Vrij imposant hoekpand met de Terluchtestraat. In 1880 wordt op een braakliggend stuk land in opdracht van brouwer Augustus Vanderhaege een kleine woning (aan de Sint-Elooisstraat) gebouwd met een landgebouw aan de Terluchtestraat. In 1898 laat schoolinspecteur Alfons Carette de woning vergroten om ruimte te geven aan zijn dochter in haar functie van postbeambte. De woning staat circa 1900 op verschillende foto's afgebeeld met een neoclassicistische gevel van zeven traveeën. In 1920 laat Charles Simoens, die naast de woning een weverij installeert, het toenmalige bijgebouw uitbreiden. Het wordt door het kadaster vermeld als magazijn en na een uitbreiding in 1928 als weverij. In 1947 volgt nog een vergroting van de weverij. In 1959 laat Simoens van het woonhuis vermoedelijk enkel de gevel vernieuwen; de voormalige weverij, die nu is afgebroken, wordt in 1959 beschreven als fabriek zonder bestemming.
Dubbel breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak met zwarte pannen, mogelijk met 19de-eeuwse kern maar met een gevel van 1959. Gevelparement van oranje baksteen gecombineerd met natuursteen voor de vensteromlijstingen, de erkers en de aflijning van de centrale puntgevel. Verdiepte inkom met ijzeren deur, tussen flankerend bakstenen bloembakken, die de voorliefde van Charles Simoens voor de jacht verraadt confer deurrooster met herten in een gestileerde bosomgeving; soortgelijk thema in de windvaan met name jager en haas. De linkerzijgevel getuigt van de 19de-eeuwse toestand: ouder baksteenmetselwerk, een gedichte halfronde opening en een oculus in een natuurstenen omlijsting.
Rechts van het woonhuis is een voormalig weverijgebouw bewaard, dat volgens het kadaster dateert van 1920, doch mogelijk in de eerste linkertraveeën een oudere kern bewaart, opklimmend tot circa 1882. Deels recent gerenoveerd confer nieuw metselwerk. Bruine, verankerde baksteenbouw van zes traveeën en twee bouwlagen onder een half zadeldak met mechanische pannen. Oorspronkelijk segmentboogopeningen onder strek, heden zwaar aangepast doch op de verdieping deels met bewaard, witgeschilderd schrijnwerk. In de vijfde travee, laadluik met er boven sporen van een ophefmechanisme. Uiterst links, op de hoek met de Sint-Elooisstraat, is in oranje baksteen een driehoek aangebracht met kruisje en daarin gevat een smalle, hoge rondbogige nis met bepleisterde en blauwgeschilderde achtergrond. In de nis staat een Mariabeeld. Onder het geheel hangt een houten bord met het beschilderde opschrift "O.L.VROUW DANK VOOR ONZE BEVRIJDING/ 8.9.44/ KONINGIN VAN DE VREDE/ B.V.O.".
- Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Ruddervoorde, 1880/8, 1881/4, 1882/4, 1898/2.
- GOETHALS L., Ruddervoorde vroeger en nu, Roeselare, 1980, p. 66, 67.
- VERHAEGHE A., De herbergen van De Platse, Heemkundige Kring Ruddervoorde, 1998, p. 10.