Kleine hoeve gelegen in het gehucht Gelei. Het woonhuis en de achterliggend landgebouw worden reeds afgebeeld op het primitief kadasterplan (circa 1835). Op dat ogenblik is het een pachthoevetje van toenmalig burgemeester Pecsteen (burgemeester van 1813 tot 1830) en wordt het bewoond door Jan Vanderlinde. In 1912 wordt het hoevetje door de Schietere de Lophem verbouwd: het woonhuis wordt links uitgebreid in oostelijke richting, het landgebouw krijgt aan de oostkant een korte dwarsvleugel bij en het bakhuis wordt nieuw opgetrokken. Later nog verbouwd.
Erf afgezet met betonpaaltjes, waartussen twee pijlers met afgeronde bekroning met tussenliggend hekken. Deels met gras begroeid erf met oprit in grint. Laag woonhuis van vijf traveeën onder een zadeldak met mechanische pannen, mogelijk in kern daterend van het begin van de 19de eeuw confer bewaarde voutekelder(?) in de rechtertravee. Gevels met vernieuwd parement met licht getoogde openingen; vernieuwd schrijnwerk met luiken. Zijgevels vertonen oudere sporen onder meer vlechtingen. Aan de straatzijde, witgeschilderd bakhuis met aangebouwde berging. Stal/schuur, evenwijdig gelegen met het woonhuis, onder licht overkragend, pannen zadeldak. Achteraan staat nog een sterk vervallen wagenhuis of open berging; deels open houten constructie afgedekt met golfplaten.