is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Leonardus
Deze vaststelling is geldig sinds
Oorspronkelijk bezat Molenbeersel geen kerk; het grootste gedeelte van het grondgebied behoorde tot de parochie Neeritter. Bij het oude centrum van Molenbeersel, aan de Oude Kerkstraat/Grootbroekstraat, bevond zich sinds 1772 een Sint-Leonarduskapel. In 1834 wordt deze kapel een onafhankelijke kerk. De Sint-Leonardusparochie, die het huidige grondgebied van Molenbeersel omvat, werd opgericht in 1837.
De huidige, neoromaanse pseudokruisbasiliek werd aan de Weertersteenweg gebouwd in 1860-72 naar ontwerp van H. Jaminé; vergroot in 1933 door middel van een soort centraalbouw met transept en een nieuw koor op de plaats van het oude koor, en een sacristie. Deze vergroting is gedateerd door een gevelsteen naast het portaal van het nieuwe gedeelte. Omgevend kerkhof, afgesloten met een lage muur.
De plattegrond van het oude gedeelte beschrijft een driebeukig schip van vijf traveeën met westbouw bestaande uit een vierkante toren, geflankeerd door vierkante kapellen. Het nieuwe gedeelte bestaat uit een octogonale kruising omgeven door een driebeukig transept, een omgang, en ten oosten de driebeukige, rechte koortravee, met halfronde koorsluiting; sacristie ten zuiden iets naast het koor.
Bakstenen gebouw onder zadeldaken (leien). Het schip is voorzien van rondbooglisenen met hardstenen sluitsteen, waarbinnen de bakstenen rondboogvensters met hardstenen sluitsteen en lekdrempel.
De vierkante westtoren telt drie geledingen onder ingesnoerde naaldspits (leien). De twee onderste geledingen zijn in de façade voorzien van een rondboogliseen waarbinnen het portaal en het bovenliggende venster. De bovenste geleding is op elke zijde voorzien van een puntgevel, afgewerkt met een rondboogfries, en een drieledig galmgat, geflankeerd door hoekpilastertjes. Onder het galmgat van de façade, het uurwerk in een hardstenen oculus. Rondboogportaal in een geprofileerde, hardstenen omlijsting met negblokken en geprofileerde druiplijst; getoogde hardstenen tussendorpel; in het timpaan een reliëf met voorstelling van Sint-Leonardus. Het bovengelegen rondboogvenster is voorzien van een geprofileerde hardstenen druiplijst en mergelstenen maaswerk met zuiltje met knoppenkapiteel. De flankerende kapellen zijn voorzien van lisenen met rondboogfriezen en kleine rondboogvensters met hardstenen, rechte druiplijst en lekdrempel.
Het nieuwe gedeelte is voorzien van rondboogvensters, en een roosvenster met maaswerk in de transeptarmen. Eenvoudige steunberen met hardstenen afdekking. Portaal in de westgevel van de noordelijke transeptarm.
Het oude gedeelte heeft een neoclassicistisch, bepleisterd interieur. Overwelving door middel van een tongewelf met rondbooggordelbogen op een geprofileerde lijst. De beuken zijn gescheiden door een rondboogarcade op pijlers met Korinthisch kapiteel. De zijbeuken zijn voorzien van kruisgewelven tussen rondbooggordelbogen op pilasters met kapitelen.
In het nieuwe gedeelte zijn alleen de murenpartijen bepleisterd. De centraalbouw op de kruising is voorzien van een bakstenen stergewelf met natuurstenen ribben, gedragen door hardstenen pijlers. De omgang, het transept en de rechte koortraveeën zijn voorzien van een soort Boheemse kappen. Half koepelgewelf boven de koorsluiting.
Mobilair: beeld van Sint-Ambrosius, gepolychromeerd hout, door M. Vandael van Molenbeersel (laatste kwart 19de eeuw); beeld van Sint-Franciscus van Assisi, gepolychromeerd hout (circa 1870); kruisbeeld, eik (eerste helft 19de eeuw); beeld van Sint-Antonius abt, gepolychromeerd hout (circa 1870); beeld van Johannes de Doper, gepolychromeerd hout (circa 1870); beeld van Sint-Antonius van Padua, gepolychromeerd hout (circa 1870); beeld van Sint-Gertrudis van Nijvel, gepolychromeerd hout (circa 1870); beeld van Sint-Helena, gepolychromeerd hout (circa 1870); beeld van Sint-Lambertus, gepolychromeerd hout (circa 1870); beeld van Sint-Isidorus, gepolychromeerd hout (laatste kwart 19de eeuw). Altaar van marmer en koper (na 1933). Twee biechtstoelen, eik, neoclassicistisch (circa 1870). Preekstoel, eik, neogotisch (begin 20ste eeuw). Doksaal, eik (tweede helft 19de eeuw). Orgel van P.J. Vermeulen (Weert), (1886).
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omheind en ommuurd plattelandskerkhof met een opvallend geheel aan witgeschilderde betonnen grafkruisen en militaire perken uit beide wereldoorlogen.
Het kerkhof is ten vroegste samen met de stichting van de parochie ontstaan in 1837. De ommuring van het kerkhof werd, gezien hetzelfde materiaalgebruik als de kerk, vermoedelijk samen met de kerk opgetrokken in 1860-1872.
Het vergroende en beboomde kerkhof is deels omheind met een haag en deels met een bakstenen muur onder ezelrug en dekplaten. Aan de oostzijde van het kerkhof staat tegen de kerkhofmuur een calvariekruis in een recent gebouwde calvariekapel tussen twee grote coniferen. Ten noordwesten van de kerk staat een witstenen Heilig Hartbeeld van het atelier Bressers (Gent).
De graftekens geven een overzicht van de funeraire vormgeving op een plattelandskerkhof van het begin van de 20ste eeuw tot eind jaren 1960: kruisen, kruisvormige stèles, stèles met zerken of graftuinen. De gangbare stijlen komen er voor: eclecticisme, art deco en modernisme. De gebruikte materialen van de graftekens zijn representatief voor de evolutie in de 20ste eeuw: hout, hardsteen, beton, composietsteen, wit marmer, gietijzer. De beginnende semi-massaproductie uit de naoorlogse periode is er goed merkbaar.
Opmerkelijk is de aanwezigheid van het grote aantal bijna identieke witte betonnen grafkruisen, soms in een met betonnen afboording omheinde graftuin, die dateren uit het interbellum en de naoorlogse periode. Gezien de grote hoeveelheid gaat het vermoedelijk om een lokale productie.
Eén eclectisch priestergraf valt op door de witgeschilderde treurende engel bij een met bloemen omkranste grafurne, voorafgegaan door een sterk afgeschuinde zerk. Het modernistische grafteken Truyen-Chovau (1963) valt op door de combinatie van hardsteen en zwarte graniet. Het grafteken voor Maria Pouders (1934) in kunststeen is afgewerkt met een tekstplaat in marbriet en opgehangen porseleinen rouwkransen.
Op het kerkhof bevinden zich meerdere graftekens die herinneren aan beide wereldoorlogen. Het gaat om oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog, een grafkruis van een militair slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog, Jozef Craegh, gesneuveld te Aarsele op 26 mei 1940 en drie graftekens van de Commonwealth War Grave Commission voor Sergeant (Air Obs.) Francis John Day (RCAF), Pilot Officer (Pilot) John Robert Lesley Dunn (RAF) en Sergeant (Pilot) Spencer Ronald Mayor (RAF) die sneuvelden op 4 juli 1941.
Is deel van
Weertersteenweg (Molenbeersel)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Leonardus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88667 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.