Typische lage woning, daterend van eind 18de eeuw of begin 19de eeuw cf. afwezigheid van bebouwing op de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), en weergave van het woonhuis en een landgebouw aan de straatkant op een kadastraal plan van 1829 uit het Rijksarchief te Brugge. In 1922 laat baron Robert Rapaert de Grass (burgemeester van 1921 en 1930) een bijhorend landgebouw aan de straatkant afbreken. In 1944 bouwt Pierre Rapaert de Grass (burgemeester van 1932-1945) een bijgebouw aan de straatkant en achter het woonhuis. Het huis zelf wordt aan de achterzijde uitgebreid. Vermoedelijk circa 1971, afbraak van het bijgebouw aan de straatkant en verkleining van het perceel naar aanleiding van het rechttrekken en verbreden van de Proosdijstraat.

Eénlagig woonhuis van het langgeveltype onder licht overkragend dak met pannen en lichte knik. Verankerde baksteenbouw met licht getoogde, beluikte vensters. Wit beschilderde voorgevel op een blauw beschilderde plint. Rechthoekige voordeur met rechts een toegemetste opening. Houtwerk groen en wit beschilderd. Verwaarloosd, begraasd voortuintje met struiken rechts.