is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein Nieuwburg
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Daelman
Deze vaststelling was geldig van tot
omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Nieuwburg
Deze vaststelling was geldig van tot
Kasteeldomein gelegen ten westen van en palend aan de Kortrijksestraat. Historische kasteelsite getypeerd door de opperhof-neerhofstructuur, vanaf het einde van de 18de eeuw in handen van de familie Peers de Nieuwburgh.
14de eeuw. Eén bron deelt mee dat de oudste vermelding van het domein ("Int stic over de beke bachten weits hove") dateert van 1300; het domein (of het gebouw op dat domein) draagt op dat ogenblik de naam "Weitshof".
15de eeuw. Naar verluidt wordt in 1428 op het domein een buitenverblijf gebouwd voor de familie Adornes, een handelaarsfamilie afkomstig uit het Italiaanse Genua, die resideert in Brugge. De vierkante toren aan de noordoostkant van het huidige kasteel gaat vermoedelijk terug tot deze eerste bouwperiode en kan daarmee dus zeker als het oudste gedeelte van het kasteel beschouwd worden.
16de eeuw. Op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601), wordt een omwald domein weergegeven toegankelijk via een poort, rechtover de huidige Edestraat. De oostkant van het domein is duidelijk ingenomen door een kasteel met (enkele ?) toren(s) en de westkant door andere bebouwing, het neerhof, waarvan de configuratie onduidelijk is. Beide delen zijn gescheiden door een gracht.
Op het einde van de 16de eeuw, tijdens de godsdienstoorlogen, wordt het kasteel in 1582 bijna totaal verwoest confer een citaat uit een familiedocument "Uute dien dat jn april XVC LXXXII de overheyt heeft ghedaen demolieren ende verbranden het casteel nieuburch metten nederhove buuten de wete ende advertissemente vande voorn. Voochden, ...gedaen te brugghe, ... 1582". Meteen verschijnt hier voor de eerste keer de benaming "Nieuwburg".
17de eeuw. In 1662 wordt het bestaande buitenverblijf, dat naar verluidt op dat ogenblik nog steeds (ook ?) de naam "Weitskasteel" draagt, aangekocht door Jan Neyts, lid van een rijke burgerfamilie uit Brugge. Naar verluidt verbouwt hij het bestaande kasteel. Na die verkoop wordt het kasteel in enkele gevallen "Neytskasteel" genoemd. De ommeloper van 1662 vermeldt dat het kasteel twee vierkante torens bezit en omringd is door een brede omwalling. Een kaart van de bezittingen van Jan Neyts, getekend door Jacques Lobberecht in 1665, toont een langwerpig kasteel, wellicht bestaande uit een centrale vleugel, aan beide uiteinden geflankeerd door een toren. Het kasteeldomein met neerhof is toegankelijk via een poortgebouw met kantelen en het kasteel is bereikbaar via een brug over een omwalling. De oostkant van het kasteel is aan het zicht van buitenstaanders onttrokken door bomen. Op de kaart staan verder de eigendommen die tot de kasteelheer behoren, zich uitstrekkend over de heerlijkheden Oostkamp, Buskensambacht en ten Torre, en die samen 167 gemeten, 1 lijne en 30 roeden groot zijn.
18de eeuw. Bij de verdeling na het overlijden van Thomas Neyts senior, kleinzoon van de vermelde Jan Neyts, in het jaar 1700, komt de heerlijkheid Nieuwburg toe aan zijn dochter Anna-Felicia Trappequiers-Neyts. Bij de snel op elkaar volgende verdelingen van de nalatenschappen van zowel haar vader (1700), haar broer (1702) als haar zus (1703), kiest Anna zoveel mogelijk voor de allodiale eigendommen in Oostkamp, die samen met de feodale heerlijkheid een economische eenheid vormden. Na haar vroegtijdige dood in 1704, gaat de feodale erfenis over op haar dochter Isabelle Trappequiers. Zij huwde met de burgemeester van het Brugse Vrije Albert Claesman (†1750), tevens heer van Vyve en sedert 1735 baron van Male, die daarbij vanaf dan dus ook leenhouder en eigenaar van Nieuwburg wordt.
Vanaf 1737 is de heerlijkheid en het kasteel "Nieuwburg" onderwerp van een langdurig proces, aangespannen door de tante van Isabelle Trappequiers (de vrouw van de in 1737 overleden broer van haar moeder Thomas-Maximiliaan Neyts), waarin zij vermoedelijk een erfeniskwestie in vraag stelt. (Wellicht verdedigt ze de stelling dat een heerlijkheid niet aan een vrouwelijke erfgename mag toegewezen worden maar dat het kasteel via zijn broer Jan-Baptist aan haar man ten deel moest vallen. Of misschien bepleit ze dat, na het vroegtijdig overlijden in 1704 van Anna Neyts, dit leen naar de familie Neyts moest terugkeren, in de persoon van de enige overlevende broer, haar echtgenoot Thomas-Maximiliaan.) De vrouw in kwestie, Margareta Lynch, heeft blijkbaar geen goede argumenten en verliest het proces.
Het enige kind van Albert Claesman en zijn echtgenote, dochter Isabelle Claesman († 1768), treedt als begeerde enige erfgename in het huwelijk met de rijke burger, ondernemer, stokhouder van de baronieën Male en Vyve, griffier van het feodaal hof op de Burg van Brugge en tresorier van Damme, Charles-Jean Dhont (1723-1798). Hij wordt in 1760, het jaar van hun huwelijk, in de adelstand verheven en neemt de naam aan van ridder Dhont de Nieuwburgh de Bouchoute de Bassevelde.
De kaart van 1766, toegevoegd bij de ommeloper van Oostkamp van 1661-1662, geeft een schets weer van het kasteel. Er is duidelijk één toren zichtbaar.
Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), staat het kasteel aangeduid als "Nieuwenbourg", gelegen in het gehucht "Caleshouck". Het is bereikbaar via een schuine, ten noordoosten van het kasteel lopende dreef vanaf de huidige Kortrijksestraat. Dit is de enige verbinding met de steenweg, aangezien een deel van de Nieuwburgstraat pas op het einde van de 19de eeuw wordt aangelegd cf. eerste weergave op een kaart van het Militair Cartografisch Instituut van circa 1892. Het kasteel is tevens bereikbaar vanuit de huidige Edestraat en vanuit het westelijke deel van de huidige Nieuwburgstraat.
Aangezien het huwelijk Claesman-Dhont en ook het tweede huwelijk van Dhont met Anne le Bailly (1751-1830) kinderloos blijft, wordt de aanzienlijke erfenis op het einde van de 18de eeuw verdeeld onder de nakomelingen van zijn broer. Zo erft Isabella Dhont, weduwe van Cornelis Peers, in 1798 het kasteeldomein.
19de-20ste eeuw. Op een kaart van landen gelegen te Oostkamp, te dateren vóór 1828, wordt het kasteel omschreven als "Maison de campagne de mr. Peers Dhont" Het kasteel wordt getekend als een langwerpig volume met ten zuiden een dwars bijgebouwtje (dat heden is verdwenen).
Naar verluidt in 1828 worden het kasteel en de bijhorende goederen geërfd door baron Ernest Peers-Ducpétiaux (1804-1895), die een grote interesse heeft voor de landbouw en problemen binnen de landbouw en die daarover enkele publicaties opstelt. Zelfde weergave op het primitief kadasterplan van circa 1835, de Atlas der Buurtwegen (circa 1843), de Atlas van Vandermaelen (1846-1854) en een kaart van 1854 uit het fonds Mestdagh (Rijksarchief Brugge). In 1865 registreert het kadaster vermoedelijk de bouw van het tot op heden bestaande classicistische kasteelgebouw met geïntegreerde middeleeuwse restanten. Bovendien wordt ten noorden van het kasteel een halfronde muur gebouwd ter afscherming van een aangelegde moestuin. Baron Ernest Peers-Ducpétiaux vraagt op 26 mei 1873 de toelating op een gasfabriek op te richten voor het verlichten van zijn buitengoed; de gasfabriek zou geplaatst worden achter de kasteelhoeve (confer nummer 6).
In 1883 wordt melding gemaakt van de bouw van een bewaard prieeltje in het park.
Na het overlijden van baron Ernest Peers-Ducpétiaux in 1895 komt het domein volgens het kadaster in handen van zijn erfgenamen, kinderen Marie en Georges. Tot op heden in het bezit van de familie Peers de Nieuwburgh. De kaart van het Militair Cartografisch Instituut van circa 1892 geeft aan dat de parkaanleg uit de tweede helft van de 19de eeuw dateert. Bovendien is ondertussen ten noorden op het domein ook een tweede kasteel gebouwd, naar verluidt in opdracht van Jacques Peers de Nieuwburgh, als zomerresidentie. Een oude foto toont een vrij laag, neogotisch kasteel. Het brandt echter al in 1940 af, wanneer het dienst doet als toevluchtsoord voor geëvacueerden uit Oostende. In 1949 wordt de toren ervan omver getrokken en de ruïne afgebroken.
Het kasteel kon niet worden bezocht; hierna volgende beschrijving is dus gebeurd aan de hand van oudere foto's en van wat zichtbaar is vanop de openbare weg.
Deels in de gracht gelegen kasteel dat eertijds toegankelijk was via een brug ten westen van het kasteel. Drieledige, bakstenen boogbrug van verankerde baksteen met als leuning arduinen borstweringen opengewerkt met gestileerde bloemmotieven, alternerend tussen de bakstenen pijlers. Wellicht dateren deze leuningen van de periode van de veranderingen aan het kasteel en het domein in de tweede helft van de 19de eeuw confer op een 19de-eeuwse studie van het kasteel, getekend door Van de Putte, verschijnt de brug nog met een volle, bakstenen leuning. De brug is tot op vandaag aan de kant van het neerhof voorzien van twee hoge, verjongende pijlers van bak- en natuursteen, met kubusbekroning.
Volledig onderkelderde, verankerde, bakstenen constructie. Het hoofdvolume, gebouwd rond 1850 en gelegen aan de parkzijde, is een sober breedhuis van zeven traveeën (aan parkzijde) + drie traveeën (zijkant) en twee en een halve bouwlaag, afgedekt door een vrij steil, leien schilddak. Ten noordwesten is een middeleeuwse torenconstructie geïntegreerd, wellicht in de 19de eeuw afgedekt door een soortgelijk, leien schilddak. Deze toren van drie traveeën springt vooruit ten opzichte van de achtergevel van het hoofdvolume. Een slanke, ronde toren met leien spitsdak breekt doorheen het dak van het hoofdvolume, ter hoogte van de rechthoekige torenconstructie.
Voor- en zijgevels van het hoofdvolume worden geritmeerd door eenvoudige rechthoekige vensters met strekken. De parkgevel heeft centraal als ingang een dubbel deurvenster, bereikbaar via een arduinen bordestrap. In de noordgevel is naast de toren een rondboogingang bewaard. De zuidgevel is enkel in de middelste travee doorbroken door vensters; de overige twee traveeën vertonen wel sporen van vroegere openingen. De westgevel bewaart ouder metselwerk en sporen van de oudere constructie. De rechthoekige toegang, waarop van oudsher de toegangsbrug geaxeerd is, is voorzien van natuurstenen negblokken. Voorts rechthoekige vensters confer overige gevels.
Het middeleeuwse torenvolume is op beide ribben voorzien van natuurstenen hoekkettingen. De westgevel is geleed door rechthoekige vensters op de eerste en de tweede bouwlaag en door rondboogvensters op de derde bouwlaag. Per travee zitten de vensters gevat in één rondboogvormige traveenis (Brugse travee, type I). De borstweringen zijn gedeeld door een (natuurstenen ?) moneel. Onder de dakrand is de toren afgelijnd door een spitsbogenfries op natuurstenen consoles; arkeltorentjes met spitsboognissen.
Overal bewaard, 19de-eeuwse houtwerk onder meer vensters, versneden kroonlijst op klossen, enzovoort.
Volgens een studie die Janssens de Bisthoven gemaakte ter plaatse in 1943, gaan de kelders onder de toren terug tot eind 15de of begin 16de eeuw confer bakstenen gewelven met gotische natuurstenen ribben en gebeeldhouwde consoles met koppen, leeuw en bloemmotieven.
Kasteeldomein gelegen op de valleihelling naar de Poversbeek-Marsbeek, wat vrij duidelijk zichtbaar is vanaf de Kortrijksestraat. Toegangsweg via een dreef, zijtak van de Kortrijksestraat, inkom gemarkeerd door natuurstenen pilaren.
Het kasteel en het landgoed zijn omringd door een walgracht, die op sommige plaatsen sterk verland is; het kasteel en de kasteelhoeve (confer nummer 6) zijn ook onderling gescheiden door een dwarsgracht.
Vóór het kasteel ligt een grotere waterpartij (daterend uit de 20ste eeuw) en in de onmiddellijke omgeving is een ijskelder aanwezig, een pittoresk boogbrugje en een tuinpaviljoentje. Het kasteel zelf is goed ingekapseld door een parkbos en daardoor moeilijk zichtbaar vanaf de Kortrijksestraat. Cirkelvormige muur ten noorden van kasteel, restant van de voormalige moestuin van circa 1865.
Dichte en ruime omgeving ten noorden en ten oosten van het kasteel met duidelijke parkaanleg in landschappelijke stijl, doorsneden en begrensd door enkele dreven (onder andere de voormalige toegangsdreef, de dreef naar het bochtige stuk van de Nieuwburgstraat). Parkomgeving biedt wijdse en gevarieerde zichten door grote open graslanden omzoomd door grillig afgeboorde parkbosranden, en de verspreide solitaire bomen en bomengroepjes (beuken, eiken, ...).
Vaak komen kleine parkbosranden voor op de hoeken van graslandpercelen.
Aan de Nieuwburgstraat bevindt zich ter hoogte van het einde van het kasteelpark een roodgeschilderde, houten toegangspoort met cottage-inslag, onder een leien bedaking.
Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Op basis van een gesigneerd ontwerpplan, gedateerd 1895, kan de herwerking van het park toegewezen worden aan landschapsarchitect Louis Fuchs. Het plan beeldt het verruimde kasteeldomein af, met zowel het oude kasteel en neerhof of Hoeve Daelman, als het toen nieuwe zomerkasteel in neogotische stijl. Bij de omwalling van de opper- en neerhofstructuur wordt aan de oostzijde een beperkte aanpassing voorgesteld met uitbreiding als parkvijver. Een oudere, deels ommuurde moestuin met oranjerie en druivenserres en centrale zonnewijzer wordt geïntegreerd. Ten noorden wordt een nieuwe moestuin met serres ingetekend, samen met een personeelswoning en, enigszins afgezonderd, een melkerij of 'laiterie'. Voor enkele dreven wordt een gehele of gedeeltelijke opheffing voorzien, waarbij vermoedelijk enkele dreefbomen worden uitgespaard als solitaire bomen of kleine bomengroepen. Een aantal gebogen wegen en paden wordt uitgetekend, waarvan een uitgeeft op de houten toegangspoort aan de Nieuwburgstraat. Zowel vanuit het oude als nieuwe kasteel worden vista's voorgesteld, hoofdzakelijk in oostelijke richting. Een lange dreef vertrekkend vanaf de Kortrijksestraat wordt opgewaardeerd als hoofdtoegang, waarbij op een vroeger snijpunt van dreven een rotonde wordt ingepast. Het geheel wordt ingekapseld met smalle bosgordels of kleine bosjes. De meeste elementen op dit plan zijn ook daadwerkelijk uitgevoerd.
Is deel van
Kasteeldomeinen Nieuwburg en De Breidels
Is deel van
Nieuwburgstraat
Omvat
Hoeve Daelman
Is gerelateerd aan
Directeurswoning van de melkerij Nieuwburg
Is gerelateerd aan
Dorpswoning met schuur
Is gerelateerd aan
Het gazekot horende bij de melkerij Nieuwburg
Is gerelateerd aan
Hoeve behorend tot kasteel Nieuwburg
Is gerelateerd aan
Hoeve gelegen bij de melkerij Nieuwburg
Is gerelateerd aan
Kleine hoeve
Is gerelateerd aan
Langgestrekte hoeve
Is gerelateerd aan
Melkerij Nieuwburg
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Nieuwburg [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87986 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Gemeente Oostkamp
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.