Boerenarbeiderswoning met centraal woongedeelte tussen twee stal- en/of bergruimtes. Het is opgetrokken circa 1840 in opdracht van ridder Eugène van Outryve d'Ydewalle (1797-1854), toenmalig bewoner van het kasteel "Raepenburg" (confer nummer 532). De woning is van de straat afgescheiden door een haag en op het onverharde erfje bevindt zich een imposante boom; deze opgaande kleinvruchtige mispel in de voortuin is de hoogste mispel die in de provincie West-Vlaanderen is aangetroffen. Later uitgebreid met enkele kleine bijgebouwen. Heden deels overgroeid en moeilijk zichtbaar. Begin 2007, volledige vernieuwing van de dakconstructie.
Eénlaagse, bakstenen woning onder een licht overkragend zadeldak met mechanische pannen. Wooneenheid met centrale deur en rechthoekige openingen onder strek. Bergruimte links met ovale opening. Stalgebouw rechts van het woonhuis en dwars op de straat georiënteerd: constructie met horizontale houten beplanking onder een zadeldak met pannen, gevel aan de zijde van het woonhuis met houten staldeur.