Kleine, midden 19de-eeuwse hoeve gelegen ter hoogte van een lichte knik in de Rooiveldstraat, doch site teruggaand tot de 18de eeuw. De hoeve hoort - vermoedelijk van oudsher - bij het nabijgelegen kasteel "Rooiveld" (confer nummer 107-109). De bebouwing bestaat uit een kleine woning met ten oosten een naastgelegen stalgebouw. Met gras begroeid erf, omzoomd door een moerbeihaag.
Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), zijn twee losse gebouwtjes afgebeeld, waarvan ééntje gelegen aan de straatkant. Tussen het laatste kwart van de 18de eeuw en circa 1835 wordt het bouwwerk aan straatkant afgebroken confer niet langer weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1835). Het resterende gebouwtje is omgeven door een boomgaard en paalt in het oosten aan twee percelen die beide worden omschreven als land. Ten noorden is een kleinere tuin. Circa 1835 eigendom van Pieter de Melgar en verpacht aan een zekere Frans Verbiest. In 1849 vermeldt het kadaster een "totale reconstructie" op de locatie van het gebouwtje in opdracht van Pieter de Melgar. Mogelijk gaat het echter om een grondige verbouwing/uitbreiding van het bestaande woonhuis (met behoud van de oudere kern ?). De stal dateert eveneens van 1849.
Eénlaags boerenhuis van vijf traveeën; verankerde baksteenbouw onder een zadeldak met Vlaamse pannen. Witgeschilderde voorgevel op een gepekte plint. Centrale voordeur tussen beluikte vensters voorzien van vernieuwd houtwerk. Vrijstaande stal, in het verlengde van het woonhuis gelegen. Verankerde baksteenbouw onder een overkragend zadeldak met pannen. Staldeur met bovenliggend laadluik in zuidelijke zijgevel. Houtwerk groengeschilderd.