Graanwatermolen, tijdens 19de en begin 20ste eeuw eveneens oliestamperij en heden cilindermaalderij. Voornamelijk bakstenen constructies van één tot twee bouwlagen, onder zadeldaken, uit de 19de en begin 20ste eeuw, doch op oudere grondvesten (in 1962 werd, aldus de eigenaar, een balk met jaartal 1413 verwijderd). Rechthoekige vensters onder houten lateien.
De watermolen (nok loodrecht op beek) bevat oudere kern met onder meer deels zandstenen basis en voorheen beluikte steekboogvensters met zandstenen omlijsting; in de zijgevel wordt een verhoging en uitbreiding door middel van muurankers gedateerd: 1907. Overbouwd (troggewelven tussen ijzeren I-balken) metalen bovenslagrad; in het interieur nog de vroegere ronde bakstenen, met natuursteen afgedekte kuip(muur), doch de oorspronkelijke installatie is verdwenen. Langsheen de beek, op molen, mechanisch gedeelte uit het laatste kwart van de 19de eeuw, gekenmerkt door aangebouwde (doch in lessenaarsdak ingebouwde) vierkante fabrieksschouw, op vierkante basis: bovenaan met ijzeren banden verstevigd, en voorzien van uitkraging en natuurstenen dekplaat. De stoommachine werd reeds in 1930 ontmanteld. Links van de watermolen, silo onder plat dak (1955).
Aan de straat: eenvoudige Christus-aan-het-Kruis, onder schilddakje.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n1 (A-G), Brussel - Gent. Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)