dak; oostgevel met vierkante vensters en gedichte langwerpige openingen onder het dak. Recente uitbreiding tegen de westgevel.

Schuur gelegen ten oosten van het boerenhuis; verankerde baksteenbouw onder een pannen dak met twee dakvensters, aan de voorzijde met rondboogvormige laadluiken. Travee rechts met segmentboogvormige poort. Voorgevel met vierkante vensters en een recente schuifpoort ter vervanging van een tweede segmentboogvormige poort. Tegen de zijgevel recente uitbreidingen, die het decoratief metselwerk verbergen. Een foto van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) van 1953 toont namelijk niet alleen een derde dakvenster en een tweede segmentboogvormige poort die is vervangen door een recente metalen schuifpoort, maar ook een zorgvuldig gedecoreerde rechterzijgevel met een gelijkaardige vormgeving als de kopgevels van de voormalige melkerij "Nieuwburg" (confer Nieuwburgstraat nummer 32).

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Oostkamp, 1865/29, 1883/146, 1895/48.
    Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Fototheek.
  • Rijksarchief Brugge, Verzameling kaarten en plannen, nummer 294: Kaart met de nieuwe grenzen van Loppem en Oostkamp, gemaakt door F. Verplancke, na 1660.
  • Rijksarchief Brugge, Verzameling kaarten en plannen, nummer 529: Perceelsgewijze kaart met de heerlijkheid Buskensambacht in Oostkamp, 18de eeuw.
  • Rijksarchief Brugge, Verzameling Kaarten en Plannen, nummer 1618: Kadastrale kaarten van Sijsele, Oostkamp, Zedelgem en Sint-Kruis (Sectie G), 1810.
  • Rijksarchief Brugge, Archief van de Schepenbank Oostkamp, nummer 271: Registers van onroerende goederen 'Lantboeken' van de heerlijkheid en parochie Oostkamp en haar onderdelen, 1743.
  • BOULJON B., Oostkamp, Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1981, nummer 50.
  • CLAEYS G., De gemeente Oostkamp, Brugge, 1953, p. 100-101.
  • CLAEYS G., Kroniek van Oostkamp, Brugge, 1985, p. 339-340.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel VI, Brugge, 1926, kolom 1126.

Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Ter Ede [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87867 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Gemeente Oostkamp

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.