Classicistisch dubbelhuis van vijf traveeën en twee verdiepingen onder een zadeldak (Vlaamse pannen), uit eind 18de - begin 19de eeuw. Gevelritme voornamelijk aangegeven door geblokte beschilderde hoekbanden als gevelbegrenzing en als aflijning van het middenrisaliet, uitlopend op een driehoekig fronton. Horizontaal accent door middel van vlakke beschilderde puilijst en hoofdgestel met gelede architraaf en gekorniste kroonlijst op klossen. Rechthoekige muuropeningen. Beluikte benedenvensters in een vlakke gecementeerde omlijsting met natuurstenen onderdorpel; bovenvensters ingeschreven in een riemomlijsting met lekdrempel op Lodewijk XVI-consooltjes. Oculus in een vlakke beschilderde omlijsting in het van klossen voorzien fronton. Deur in een geprofileerde arduinen omlijsting op neuten voorzien van sluitsteen en bekronende druiplijst met tandlijst; houten waaier in het bovenlicht. Gevelbekleding met sierbaksteen uit de 20ste eeuw.
Flankerende, licht vooruitspringende poortgebouwen; korfboogpoorten in een vlakke beschilderde omlijsting met imposten en sluitsteen, gevat tussen pseudo-pilasters en een doorlopende kroonlijst.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent. Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)