Rijhuis van twee traveeën en twee bouwlagen, gebouwd in het eerste kwart van de 20ste eeuw. Zadeldak met Vlaamse pannen (nok dwars op de straat). Puntgevel van oranje baksteen op bepleisterde en geschilderde plint. Licht getoogde openingen onder een licht gebogen latei met afwisselend enkele witgeschilderde of blanke bakstenen. Tussendorpels als witgeschilderde banden doorgetrokken over de gevel. Bewaard houtwerk.
Nummers 28, 36 en 38, in oorsprong gelijkaardige panden, maar thans met vernieuwd houtwerk. Nummers 36 en 38 ook met volledig vernieuwd parement en aangepaste openingen. Nummer 28 bewaart een parement van baksteen gecombineerd met geglazuurde baksteen, en een gootlijst met gesculpteerde boord.