Hoekhuis van respectievelijk vier traveeën, een afgesnuite hoektravee en drie traveeën met twee verdiepingen onder afgesnuit zadeldak (mechanische pannen), uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel afgelijnd door geblokte hoekpilasters. Horizontale geleding door middel van arduinen plint, imitatiebanden op de begane grond, puilijst, doorlopende arduinen lekdrempels der bovenvensters en hoofdgestel met gelede architraaf en kroonlijst op modillons en consoles. Steekboogvormige muuropeningen. Beluikte benedenvensters in een vlakke omlijsting; gelijkaardige deur. Bovenvensters in een geriemde omlijsting met oren en sluitsteen. Hoektravee met later rechthoekig benedenvenster.
Linker aanbouw van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (kunstleien); geblokte muurbanden als versiering van quasi blinde gevel met steekboogdeur.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent. Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)